7.3 signaalwoorden

Lezen
timer
15:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Alle opdrachten van 7.1 en 7.2 gemaakt (behalve.... en ..... )
  • Uitleg leerstof 7.3 (signaalwoorden)
  • Aan de slag met opdrachten
  • Maken zelftoetsen op Op Niveau Online
  • Let op:  maandag 19 mei 1-toets H7

Doel van de les:
Je kent de tekstverbanden voor 'opsomming' en 'tegenstelling' en je (her)kent de bijbehorende signaalwoorden




Slide 2 - Tekstslide

Zinsverbanden
Maak aantekeningen!

Slide 3 - Tekstslide

In een tekst houden zinnen en alinea's verband met elkaar. Als dat niet zo zou zijn, zou de tekst uit allemaal losse zinnen bestaan, die geen samenhang hebben met elkaar.



Slide 4 - Tekstslide

Zinsverband 1:   opsomming

Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.


Slide 5 - Tekstslide

Zinsverband 1:   opsomming

Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.

Eén of meerdere dingen worden opgesomd. Je herkent een opsomming aan de signaalwoorden: ook, en, daarnaast, ten eerste, ten tweede, ten slotte, bovendien, tevens, maar ook, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Zinsverband 2:   tegenstelling

Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.


Slide 7 - Tekstslide

Zinsverband 2:   tegenstelling

Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.

Na een uitspraak zeg je het tegenovergestelde. Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: echter, maar, terwijl, aan de ene kant, aan de andere kant, toch

Slide 8 - Tekstslide

Maken: opdr 18, blz 23

Slide 9 - Tekstslide

7.3
Laatste kans!

Zorg dat alle opdrachten van 7.1 en 7.2 gemaakt zijn. Kijk ze daarna na met het antwoordenblad dat je kunt vinden op Google Classroom.

Klaar? Maak dan de zelftoetsen                                          van H7.1 en 7.2 op                                                                      Op Niveau Online

Slide 10 - Tekstslide

Exitvraag:
Bedenk een of meerdere zinnen met een signaalwoord voor een opsomming én een of meerdere zinnen met een signaalwoord voor een tegenstelling. Schrijf deze op je wisbordje

Slide 11 - Tekstslide