Emotionele ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 7 min

Onderdelen in deze les

Emotionele ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Zelfbeeld
Een kind leert wie hij is door wat anderen tegen hem zeggen en door hoe anderen zich tegenover hem gedragen. Vooral wat de ouders tegen het kind zeggen of doen is van groot belang. Een kind kan te horen krijgen: ‘fantastisch zoals jij dat doet, ik hou heel veel van jou’, maar ook: ‘jij bemoeit je ook overal mee’, ‘dat vind ik niet aardig van je’,  Je kunt je wel voorstellen welke invloed dit heeft op het zelfbeeld van het kind.
Het zelfbeeld is het geheel van opvattingen en overtuigingen dat iemand over zichzelf heeft opgebouwd door alles wat hij heeft waargenomen en ervaren.

Slide 2 - Tekstslide

Positief en negatief zelfbeeld
Het beeld dat een kind van zichzelf heeft, is van grote invloed op de persoonlijkheid van het kind. Een kind dat een negatief beeld van zichzelf heeft, zal zich ongelukkig voelen en vaak verlegen of onzeker zijn.

Maar een kind met een te sterk positief beeld, is ook niet gelukkig. Een kind dat bij alles wat het doet te horen krijgt dat het zo knap en zo geweldig is, ontwikkelt een opgeblazen zelfbeeld. Het kind vindt dan dat hij recht heeft op een voorkeursbehandeling en kan niet meer zonder applaus. Het kind ontwikkelt bovendien nauwelijks empathie. Een te positief zelfbeeld kan leiden tot narcisme. Bij narcisme is sprake van te veel eigenliefde, een té hoge eigenwaarde. De keerzijde van narcisme is depressie en faalangst.

Slide 3 - Tekstslide

Gezonde emotionele ontwikkeling

Voor een gezonde emotionele ontwikkeling is het belangrijk om kinderen gericht complimentjes en feedback te geven. Een kind moet bovendien gevoel krijgen voor oorzaak en gevolg, en leren om te gaan met teleurstellingen. Geef een kind dus geen complimentjes als: ‘Wat ben jij toch lief’, maar geef ik-boodschappen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind het fijn dat je je broertje troost door hem zijn speentje te geven, nu hoeft hij niet meer te huilen!’

Slide 4 - Tekstslide

Agressie
Een kind van 2, 3 of 4 jaar laat vaak agressief gedrag zien, zoals slaan, duwen, bijten of schoppen. Bijna alle kinderen zijn wel eens opstandig of agressief. Je kunt ervan schrikken en het is niet leuk. Toch is het bij jonge kinderen normaal en hoort het bij de ontwikkeling. Een kind moet nog leren omgaan met emoties en leren hoe het zich kan uiten.

Slide 5 - Tekstslide

Omgaan met agressie
Ten eerste is het dus goed om te beseffen dat een kind het niet verkeerd bedoelt. Een kind is agressief vanuit onmacht. Een kind heeft nog niet genoeg vaardigheden om zich op een andere manier te uiten, waardoor hij slaat, bijt of duwt. Ook al bedoelt het kind het niet verkeerd, toch is het belangrijk om het kind te leren dat slaan of bijten niet mag. Geef dus duidelijke grenzen aan. Leer het kind hiernaast vaardigheden aan wat hij of zij kan doen in plaats van duwen, slaan of schoppen.


Slide 6 - Tekstslide

Agressie voorkomen
Probeer hiernaast het agressieve gedrag te voorkomen. Als je het ziet aankomen, zorg dan dat je het gedrag voor bent. Ga naar het kind toe, geef aandacht en vertel hem hoe hij zich kan uiten of een situatie kan oplossen zonder te slaan. Als het spel tussen je kinderen steeds drukker wordt, grijp dan in voordat het ‘mis’ gaat. Ga meedoen of help om weer meer rust in het spel te brengen.
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat betekent narcisme?
A
dat je onzeker bent
B
Dat je te vaak hebt gehoord dat je het niet goed doet
C
Dat je knap bent
D
Dat je te veel eigen liefde hebt

Slide 9 - Quizvraag

Hoe komt het dat kinderen op latere leeftijd minder schoppen, slaan of bijten als ze boos zijn?
A
Ze zijn gaan luisteren naar mama of papa
B
Hij heeft dan meer empathie naar de andere kinderen
C
Hij geeft geen aandacht meer aan de andere kinderen
D
Hij speelt nu liever alleen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zorg je er voor dat je agressief gedrag voor bent?
A
leid het kind af zodat hij niet meer denkt aan zijn boosheid
B
Zelf agressief worden
C
Vertel hem hoe hij zich kan uiten of de situatie anders kan oplossen
D
Doe niks en kijk wat er gaat gebeuren en grijp dan in

Slide 11 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd begint het agressieve gedrag bij een kind?
A
3 jaar
B
4 jaar
C
1 jaar
D
2 jaar

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer krijgt een kind een negatief zelfbeeld?
A
Als het kind geen aandacht thuis krijgt
B
Als hij agressief gedrag vertoont
C
Als het kind nooit te horen krijgt dat hij iets goed doet
D
Als hij alleen maar gelijk wil hebben en niet meer zonder applaus kan

Slide 13 - Quizvraag