Noord en Zuid :)

Noord en Zuid
Door Lynn, Jelmer en Lieve
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noord en Zuid
Door Lynn, Jelmer en Lieve

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg begrippen
- monetaire/economische unie                                                                     
- convergentie                                                                                                        
- moral hazard                                                                                                        
- kapitaalmarkt                                                                                                       

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Verklaar het verschil in gemiddelde koersontwikkeling van de munteenheden van de beide groepen landen in fase 1.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Normantwoord
Een verklaring waaruit blijkt dat de verbetering van de internationale concurrentiepositie van Noord als gevolg van de relatief lage inflatie leidt tot een stijging van de export en daarmee van de vraag naar de munt ten opzichte van het aanbod, waardoor de muntkoersen van Noord gemiddeld stijgen ten opzichte van die van Zuid.
− Een verklaring waaruit blijkt dat de verslechtering van de internationale
concurrentiepositie van Zuid als gevolg van de relatief hoge inflatie
leidt tot een daling van de export en daarmee van de vraag naar de
munt ten opzichte van het aanbod, waardoor de muntkoersen van Zuid
gemiddeld dalen ten opzichte van die van Noord. 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2
“Noord heeft Zuid nodig om te voorkomen dat de euro op de valutamarkt te sterk wordt en daarmee de concurrentiepositie van Noord weer verzwakt.”

Slide 7 - Tekstslide

Normantwoord
− Een uitleg waaruit blijkt dat de sterkere concurrentiepositie van Noord leidt tot een grotere vraag naar de euro zodat deze in koers stijgt, maar dat deze stijging tegengegaan wordt door de kleinere vraag naar de euro die het gevolg is van de verslechtering van de concurrentiepositie op de wereldmarkt van Zuid. Hierdoor behoudt Noord uiteindelijk zijn sterke concurrentiepositie.
− Een uitleg waaruit blijkt dat de sterkere concurrentiepositie van Noord leidt tot een grotere vraag naar de euro zodat deze in koers stijgt, maar dat deze stijging tegengegaan wordt door de kleinere vraag naar de euro doordat beleggers minder vertrouwen hebben in de euro. De
vraag naar de euro daalt hierdoor, wat een neerwaarts effect heeft op de koers. Hierdoor behoudt Noord zijn sterke concurrentiepositie.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 3
Leg uit op welke manier de lage rente in fase 2 in Zuid heeft geleid tot een hoge productie van onroerend goed.

Slide 9 - Tekstslide

Normantwoord
Een uitleg waaruit blijkt dat de lagere rente de vraag naar krediet versterkt, waarmee de aankoop van onroerend goed gefinancierd wordt. Deze stijging van de vraag heeft geleid tot een hoge productie in de bouwsector.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4
“Als overheden van Noord in fase 3 steeds garanties blijven geven aan overheden van Zuid voor leningen om overheidstekorten te dekken, geeft dit kans op moral hazard (moreel wangedrag).”

Slide 11 - Tekstslide

Normantwoord
Een uitleg waaruit blijkt dat indien Zuid verzekerd is van financiële steun van Noord, overheden van Zuid in de verleiding komen om onverantwoord grote tekorten op hun begroting te laten ontstaan.

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide