Via Vooraf thema 3 hoofdstuk 2: spelling en grammatica

Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktijkonderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een werkwoord is.

Herhaling lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Terug naar thema 2
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 4 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 7 - Quizvraag

Productdoel:

Weten wat een werkwoord is en enkele voorbeelden kunnen noemen.
Procesdoel:

Ik ben beleefd en vriendelijk tegen anderen tijdens de les. 

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden (doe-woord)
deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat.
Je kan er "ik, hij, wij, zij, jullie" voor zetten.

ik loop
hij/ zij loopt
wij lopen
zij lopen

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 10 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme

Slide 11 - Quizvraag

bedenk zoveel mogelijk werkwoorden

Slide 12 - Woordweb

zelfstandig werken
Wat: maak de opdrachten uit je boek, ga verder waar je gebleven bent.

Hoe: zelfstandig. Heb je een vraag? Vraag hulp.

Tijd: tot er wordt gezegd dat je mag opruimen. 

Resultaat: je weet wat een werkwoord is en je hebt goed gewerkt.

Klaar: rustig verder werken, of extra werk maken.

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
Productdoel: weten wat een werkwoord is, noem een voorbeeld.

Procesdoel/ competentie: 6.6 ik ben altijd beleefd en vriendelijk tegen mijn collega's.

Slide 14 - Tekstslide