3.2. Het geschenk van de Nijl

De Oude Egyptenaren


3.2 Geschenk van de Nijl
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Oude Egyptenaren


3.2 Geschenk van de Nijl

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
van Egypte

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor de landbouw
2. Ik kan uitleggen hoe de Egyptische agrarisch en stedelijke samenleving functioneert
3. Ik kan mijn naam in hiërogliefenschrift schrijven 

Slide 3 - Tekstslide



De Griekse schrijver Herodotus kwam tijdens één van zijn
vele reizen iin Egypte. Hij beschreef het land en zijn bewoners uitgebreid in zijn boeken.
Daarin sprak hij over Egypte als: het geschenk van de Nijl.

Maar wat zou hij daarmee bedoeld hebben?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 6 - Tekstslide

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 7 - Tekstslide

Zwarte periode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)

Slide 8 - Tekstslide

Groene periode
  • januari-april

  • Tijd van het zaaien en bewerken van het land

  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie

  • Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien

Slide 9 - Tekstslide

Gele periode
  • mei-augustus

  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijhgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 10 - Tekstslide

De Nijl was van levensbelang: als de Nijl niet hoog genoeg kwam, ontstonden hongersnoden...
...maar als hij te hoog kwam, een overstroming!

Slide 11 - Tekstslide

Overstromingsperiode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels

Slide 12 - Tekstslide

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden (nilometer)

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden

Slide 13 - Tekstslide

Sjadoef
voor irrigatie

Slide 14 - Tekstslide

Hoe gaat dat nu?
  • Sinds 1970 wordt de Nijl 'gecontroleerd' door de Aswandam

  • Voordelen: meerdere gecontroleeerde overstromingen, geen hongersnoden en er kan electriciteit worden opgewekt.

  • Nadelen: het slib blijft achter de dam en historische bouwwerken zijn 'verzopen'

Slide 15 - Tekstslide

Landbouwsamenleving
  • Graanopbrengsten zijn groot genoeg, zodat niet iedereen meer boer hoeft te zijn

  • Er ontstaan nieuwe beroepen: ambachtslieden, schrijvers, ambtenaren, enz.

  • Er ontstaan ook meer verschillen in aanzien.

Slide 16 - Tekstslide

En vooral: samenwerken!
  • Hiervoor heb je een leider nodig

  • Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)

  • Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar

  • Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao ('Groot Huis')

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een hoogontwikkelde cultuur?

  • Hoogontwikkeld: vergevorderd in ontwikkeld. 

  • Cultuur: De gewoonten en ideeën van een groep mensen, die ze aan hun kinderen doorgeven.

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken van een hoogontwikkelde cultuur
  • Uitgebreide en ingewikkelde godsdienst, waarin geloof in leven na de dood een belangrijke rol speelde 

  • Bouw- en schilderkunst (piramide, muurschilderingen)

  • Goedgeorganiseerd bestuur

  • Schrift

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hiërogliefen
  • Egyptische schrift, dat bestaat uit pictogrammen

  • De naam hiërogliefen is Grieks en betekent: 'heilige groeven'. 


  • Hiërogliefen werden gebeiteld in rots of geschreven op papyrus
Met de Steen van Rosetta kon uiteindelijk, na lang puzzelen, het hiërogliefenschrift worden ontcijferd.

Slide 21 - Tekstslide


Hoe heet de vruchtbare grond
die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest

Slide 22 - Quizvraag


Welke zin past het best bij
de gebeurtenissen in de afbeelding?

A
De Nijl is overstroomd.
B
Het water van de Nijl is een paar dagen geleden weer gezakt; op het land ligt een laagje vruchtbare modder.
C
Het water van de Nijl is een paar maanden geleden weer gezakt.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een shadoef?
A
Een waterschep om het water naar de slootjes te brengen.
B
Een emmer om water naar de slootjes te dragen.
C
Een systeem om het water te zuiveren.
D
Het irrigatiesysteem wordt zo genoemd.

Slide 24 - Quizvraag

Maken
Maken paragraaf 3.2

Slide 25 - Tekstslide