Oefenen module 7 uitscheiding

Om te oefenen
nieren en urinewegen module 7
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Om te oefenen
nieren en urinewegen module 7

Slide 1 - Tekstslide

Produceren urine
Voeren urine af
Opvang van urine
Uitplassen van urine
Urineleiders
Nieren
Urinebuis
Blaas

Slide 2 - Sleepvraag

Waar liggen de nieren
A
onder in de buikholte, achter het buikvlies
B
Boven in de buikholte voor het buikvlies onder in de buikholte, voor het buikvlies
C
boven in de buikholte, achter het buikvlies
D
onder in de buikholte voor het buikvlies

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel liter voorurine produceren de nieren ongeveer per dag
A
18 liter
B
1800 liter
C
1,8 liter
D
180 liter

Slide 4 - Quizvraag

Hoe is het kapsel van Bowman opgebouwd
A
het bestaat uit de tubulus, een glomerulus en de lis van Henle
B
het bestaat uit een glomerulus en een aanvoerend bloedvat
C
het bestaat uit een buiten- en binnenblad en glomerulus

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor renes
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Wat is een ander woord voor diurese
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Als je de nier van buitenaf aanprikt welke lagen kom je dan tegen?
A
Nierbekken, nierschors, niermerg, nierkapsel
B
Niermerg, nierbekken, nierkapsel, nierschors
C
Nierkapsel, nierschors, niermerg, nierbekken

Slide 8 - Quizvraag

Van de voorurine wordt normaal
A
Niets terug geresorbeerd
B
Een klein deel terug geresorbeerd
C
Ongeveer de helft terug geresorbeerd
D
Het grootste deel terug geresorbeerd

Slide 9 - Quizvraag

Waar liggen de lichaampjes van Malpighi?
A
In het nierbekken
B
In de nierschors
C
In het nierkapsel
D
In de nierkelk

Slide 10 - Quizvraag

De nieren spelen naast het reguleren van de vochthuishouding met het antidiuretisch hormoon (ADH) een rol bij
A
Het instandhouden van de juiste PH/zuurgraad in het lichaam
B
Aansturen aanmaak van rode bloedcellen
C
Het reguleren van de bloeddruk
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Op welke van de plaatsen 1, 2, 3
en 4 is de concentratie ureum
in de vloeistof die zich daar bevindt het grootst ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

2,4,6 en 8 staan voor?
A
Nierkapsel, Nierslagader, Urineleider en Nierkelkjes
B
Nierbekken, Nierader, Niermerg en Nierschors
C
Nierbekken, Niermerg, Nierkelkje en Nierschors

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor urethra
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Wat is een andere naam voor urineleider
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Wat is een andere naam voor urinelozing
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Wat is de functie van de urinebekken?
A
Urine tijdelijk opslaan
B
Urine verzamelen
C
Urine afvoeren naar de urineblaas

Slide 17 - Quizvraag

De voornaamste bestanddelen van urine zijn
A
Water, aminozuren en afvalstoffen
B
water, zouten en afvalstoffen
C
water, glucose en hormonen
D
water, aminozuren, zouten en afvalstoffen

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel urine produceert een volwassen persoon gemiddeld per 24 uur?
A
500-1000ml
B
1000-1500ml
C
1500-2000ml
D
2000-2500ml

Slide 19 - Quizvraag

Je lichaam produceert de meeste urine als je
A
Veel drinkt, weinig transpireert
B
Weinig drinkt, veel transpireert
C
Veel drinkt, veel transpireert

Slide 20 - Quizvraag

Waar ligt de urineblaas?
A
achter in het kleine bekken Voor in het grote bekken
B
Voor in het grote bekken
C
Direct achter het schaambeen
D
Voor het schaambeen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor de functionele niereenheid
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll