Dalton Lentiz MBO Niveau 4 Gesprekken Voeren

Speaking
MBO 
Spreekvaardigheid Engels
Niveau 4
Streefniveau A2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Speaking
MBO 
Spreekvaardigheid Engels
Niveau 4
Streefniveau A2

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals
  • Je gaat oefenen met Engelse spreekvaardigheid op A2 niveau
  • Je leert wat niveau A2 inhoudt en wat je allemaal moet kunnen
  • Je krijgt een aantal voorbeelden te zien van gespreksstarters, gespreksvullers en voorbeeldvragen

Slide 2 - Tekstslide

Gesprekken niveau A2
Op niveau A2 kun je:
  • Vaak gebruikte zinnen en uitdrukkingen verstaan (bv: algemene persoonlijke informatie en van familie, winkelen, richting geven, werk)
  • Communiceren tijdens simpele alledaagse activiteiten en bekende alledaagse zaken uitwisselen
  • Algemene informatie beschrijven over je achtergrond, directe omgeving en directe behoeften.


Slide 3 - Tekstslide

Waar wordt tijdens het examen Gesprekken op gelet?
  • Je gebruikt een goede opbouw in je gesprek (start + afsluiting)
  • Je gebruikt voegwoorden (but, and, because, if, etc.)  en lidwoorden correct.
  • Je beheerst genoeg Engelse woordenschat om je uit te drukken in een gesprek en je gebruikt een aantal standaard Engelse uitdrukkingen.
  • Je kunt reageren op vragen en uitspraken.
  • Je gebruikt eenvoudige gesprekstrategieën (vragen om herhaling, gebruik van fillers)
  • Je gebruikt correcte woordvolgorde, bijzinnen, goede werkwoordsvormen, en meervoudsvormen.
  • Je mag nog aarzelingen en pauzes gebruiken en je mag nog met een accent spreken, zo lang je voldoende verstaanbaar bent.

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud Spreekexamen
In de volgende slides komen de onderdelen, waar je aan moet voldoen tijdens je examen, aan bod.

Je ziet korte uitleg, een aantal voorbeelden en een aantal quizvragen om je voorkennis te testen.

Slide 5 - Tekstslide

Starting a conversation
  • Start your conversation by asking how somebody is doing or with a question
  • Make eye contact
  • Tell the person how you are doing

Slide 6 - Tekstslide

Ending a conversation

Slide 7 - Tekstslide

Voegwoorden
Voegwoorden gebruik je om 2 zinnen aan elkaar te plakken. Een aangeplakte zin is een bijzin.



Slide 8 - Tekstslide

Voegwoorden
1. You should study                   you take the test
2. My sister loves apples                  she hates apple pie
3. They went on a long bike ride                     they really wanted to eat at McDonalds!
4. Would you like some drinks first                     can I take your full order?
for
and
before
but
or
yet
because

Slide 9 - Sleepvraag

Standard English expressions
To react to what somebody is saying, you can use standard English expressions

You can find a couple of examples on the right.

Of course, you can use other ones.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

walk
My mum and dad
every afternoon
in the park

Slide 12 - Sleepvraag

Engelse Meervoud
meervoud
woord +s
meervoud 
uitzondering
(bijv +es, +oes, +ves)

meervoud =
(bijna) hele woord verandert
mouse
Baby
Kiss
Apple
foot
Scarf
egg
sheep
umbrella
potato
tooth
face

Slide 13 - Sleepvraag

Enkelvoud, dichtbij
Meervoud, veraf
Meervoud, dichtbij
Enkelvoud, veraf
This (dit, deze)
Those (die)
These (deze)
That (dat, die)

Slide 14 - Sleepvraag

Meervoud telbaar (bijv. girls)
Meervoud ontelbaar (bijv. milk)
Enkelvoud telbaar (bijv. girl)
Enkelvoud ontelbaar (bijv. energy)
Little
Many
Much
Few

Slide 15 - Sleepvraag

Werkwoordsvormen
Voor niveau A2 moet je weten hoe je de belangrijkste werkwoordvormen gebruikt:
  • Verleden tijd
  • Tegenwoordige tijd
  • Toekomende tijd 
  • Voltooide tijd



Voor het spreekexamen op niveau 4 moet je Engels op A2 beheersen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je (in het Engels) een gesprek starten?

Slide 17 - Woordweb

Wat kun je zeggen als je iets niet begrijpt?

Slide 18 - Woordweb

Hoe zeg je dat je het er niet mee eens bent?

Slide 19 - Woordweb

Hoe kun je aangeven dat je het ergens mee eens bent?

Slide 20 - Woordweb

Hoe kun je het gesprek afsluiten?

Slide 21 - Woordweb

All teenagers should work
timer
4:00

Slide 22 - Tekstslide

Mobile phones should be forbidden at all schools
timer
4:00

Slide 23 - Tekstslide

Engels Gesprekken A2

Bedenk zelf een goede vraag.
Werk in tweetallen.
Het gesprekje moet minimaal 4 minuten duren, waarbij je allebei ongeveer 2 minuten aan het woord bent. Houd het op maximaal 6 minuten.


Voorwaarden:
  • Start het gesprek goed op
  • Maak gebruik van voegwoorden (but, and, because, if, etc.) en bijzinnen.
  • Maak gebruik van een aantal gespreksstrategieën 
  • Vraag minimaal 1 keer om verduidelijking
  • Let op de woordvolgorde en tijden
  • Sluit het gesprek goed af

Slide 24 - Tekstslide