1.2 Onderzoeksvraag - Serre

1.2 Stel onderzoeksvraag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.2 Stel onderzoeksvraag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Je kunt een onderzoeksvraag opstellen.
 

2. Je kunt de gevarenpictogrammen en veiligheidspictogramman herkennen en toepassen.


3. Je kunt een aantal practicummaterialen herkennen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de oriëntatiefase heb je een lijst met....

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel onderzoeksvraag
Na de eerste fase heb je een lijst met vragen.
Tijd om echt richting te geven aan je onderzoek; de onderzoeksvraag.

Vaak zul je zien dat je vraag nog wel moet aanscherpen om er een goede onderzoeksvraag te maken. Er zijn handige hulpmiddelen om te checken of je een goede onderzoeksvraag hebt gesteld (checklist of het vragenmachientje).

Is je vraag klaar dan geef je ook alvast antwoord op je vraag. De hypothese.
Dit is een soort voorspelling van het antwoord met een daarbij een uitleg waarom je dat denkt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede onderzoeksvragen
Een goede onderzoeksvraag voldoet aan enkele belangrijke eigenschappen. De vraag: 
  • past bij het onderwerp / thema 
  • is meetbaar en geen opzoekvraag
  • is leerzaam, je weet het antwoord nog niet het antwoord op de vraag 
  • is specifiek en bestaat uit maar één vraag 
  • is onderzoekbaar in de klas (of in de buurt)

Voorbeelden:
  • Hoe hoog wordt de hoogste zonnebloem van de klas?
  • Wat doen leerlingen in onze klas het liefst in hun vrije tijd?
  • Wat gebeurt er met de hoeveelheid bacteriën op je handen wanneer je je handen wast?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met onderzoeksvragen
Gebruik het vinklijstje en/of het vragenmachientje om te oefenen met de onderzoeksvragen.


Oefening 1 



Nabespreken oefening 1


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Handig voor de docent om de te printen voor de groep.

- Oefening 1 (elke leerling een exemplaar)
- Oefening 2 (in tweetallen en uitwisselen in samenwerkingsgroepje).
Oefening 1
Zwemmen jongens harder?
nee
Niet specifiek, harder dan wie?
Is dit leerzaam, zou je het antwoord al niet weten?
Vraag is nu ook niet meetbaar.
Is er verschil in de snelheid waarmee jongens en meiden zwemmen en hoe groot is die snelheid?
Kun je beter op doel schieten met je ogen open of met je ogen dicht?
ja
Voldoet aan de belangrijkste eigenschappen 
die (gemiddelde) snelheid?
Proeven kinderen uit onze klas het verschil tussen supermarktkaas en kaas van een kaasmakerij? 
ja
Voldoet aan de belangrijkste eigenschappen 
Hoe lang doet onze klas erover om de Eiffeltoren te beklimmen? 
nee
Lastig te onderzoeken, om nu helemaal naar Parijs te gaan?
Hoe lang doet onze klas erover om de Domtoren te beklimmen?
Hoeveel zintuigen zijn er?
nee
Kun je niet meten, dit is een opzoekvraag.
Wat vinden leerlingen het minst fijn: 'kijken' naar een filmpje als ze niet kunnen horen, of niet kunnen zien? 
Bij welke muzieksoort krijgen kinderen uit onze klas een positief gevoel en is dit hetzelfde voor de docenten van onze school? 
nee
De vraag zou misschien nog specifieker kunnen; hoeveel muzieksoorten of welke muzieksoorten.
Krijgen kinderen uit onze klas een positief gevoel bij Rap of bij Dance en is dit hetzelfde voor de docenten van onze school?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Als je een OV hebt schrijf je de hyppthese. Dit is een soort voorspelling van het antwoord met een daarbij een uitleg waarom je dat denkt.
     Schrijf jou hypothese op onderstaande onderzoeksvraag.
     "Is er verschil in de snelheid waarmee jongens en meiden zwemmen en hoe groot is
     die (gemiddelde) snelheid?"

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met onderzoeksvragen
Gebruik het vinklijstje en/of het vragenmachientje om te oefenen met de onderzoeksvragen.




  • In tweetallen uitvoeren
  • 4 minuten; OV bedenken
  • 3 minuten; feedback geven ander tweetal van samenwerkingsgroepje
  • 3 minuten; OV aanpassen naar aanleiding van feedback

timer
4:00
timer
3:00
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Handig voor de docent om de te printen voor de groep.

- Oefening 1 (elke leerling een exemplaar)
- Oefening 2 (in tweetallen en uitwisselen in samenwerkingsgroepje).
Symbolen
Symbolen worden gebruikt voor gevaren en voor veiligheid.
Deze symbolen worden gebruikt op school, maar kijk ook eens thuis
(op de schoonmaakmiddelen bijv.) en in gebouwen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Explosief
Brandbaar
Oxiderend

Houder onder druk
Corrosief
Giftig

Irriterend
Lange termijn gevaarlijk
Milieuschadelijk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Explosief
B
Irriterend
C
Lange termijn gevaarlijk
D
Houder onder druk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Explosief
B
Irriterend
C
Oxiderend
D
Milieuschadelijk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Oogdouche
Nooddouche
Nooduitgang

Brandslang
Branddeken
Brandalarm
Noodstop


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ampèremeter

Prepareermateriaal

Voltmeter

Bekerglas

Oscilloscoop

Brander
Erlenmeyer

Microscoop

Spanningsbron (Voeding)

Reageerbuis

Driepoot

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check Out
1. Je kunt een onderzoeksvraag opstellen.
 

2. Je kunt de gevarenpictogrammen en veiligheidspictogramman herkennen en toepassen.


3. Je kunt een aantal practicummaterialen herkennen.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een onderzoeksvraag opstellen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de gevarenpictogrammen en veiligheidspictogramman herkennen en toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een aantal practicummaterialen herkennen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies