3.5 rijke steden, arm platteland

 Arm en rijk
3.5 Rijke steden, arm platteland
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Arm en rijk
3.5 Rijke steden, arm platteland

Slide 1 - Tekstslide

Achterstandswijken in NL
achterstandswijken, ook wel aandachtswijk of krachtwijk genoemd, zijn woongebieden waar de overheid extra investeringen doet om de sociale, fysieke en economische problemen in de wijk op te lossen
Utrecht Overvecht
Amsterdam Bijlmer
Woensel West

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Niet alleen binnen steden 
maar binnen Nederland is er verschil in welvaart

Slide 4 - Tekstslide

Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
 - ouderen
 - kinderen
- Mensen die niet kunnen of willen werken (arbeidsongeschikt en onbetaald huishoudelijk werk).

In gebieden waar veel ouderen en werklozen wonen is het gemiddelde inkomen daarom lager.

Kijken naar welvaart in een gebied
Besteedbaar inkomen = Het inkomen dat iemand overhoudt na de betaling van belastingen en premies.
Armoedegrens
Armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
- Meer dan 10% in sommige Nederlandse gemeenten.

Beroepsbevolking > werkgelegenheid → werkloosheid
Verschillen in inkomen veel te maken met werk:
  • Beroepsbevolking = Iedereen die werk heeft of werk zoekt.
  • Werkgelegenheid = Alle banen in een gebied, ook de banen waarvoor nog mensen worden gezocht.
  • Werkloosheid = Het percentage mensen van de beroepsbevolking zonder werk. 
Werklozen kunnen uitkering krijgen maar dat is minder dan het loon dat iemand voor werk krijgt.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

beroepsbevolking in NL

Slide 9 - Tekstslide

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid
  • werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering)

Slide 10 - Tekstslide

niet actieven
ouderen, kinderen en mensen die niet kunnen (arbeidsongeschikten) 
Bepaalde gebieden waar niet actieven wonen hebben lager gemiddeld inkomen

Slide 11 - Tekstslide



Randstad groeit door:

- Goede opleidingen
- Veel werkgelegenheid




Demografische krimp: 

- ontgroening
- vergrijzing
- afname beroepsbevolking 


Slide 12 - Tekstslide

Randstad pullfactoren?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 14 - Quizvraag

Wat valt op?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 15 - Tekstslide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens
In de Randstad vind je vaak meer en betere banen, hoge inkomens en veel voorzieningen. Goed opgeleide jongeren trekken hierheen
In landelijke gebieden ver van de stad is vaak minder werk. In de industrie, horeca en industrie vind je vaak eenvoudige banen. De jongeren trekken weg, ouderen blijven achter *vergrijzing

Slide 17 - Tekstslide

Lage sociaal-economische status

Kenmerken
lage opleiding, laag inkomen, werk met weinig aanzien, ongezonde leefstijl. 
De mensen worden er minder oud.

Slide 18 - Tekstslide

Leefbaar platteland
Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
 Landelijk gebied:
 - minder geluidsoverlast en luchtvervuiling
 - woningen en grond goedkoper
 - Groente verbouwen in eigen tuin en delen met buren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Maakwerk
 maken opdr 2+4+5+6 blz 56

Slide 21 - Tekstslide

Het verbeteren van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 22 - Quizvraag

Problemen met leefbaarheid kan je oplossen door:
A
Een bestemmingsplan toe te passen
B
een wijkcentrum te bouwen
C
Bewoners een extraatje te geven
D
een snelweg aan te leggen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we de zogenaamde 'aandachtswijken' ook wel?
A
Achterstandswijken
B
Prachtwijken
C
Krachtwijken
D
Vogelaarwijken

Slide 24 - Quizvraag