havo 4 wiskunde a Lineaire vormen

Wat weet je over verhoudingstabellen
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over verhoudingstabellen

Slide 1 - Woordweb

verhoudingstabel
Wat je in de bovenste rij doet, doe je ook in de onderste rij


De grafiek bij een verhoudingstabel is 
een rechte lijn door de oorsprong

De formule bij de grafiek is                             hier is dat  
y=ax
y=0,4x

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nu zelf
Bestudeer het voorbeeld nog een keer. 
  • Kijk goed naar de verschillende vraagstellingen
  • Let op berekeningen bij kruistabellen

Slide 5 - Tekstslide

Gegeven is dat y evenredig is met x.
Voor x = 6 is y = 28.
Bereken y voor x = 15
A
y = 3,2
B
y = 70
C
y = 11,2
D
y = 37

Slide 6 - Quizvraag

Gegeven is dat N evenredig is met t.
Voor t=5 is N=28. Bereken t voor N=42.

Slide 7 - Open vraag

Maken
Opgave 53bc, 54, 56, 57
Klaar begin alvast aan 58 ik ga zo theorie B uitleggen
Eventueel ga je verder met 59, 60, 61, 63, 64, 65, 66

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tekenen 
Wanneer je een grafiek wil tekenen bij                                  
--> Maak dan ook een tabel, niet eerst herschrijven  

bv                              je kan bv kiezen x = 0 dan los je op 4y=24 dus y = 6
                                   en x = 4 dan los je op 4y = 12 dus y = 3   
                                  Je hebt dan twee punten (0, 6)  en (4,3)

                                  maar je had ook y = 0 kunnen kiezen 3x = 24 dus x = 8 
                                   geeft het punt (8,0)
ax+by=c
ax+by=c
3x+4y=24

Slide 10 - Tekstslide

Gegeven is de lijn k: 3x+4y=12.
Welke punten liggen op de lijn?
A(0, 3) B(4, 3) C(4, 0) D(-6; 7,5)
A
A en C
B
A, B en D
C
A, B, C en D
D
A, C en D

Slide 11 - Quizvraag

Maak x vrij bij 3x + 12y = 6

Slide 12 - Open vraag

Lijn k gaat door P(-1, 4) en de rc van k is -2.
Stel een formule op van k.

Slide 13 - Open vraag

De toegang voor een dierentuin is 15 euro voor een kind een 25 euro voor een volwassene. Op een dag is 18250 euro aan entreegeld binnengekomen.
Noem x het aantal kinderen en y het aantal volwassenen.
Welk verband bestaat er tussen x en y?
A
x + y = 18250
B
3x + 5y = 3650
C
3x + 5y = 18250
D
15x + 25y = 18250

Slide 14 - Quizvraag

Maken
Opgave 53bc, 54, 56, 57, 58,
 59, 60, 61, 63, 64, 65, 66

Slide 15 - Tekstslide