7.3 Verlichte ideeën in de praktijk

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Tekstslide

welk hoofd zien we hier?  en wat verbergt zich achter de tekst?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

1 Je kunt meerdere oorzaken van de Franse Revolutie beschrijven.
2 Je kunt het verloop van de Franse Revolutie beschrijven, vanaf de Nationale Vergadering tot de keizerkroning van Napoleon.
3 Je kunt verklaren hoe de Franse Revolutie uitmondde in de Terreur.
4 Je kunt het belang van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uitleggen.
5 Je kunt uitleggen dat de politieke situatie in de Republiek leidde tot de opkomst van revolutionaire ideeën.
6 Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie invloed had op de ontwikkelingen in de Republiek na 1795.
7 Je kunt beschrijven welke rol het bestuur van Napoleon speelde in Europa en hoe dit bestuur ten einde kwam.
8 Je kunt de doelen van het Congres van Wenen benoemen en toelichten.






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.3 Verlichte ideeën in de praktijk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


L'état, c'est moi

  • De wil van de koning was wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. 
  • Deze macht is door God gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • De koning gaf (te) veel geld uit aan oorlogen, het hofleven, etc. 
Wat gaat hieraan vooraf?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers' ofwel: geestelijkheid, adel en burgers.

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio). Ze streven naar een ideale samenleving. 
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de derde stand wél veel belasting betalen. De eerste en tweede stand hoefden dat niet/ nauwelijks. De koning wil dat zij ook belasting gaan betalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



Koning Lodewijk XVI wil graag meer belastinggeld hebben, ook van de adel en geestelijkheid. Zij beriepen zich daarop op een afspraak uit de Middeleeuwen: zonder goedkeuring van de Staten-Generaal mocht de koning dit niet doen, hij had toestemming nodig van de Staten Generaal. Deze vergadering met vertegenwoordigers uit alle standen werd voor het eerst in 175 jaar bij elkaar geroepen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • In de Staten Generaal wordt per stand gestemd, dus de adel en geestelijkheid waren in het voordeel: twee tegen één. 

  • De leiders van de derde stand vinden dit oneerlijk en lopen weg. Zij riepen zichzelf uit tot Nationale Vergadering en beloofden niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet zou hebben. Hierin moesten voor alle Fransen gelijke rechten en plichten worden vastgelegd. --> democratische revolutie. 
De derde stand grijpt de macht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De derde stand grijpt de macht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De derde stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de eerste en tweede stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondertussen werd het in de staten van Parijs steeds rumoeriger. De slechte oogsten en schaarste zorgden voor gemor en honger. 

Dit kwam letterlijk tot een uitbarsting op 14 juli 1789 ..

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over naar andere delen van het land!
Oproer in Parijs

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 begint de Franse Revolutie. De Bastille wordt bestormd door revolutionairen: mensen die nieuwe ideeën snel en zonder aarzelen (soms met geweld) wil doorvoeren in de samenleving. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken Franse Revolutie: de derde stand moesten te veel belasting betalen terwijl de voedselprijzen ook al omhoog waren gegaan (misoogsten).  De eerste en de tweede stand hoefden geen belasting te betalen. Ook waren veel burgers Verlicht geraakt door de verschillende ideeën van filosofen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video
Histoclips: De Franse Revolutie 
(tot 7.20)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De koning werd verplicht om in Parijs te wonen. Ook werd de Nationale Vergadering nu door de koning erkend (bang voor de gevolgen). In augustus 1789 publiceerde de Nationale Vergadering de Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger. 
In de Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger werd opgenomen dat alle Fransen voor de wet gelijk waren. Privileges werden afgeschaft voor adel en geestelijkheid. Twee jaar later is de grondwet klaar. 
Frankrijk werd hierdoor een constitutionele monarchie: land waarin de koning gebonden is aan de grondwet (constitutie). 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere grote verandering was dat alle grond en andere bezittingen van de Kerk werd afgenomen en aan de staat werd gegeven. De staat gebruikte dit om de schulden af te betalen. Deze grond werd echter vooral gekocht door rijke mensen en dus had het gewone volk hier nog steeds weinig aan. 

Vooral op het platteland was er verzet tegen de maatregelen tegen de kerk: ondanks de revolutie hadden zij veel ontzag voor de kerk. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van opstand naar terreur
De nieuwe bestuurders waren het niet eens over de manier van besturen.

Girondijnen: constitutionele monarchie, dus koning gebonden aan een grondwet.

Jacobijnen/ radicalen: Niets daarvan! Weg met de koning! Frankrijk wordt een republiek!

1792: Lodewijk XVI wordt onthoofd.

Veel onrust binnen Frankrijk tussen de verschillende groeperingen, dit eindigt pas als in 1799 met een staatsgreep Napoleon aan de macht komt en de orde herstelt in Frankrijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning Lodewijk XVI en koningin Marie Antionette werden vermoord. Daarna begon twee jaar lang de Terreur: periode waarin 40.000 voorstanders van de koning werden vermoord door de Jacobijnen. Deze periode eindigt wanneer de leider van de Jacobijnen, Robespierre, onder de guillotine ter dood wordt veroordeeld. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldmateriaal

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

volgende les meer....

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondertussen in Nederland...

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse invloeden in Nederland
Onvrede in de Republiek over stadhouder Willem V: hij gedroeg zich als een vorst.
Het ging economisch en militair slecht, veel patriotten gaven de schuld daarvan aan stadhouder Willem V en de regenten, die waren teveel op hun eigen belang gericht. 
De patriotten proberen Willem V af te zetten maar dat mislukte waarop veel patriotten naar Frankrijk vluchtten.

In 1795 kwamen de patriotten samen met de Franse troepen terug en veroverden ze de Republiek. De nieuwe naam luidde de Bataafse Republiek, naar Frans model. 





Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Dit werd de Bataafse revolutie genoemd. 
  • Regenten droegen de macht over aan revolutionaire burgers, Willem V vluchtte. 
  • Er werd een verklaring van de rechten van de mens afgekondigd, er kwam een grondwet, een parlement, eenheid van belastingen en een nationaal onderwijssysteem.
  • Geen echte onafhankelijkheid: de Fransen controleerden het bestuur
  • Hoge belastingen tbv Franse leger!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse generaal Napoleon pleegt een staatsgreep (1799) en wordt zo de sterke leider van Frankrijk. Hij laat zich in 1804 tot keizer kronen en wordt alleenheerser, maar:
- de grondwet bleef
- hij zorgde voor eenheid in de rechtspraak (code penal)
- modernisering van het bestuur

In de Bataafse republiek wordt zijn broer Lodewijk koning (1806-1810), daarna werd Nederland ingelijfd (soort provincie) bij het Franse keizerrijk. In 1815 werd Napoleon definitief verslagen bij Waterloo.
Na de revoluties

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
1815
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
  • Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
  • Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
  • Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Congres van Wenen - 1813

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
1815
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
  • Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
  • Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
  • Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Congres van Wenen 1814-1815

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen, doel: langdurig een stabiel Europa.
Volledige terugkeer naar ancien régime was niet mogelijk, dus kwam er een middenweg: de maatregelen uit de democratische revoluties bleven in afgezwakte vorm gehandhaafd: restauratie. 
-De grondwetten bleven, de grondrechten werden ingeperkt. 
-Parlementen bleven, maar kregen minder macht. 
-Koningen kwamen weer op de troon, maar kregen geen absolute macht. 
-Geen standensamenleving.
-Eenheid van rechtspraak bleef bestaan. 
-de voormalige Republiek wordt Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen, doel: langdurig een stabiel Europa.

De voormalige Republiek wordt Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, bestaand uit Nederland, België en Luxemburg
Doel: ten noorden van Frankrijk lag een middelgroot land. Dat werd beter gevonden in geval van toekomstige Franse agressie.

De zoon van de gevluchte stadhouder Willem V werd gevraagd koning te worden--> Koning Willem I

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

1 Je kunt meerdere oorzaken van de Franse Revolutie beschrijven.
2 Je kunt het verloop van de Franse Revolutie beschrijven, vanaf de Nationale Vergadering tot de keizerkroning van Napoleon.
3 Je kunt verklaren hoe de Franse Revolutie uitmondde in de Terreur.
4 Je kunt het belang van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uitleggen.
5 Je kunt uitleggen dat de politieke situatie in de Republiek leidde tot de opkomst van revolutionaire ideeën.
6 Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie invloed had op de ontwikkelingen in de Republiek na 1795.
7 Je kunt beschrijven welke rol het bestuur van Napoleon speelde in Europa en hoe dit bestuur ten einde kwam.
8 Je kunt de doelen van het Congres van Wenen benoemen en toelichten.






Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies