thema 2, les 2, inhoudswoorden
Hoe herken je een werkwoord in de zin?
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Hoe herken je een werkwoord in de zin?
Slide 1 - Open vraag
Hoe herken je een zelfstandig naamwoord in de zin?
Slide 2 - Open vraag
Over wat zegt een bijvoeglijk naamwoord iets?
Slide 3 - Open vraag
Over welke twee dingen kan een bijwoord iets zeggen?
Slide 4 - Open vraag
Staat er altijd een bijwoord in de zin?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
De poes sloot vriendschap met de (grote) beer.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bijwoord
Slide 6 - Quizvraag
De (poes) sloot vriendschap met de grote beer.
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 7 - Quizvraag
De beer (woont) nu in een afgesloten ruimte.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord
Slide 8 - Quizvraag
Poesje miauwde (heel) hard.
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijwoord
Slide 9 - Quizvraag
Gwen en Milly spelen (uren) met een grote bal.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijwoord
Slide 10 - Quizvraag
Nooit had Gwen zo'n (trouwe) vriendin.
Slide 11 - Open vraag
Milley blaft nooit (hard).
Slide 12 - Open vraag
De (hond) weet wat Gwen voelt.
Slide 13 - Open vraag
Milley pakt (snel) de tas op.
