Quiz 19 april

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Woensdag 19 april

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 rondes

Ronde 1: Husselwoorden
Ronde 2: Droedels en raadsels
Ronde 3: Diverse vragen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De prijzen...
Eerste prijs




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De teams
Teams van 4 personen! 

Maak zelf teams, ga in groepjes van 4 personen bij elkaar zitten.
2 minuten de tijd!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip!
Overleg zachtjes met je groepje, anders horen de andere groepjes jullie briljante antwoorden ook!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan beginnen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ronde 1: Husselwoorden

Welk woord kun je maken van de gehusselde letters?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. gtorspad

Slide 9 - Tekstslide

sportdag
2. taakvein

Slide 10 - Tekstslide

Vakantie
3. spaaireeen

Slide 11 - Tekstslide

Paaseieren
4. bonnerzand

Slide 12 - Tekstslide

Zonnebrand
5. staanbrom

Slide 13 - Tekstslide

Stormbaan
6. dnnoaks

Slide 14 - Tekstslide

Ondanks
7. scheitttof

Slide 15 - Tekstslide

Fietstocht
Ronde 2: Droedels en raadsels
Schrijf steeds het woord op dat bij het raadsel hoort!
Een voorbeeld:                                

Slide 16 - Tekstslide

Pa komt na Ma. Dus Panama
1. Wat staat hier?

Slide 17 - Tekstslide

BenZ in E. Maakt Benzine
2. Wat staat hier?

Slide 18 - Tekstslide

tennis
3. Wat staat hier?

Slide 19 - Tekstslide

Om de L is een Ei en daarna een D in een G. Dus OmLEiDing.
4. Wat staat hier?

Slide 20 - Tekstslide


De T staat in de K, dus In K t V =, dus: Inktvis
5. Wat staat hier?

Slide 21 - Tekstslide

DR staat in G en D. Dus Dringend
6. Wat staat hier?

Slide 22 - Tekstslide

De G staat rond het woord wet. Dus G Rond Wet, maakt: Grondwet.
Ronde 3
Diverse vragen!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




                     1.  Welk spreekwoord is juist?
A
De kat in de pot vinden
B
De hond in de pot vinden

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



    2. Welk woord moet je invullen op de stippellijn:

                     Deze soep ....... nergens naar.
A
proeft
B
smaakt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat is het onderwerp van deze zin?

Joost heeft hem geroepen!
A
Joost
B
hem

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat is de juiste spelling?

A
Houd hij van me?
B
Houdt hij van me?

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Welke spelling is juist?
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Wat is het meervoud van melodie?
A
Melodieën
B
Melodiën

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


     7. Is 'onmiddelijk' goed of fout gespeld? 
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Wat betekent 'sober'?
A
eenvoudig
B
schoon

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Wat is de persoonsvorm in de zin?

"Morgen ben ik eindelijk jarig"
A
morgen
B
ben
C
jarig
D
eindelijk

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

spelling
10. Welk woord is FOUT geschreven?
A
appartement
B
raport
C
bodem
D
plafond

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
11. Wat betekent belemmeren?
A
verhinderen
B
zeuren
C
remmen
D
jaloers zijn

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat was 'm!
Lever je antwoordenblad gauw in, dan volgt de uitslag!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prijsuitreiking

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies