Thema 12 Blok 1: Baby's en bejaarden week 20

Wie wonen er in Nederland? 
Thema 12
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wie wonen er in Nederland? 
Thema 12

Slide 1 - Tekstslide

Thema 12
Blok 1

Wie wonen er in Nederland?

Deelvraag: Hoe verandert de bevolking van Nederland door geboorte en sterfte?

Slide 2 - Tekstslide

Blok 1 Baby's en bejaarden
  • Je kan een beschrijving geven van de bevolkingsverspreiding in Nederland en deze op de kaart aanwijzen. 
  • Je kunt uitleggen welke vier factoren de bevolkingsomvang van een gebied beïnvloeden. 
  • Je kunt uitleggen hoe de geboorte- en sterftecijfers zich in  de afgelopen 100 jaar ontwikkeld hebben.
  •  Je kan uitleggen wat vergrijzing is, hoe dit veroorzaakt wordt en wat de gevolgen van van een vergrijzde bevolking.
  • Je kent de begrippen van dit blok in eigen woorden uitleggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Is Nederland overbevolkt?

Slide 4 - Tekstslide

Is Nederland overbevolkt?
In het westen van Nederland,  in de Randstad, wonen veel mensen. 
  •  Bevolkingsconcentratie = een gebied waar veel mensen dicht op elkaar wonen.
  • Overbevolking betekent dat er in een gebied te veel mensen wonen.
In het noorden van Nederland is veel ruimte. Daar wonen weinig mensen. De bevolkingsspreiding is dus ongelijk. 

Je kan een beschrijving geven van de bevolkingsconcentraties in Nederland en deze op de kaart aanwijzen. 

Slide 5 - Tekstslide

Is Nederland overbevolkt?



  • Maken opdracht 2-3-4- 5 blz. 8-9
    Op de volgende pagina's typ je jouw antwoorden in. 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2 en 3
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 7 - Open vraag

Vraag 4 en 5
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 8 - Open vraag

De bevolking verandert. 
Blz. 10

Slide 9 - Tekstslide

De bevolking verandert
Het bevolkingsaantal van een land verandert door geboorte, sterfte en verhuizingen (migratie).

Je vergelijkt landen door middel van: 
Geboortecijfer = aantal geboorten per 1.000 inwoners per jaar
Sterftecijfer = aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners per jaar.


Je kunt uitleggen welke drie factoren de bevolkingsomvang van een gebied beïnvloeden. 

Slide 10 - Tekstslide

De bevolking verandert
Hoe kan je de bevolkingsgroei berekenen?
Natuurlijke bevolkingsgroei => verandering van bevolkingsaantal door geboorte en sterfte.
Geboorteoverschot => het geboortecijfer min het sterftecijfer.
Sterfteoverschot = er sterven meer mensen dan er geboren worden.
Migratiecijfer => hoeveel mensen komen er wonen of verhuizen?

Slide 11 - Tekstslide

Maken opdracht 7-8
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 7 en 8
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 13 - Open vraag

Lees tekst blz. 11 
maak opdracht 9-10 
Lees tekst blz. 13 
maak opdracht 14-15

Slide 14 - Tekstslide

Toen veel geboorte, veel sterfte  
Voor 1900 kregen mensen veel meer kinderen

  • weinig kennis over geboorteregeling (voorbehoedsmiddelen)
  • mensen trouwden jong en kregen veel kinderen
  • Kinderen waren een verzekering voor 'de oude dag'

Je kunt uitleggen hoe de geboorte- en sterftecijfers zich in de afgelopen 100 jaar ontwikkeld hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Steeds minder baby's?
Het vruchtbaarheidscijfer  is momenteel minder dan twee. Oorzaken van deze daling:

  • voorbehoedmiddelen
  • mensen krijgen later kinderen
  • meer hoogopgeleide vrouwen willen geen kinderen
  • steeds meer mensen zonder partner
  • minder vrouwen in de vruchtbare leeftijd

Gevolgd Ontgroening = de afname van het aandeel jongeren op de totale bevolking.

Je kunt uitleggen hoe de geboorte- en sterftecijfers zich in de afgelopen 100 jaar ontwikkeld hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Het vruchtbaarheidscijfer, 1940-2010

Gemiddelde leeftijd moeder bij geboorte eerste kind, 1950-2010.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 9
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 18 - Open vraag

Combineer de juiste kaartje met elkaar! Opdracht 10.
Zeelui aten geen verse groeten en fruit.
Er was geen riolering
Een dokter deed een operatie zonder eerst zijn handen te wassen
Kinderen werkten in donkere fabrieken
Ze kregen te weinig zonlicht en werden ziek
De patient overleed aan een infectie
Door vervuild water kregen mensen de ziekte Cholera
Ze kregen scheurbuik

Slide 19 - Sleepvraag

Vraag 14 -15
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 20 - Open vraag

Lees beide teksten blz. 15
Maak opdracht 18

Slide 21 - Tekstslide

Vergrijzing
  • Levensverwachting is gestegen dankzij betere voeding, medische kennis en hygiëne.

  • Vergrijzing = de toename van het percentage mensen ouder dan 65 jaar op de totale bevolking.

Je kan uitleggen wat vergrijzing is, hoe dit veroorzaakt wordt en wat de gevolgen van van een vergrijzde bevolking zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Gevolgen van de vergrijzing:
  • Meer huizen nodig.
  • Kosten voor zorg stijgen.
  • Kleiner deel bevolking werkt.
  • Meer pensioenen uitbetalen.
  • Meer ouderen die recreëren en vrijwilligerswerk doen.

Je kan uitleggen wat vergrijzing is, hoe dit veroorzaakt wordt en wat de gevolgen van van een vergrijzde bevolking zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 18
Typ hier de antwoorden of voeg een foto toe van antwoorden in je boek.

Slide 25 - Open vraag

Klaar voor week 20!


Week 21 weer een nieuwe mm les.
(WB2A ma 18 Mei en 
WK2A di 19 Mei).

Weer hard gewerkt deze week. Top!

Slide 26 - Tekstslide