Oriëntatie + 6.1 Slavernij in de 19e eeuw

Hoofdstuk 6: Vrijheid en gelijkheid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Vrijheid en gelijkheid

Slide 1 - Tekstslide




             De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

6.1 Slavernij in de 19e eeuw

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië. 

Slide 8 - Tekstslide

6.1 Slavernij in de 19e eeuw


Kunnen we de driehoekshandel nog invullen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Driehoekshandel
  • Nederland -->  zeilschepen beladen met wapens, buskruit, drank en textiel over de Atlantische Oceaan naar West-Afrika.

  • West Afrika -->  er worden slaven hebben ingekocht en met de lading menselijke handelswaar naar Curaçao, Sint Eustatius en Suriname. 

  • Caribisch gebied -->verkopen van de slaven aan plaatselijke slavenhouders.  Inkopen  suiker, koffie, katoen, cacao of tabak 

  • Nederland -->

Slide 11 - Tekstslide

Begin 19e eeuw was het aantal slaven toegenomen
Oorzaak: 
- gestegen vraag naar producten (suiker, koffie, tabak, cacao en katoen)

Slechte omstandigheden
- zwaar werk, nauwelijks vrije dagen, wonen, voedsel

Gevolg:
- sterftecijfer hoger dan geboortecijfer

Gevolg:
-  mensen blijven vervoeren vanuit Afrika

Slide 12 - Tekstslide

Eind 18e eeuw

  • Slaven komen in aanmerking met idealen Franse revolutie
  • 1791 in Saint- Domingue revolutie-> 1804 onafhankelijk Haïti
  • Andere koloniën: Europeanen onderdrukten deze opstanden hard

Slide 13 - Tekstslide

Ook Nederland heeft zich schuldig gemaakt aan slavernij
  • Suriname en Antillen
  • 1860: 70% Surinaamse bevolking tot slaaf gemaakten
  • werken op plantages: koffie-, hout-, katoenplantages

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leefgemeenschappen in jungle
Marron
  • Iemand die als slaaf van een plantage is gevlucht en als vrije op een afgelegen plek in een eigen gemeenschap leeft
  • Andere slaven bevrijden
  • Plantages aanvallen

Slide 16 - Tekstslide

Stap 1: Bekijk de video vanaf 6:30 tot 8:42 min.
Stap 2: Lees "Slavernij in Suriname en de Antillen"

Slide 17 - Tekstslide

In 19e eeuw nam onrust in Suriname af

  • Marrons hadden vrede gesloten met Nederlandse bestuur
  • Besef bij plantage eigenaren
  • Paramaribo: zichzelf vrijgekochten en afstammelingen zwarte vrouwen en witte meesters
  • Tegenstellingen waren minder scherp

Slide 18 - Tekstslide

Antillen
  • ongeveer 35% bevolking onvrij
  • plantageslavernij minder belangrijk
  • werk in haven/zeezout winnen
  • Minder vluchtmogelijkheden
  • 1795 opstand in Curaçao -> slaaf Tula

Slide 19 - Tekstslide

1800: onderlinge verschillen groter tussen de slaven in Oost-Indië dan in Suriname/Antillen
In Oost-Indië:
  • zwarte Afrikanen uit Oost-Afrika - ook uit India, China en Indonesische eilanden rond Java
  • mensen op slavenmarkten gekocht - slavernij vanuit schulden of gepleegde misdaden

  • Allemaal zwaar werk doen: landbouw, bouw, de mijnen, leger
  • Tot slaaf gemaakten in huishoudens: naar verhouding minder zwaar 
                                                



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slavernij in Nederlands-Indië
In de Nederlandse kolonie in Azië:
- Meer slaven dan in de koloniën in Amerika
- Viel alleen minder op omdat er zoveel mensen woonden. 
- Onderlinge verschillen tussen de slaven groter:

  • Slaven uit meer verschillende gebieden: zowel Afrika als Aziatische landen.
  • Gekochte slaven op de slavenmarkt + slavernij door schuld / criminaliteit.
  • Allemaal zwaar werk doen, zelfs in het leger


Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag....
  • Lees par 6.1
  • Maak 6.1
  • Bereid de SO voor
  • Maak samenvattingen 
  • Bedenk een vraag over de toetsstof
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide