Herhalen 1.3 Zuid-Amerika

Zuid-Amerika
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Geologie Zuid - Amerika



Slide 2 - Tekstslide

1
2
3

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Subductie

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor vulkanen zijn er in de
Andes? Licht je antwoord toe.

Slide 6 - Open vraag

Vulkanisme
Subductie - stratovulkanen: 
  • explosief
  • Stratovulkaan / kegelvulkaan
  • --> Caldeira?
  • Pyroclastisch materiaal/stroom
  • Lahar (modderstroom)

Slide 7 - Tekstslide

Eigenlijk geen caldeira's
Het magma bestaat namelijk niet uit graniet maar uit andesiet. Andesiet is een ganggesteente dat bestaat uit een grijze massa snel gestold gesteente met daarin grote kristallen (figuur 1.21). Het magma is taaier dan basalt, maar minder taai dan graniet en bevat ook minder gassen dan graniet. Daardoor gedragen de vulkanen zich minder explosief en worden bij erupties vrijwel nooit delen van de vulkaan compleet weggeslagen.

Slide 8 - Tekstslide

Lahar:
Snel bewegende modderstroom op een vulkaanhelling, ontstaan door leeglopen van een kratermeer, het smelten van sneeuw of zware regenval tijdens een uitbarsting van de vulkaan.

Slide 9 - Tekstslide

pyroclastische stroom:
gloedwolk
bestaande uit vaste of half vloeibare lava, gas, rotsen en as.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet kan een pyroclastische stroom worden?
A
650° graden Celsius
B
850° graden Celsius

Slide 11 - Quizvraag

Hoe snel kan een pyroclastische stroom gaan?
A
300 kilometer per uur
B
700 kilometer per uur

Slide 12 - Quizvraag

Volcanic
Gaps

Slide 13 - Tekstslide

Volcanic
Gaps
de rand van de oceanische korst van de Nazcaplaat niet overal even oud. De plaatdelen gedragen zich door de verschillen in ouderdom anders bij de breuklijn. Oudere oceanische korst is verder afgekoeld en daardoor zwaarder en duikt gemakkelijk de diepte in (figuur 1.24A). Relatief veel jongere en dus lichtere plaatdelen verschillen in dichtheid te weinig van het gesteente in de mantel. De onderduikende plaat zakt niet echt de diepte in, waardoor de subductie moeizaam verloopt en heel ‘vlak’ is (figuur 1.24B). In gebieden met zo’n ‘vlakke’ subductie komt geen vulkanisme voor, omdat het gesteente op die diepte nog niet kan smelten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke van het viertal is de vreemde eend?
A
diepzeetrog
B
convergentie
C
mid-oceanische rug
D
subductie

Slide 16 - Quizvraag

Waarom vind je in
Zuid-Amerika volcanic gaps?
A
Op deze plekken is de duikende plaat ouder en dus zwaarder
B
Op deze plekken is de duikende plaat jonger en dus zwaarder
C
Op deze plekken is de duikende plaat ouder en dus lichter
D
Op deze plekken is de duikende plaat jonger en dus lichter

Slide 17 - Quizvraag

Aan welke kant ontstaan nieuwe actieve vulkanische eilanden?
A
Ten noorden van Santiago
B
Ten westen van Fernandina
C
Ten zuiden van San Cristobal
D
Ten oosten van San Cristobal

Slide 18 - Quizvraag

Op welke eilanden verwacht je actief vulkanisme
A
Fernandina & Isabela
B
San Cristobal & Santa Cruz

Slide 19 - Quizvraag

Welk eiland gaat in theorie als eerste verdwijnen?
A
Fernandina
B
Santiago
C
Santa Cruz
D
San Cristobal

Slide 20 - Quizvraag