1KGT H3 WS

1KGT H3 WS
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1KGT H3 WS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag...

Leg je agenda, etui, laptop en leesboek klaar.

* 10 minuten lezen
* startopdracht
* doel van de les
* H3 Woordenschat
* oefening
* evaluatie
* huiswerk
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht

We gaan het 30 seconden spel spelen.
Je krijgt zo een opdracht te zien.
Beantwoord de opdracht. 
Je krijgt hiervoor 30 seconden te tijd.

Je stuurt je antwoorden in 1 bericht!

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden van dieren op met de letter -K-
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden van eten op met de letter -P-
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden van zomeractiviteiten op met de letter -W-
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden van beroepen op met de letter -F-
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

Productdoel:
* Je kent de betekenis van alle woorden uit H3 Woordenschat.
* Je kunt voorbeelden van onbekende woorden vinden in een zin of tekst.

Procesdoel:
* Wanneer iemand praat, luister je naar diegene.

Slide 8 - Tekstslide

H3 Woordenschat

Ken je de betekenis van een woord niet? Kijk dan of er in de tekst voorbeelden worden genoemd. Deze voorbeelden maken de betekenis van een onbekend woord vaak duidelijk. 
Bijvoorbeeld: Er zijn allerlei dresscodes voor een feest, zoals gala, kleur, zomers en zwart-wit.
Je weet nu wat bedoeld wordt met dresscodes. Dresscodes zijn kledingvoorschriften voor een feest, je weet wat je moet aantrekken.

Slide 9 - Tekstslide

Zo zoek je een voorbeeld

• Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma’s of streepjes. Bijvoorbeeld: Op christelijke feestdagen (Goede Vrijdag, Pasen, Pinksteren, Kerstmis) hoef je niet naar school.
• Let op de woorden zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Na deze woorden worden vaak voorbeelden genoemd. Bijvoorbeeld: Niemand kan meer zonder sociale media, zoals Snapchat, Instagram en Pinterest.
Na een dubbele punt staan soms ook voorbeelden: Tessa is gek op winterkost: boerenkool, erwtensoep, zuurkool.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening

Kies uit de volgende zinnen, de woorden die een voorbeeld aankondigen.

Slide 11 - Tekstslide

Wij zorgen voor de hapjes, zoals wraps, bitterballen en chips.
A
wraps
B
wij
C
zoals
D
hapjes

Slide 12 - Quizvraag

In de top drie van leukste pretparken zouden bijvoorbeeld de Efteling, Toverland en Phantasialand kunnen staan.
A
top drie
B
bijvoorbeeld
C
de Efteling
D
leukste

Slide 13 - Quizvraag

Voor het maken van een tekening heb je het volgende nodig: papier, potloden en een gum.
A
nodig
B
:
C
,
D
papier

Slide 14 - Quizvraag

Ik kan nu voorbeelden van onbekende woorden vinden in een tekst.
Ja, dat lukt
Ja, maar ik vind het soms nog lastig
Ik zou nog wat hulp willen

Slide 15 - Poll

Maak online de opdrachten die horen bij
H3 Woordenschat.
Bekijk eerst het filmpje.
Kijk goed of je ook echt in H3 aan het werk bent!

Slide 16 - Tekstslide