HERHALING

Secretarieel Hoofdstuk 6
Lesdoel: ik kan de begrippen van hoofdstuk 6 in eigen woorden uitleggen. 

Hoe?
Word web Post en Archiveren 
Oefening in tweetallen: overhoren begrippen lijst Hoofdstuk 6
Oefenvragen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Secretarieel Hoofdstuk 6
Lesdoel: ik kan de begrippen van hoofdstuk 6 in eigen woorden uitleggen. 

Hoe?
Word web Post en Archiveren 
Oefening in tweetallen: overhoren begrippen lijst Hoofdstuk 6
Oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

Archiveren

Slide 2 - Woordweb

Post

Slide 3 - Woordweb

Oefening in tweetallen
bladzijde 179 BEGRIPPEN

Elkaar overhoren (10 minuten). 

Om de beurt in eigen woorden de begrippen uitleggen.  

Kom je er even niet uit?  ==>   zoek dan het begrip op in het boek

Slide 4 - Tekstslide


Porto: Het bedrag dat je betaalt voor de verzending van een brief of pakje.
Frankeren:    Postzegels plakken op een poststuk.
Inkomende post: Post die van buitenaf komt. Deze post wordt bij het bedrijf bezorgd.
Interne post: Post die medewerkers onderling aan elkaar versturen. Deze post verlaat het bedrijf niet.
Uitgaande post: Post die door een bedrijf naar ‘buiten’ wordt verstuurd.
Antwoordnummer: Dit adres is voor de verzender gratis. De ontvanger van de post betaald de verzendkosten.


Slide 5 - Tekstslide


Postbusnummer: Dit is een aparte postbus, buiten het eigen bedrijf.
Indexeren: Een code geven aan ieder poststuk.
Digitaliseren: Het omzetten van analoge- naar digitale gegevens.
Brievenboek: Een register dat meestal in Excel wordt gemaakt. Hierin staan de gegevens van de inkomende en uitgaande post.
Aantekenen: Een poststuk waarvoor de geadresseerde moet tekenen. Het poststuk is verzekerd (max € 50,-) en je hebt een verzendbewijs.
Archiveren: Opslaan van gegevens volgens een vast systeem.





Slide 6 - Tekstslide


Digitaal archief: Opslaan van gegevens met behulp van een computer.
Aangetekend e-mailen: E-mail waarbij de ontvanger de aangetekende e-mail accepteert. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een bedrijf dat deze service biedt.
Postzegelcode: Dit is een code die je online kunt kopen, je betaalt zo porto. Je schrijft de code op het poststuk, de geschreven code wordt door PostNL gelezen als postzegel.

Slide 7 - Tekstslide

Bij bakkerij ‘De Donut’ komt vandaag een factuur van de molenaar binnen. De molenaar heeft deze factuur gisteren op de post gedaan.

Deze ontvangen factuur is voor ‘De Donut’ een voorbeeld van:


A
inkomende post
B
interne post
C
uitgaande post
D
aangetekende post.

Slide 8 - Quizvraag

Welke is niet juist?

Een bedrijf stelt aan klanten een antwoordnummer beschikbaar als:

A
Ze hun adresgegevens niet bekend willen maken.
B
Ze de verzendkosten voor hun rekening willen nemen.
C
Ze willen dat de klanten zonder kosten kunnen antwoorden.
D
Ze het klanten makkelijk willen maken om post terug te sturen.

Slide 9 - Quizvraag


In een brievenboek noteer je:


A
Alleen de interne post.
B
Alleen alle aangetekende post.
C
Alle inkomende en uitgaande post.
D
Alleen de uitgaande post

Slide 10 - Quizvraag


Aangetekende post is:
A
alleen geschikt voor pakketten.
B
net zo duur als gewone post.
C
alle inkomende en uitgaande post.
D
gebruik je te controleren of de post is aangekomen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste alfabetische ordening van de volgende persoonsnamen: F. Leg-Molenaar
G. Leg
F. Leeg
G. Konijn
A
Konijn, G. - Leg, G. Leeg, F. - Leg-Molenaar, F
B
Konijn, G. - Leeg, F. Leg, G. - Leg-Molenaar, F.
C
Konijn, G. - Leeg, F. Leg-Molenaar, F. - Leg, G.
D
Leg, G. - Leg-Molenaar, F. Konijn, G. - Leeg, F.

Slide 12 - Quizvraag

Brievenbuspakje 420 gram online gefrankeerd.

Slide 13 - Open vraag

Brief 65 gram, digitale postzegel


Slide 14 - Open vraag

Pakket 31 kilo, verzekerservice


Slide 15 - Open vraag

Pakket 160 x 60 x 55 cm, 15 kg, aangetekend, afgerekend bij postagentschap.


Slide 16 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met het ronde archief?

Slide 17 - Open vraag

ik kan de begrippen van hoofdstuk 6
in eigen woorden uitleggen. 

Vragenronde 
Ik stel een vraag.
Rad bepaald wie de vraag moet beantwoorden!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link