Les 3 Actief luisteren (SPA)

Actief luisteren
Alles wat je aandacht geeft groeit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Actief luisteren
Alles wat je aandacht geeft groeit

Slide 1 - Tekstslide

Terugblikken vorige les
  • opdracht doorgenomen
  • gespreksmethoden.......... 
  • feedback.......

Slide 2 - Tekstslide

Doel van vandaag
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat actief luisteren betekent en waarom dit belangrijk is 

Aan het einde van de les ben je in staat de gevoelens van een ander te verwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Actief luisteren

"Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt".

Slide 4 - Tekstslide

mbo leren - actief luisteren
De vijf kenmerken van actief luisteren: 
1.  Aandacht voor de ander
2. Laten zien dat je luistert
3. Feedback geven
4. Je mening of oordeel uitstellen
5. Gepast reageren

Samenvatten: op inhoudelijk niveau - op gevoelsniveau

Slide 5 - Tekstslide

Tips (1)
1. Luister en zwijg ondertussen:
je kunt niet steeds naar iemand luisteren als je zelf steeds aan het woord bent

2. Toon oprechte belangstelling:
Kijk degene waarmee je spreekt met belangstelling aan. Doe geen andere dingen terwijl de ander praat. Als je luistert draait het om het begrijpen van de ander. Dat doe je door het tonen van oprechte belangstelling

3. Vermijd afleiding: 
Voorbeelden hiervan zijn geeuwen, ongedurig tikken of papieren rangschikken. Sluit ook externe storingen uit

Slide 6 - Tekstslide

Tips (2)
4. verplaats je in de situatie van de ander: 
Probeer zijn standpunt te begrijpen en breng die tot uitdrukking. benoem de emotie die je ziet

5. Wees vriendelijk en geduldig: 
reserveer voldoende tijd, val de ander niet in de rede, kijk niet naar de deur, loop niet heen en weer

6. Behoud je goede humeur:
Wie opgewonden is, verstaat veel verkeerd

Slide 7 - Tekstslide

Pas hier voor op
Reacties als 'dat kan ik me goed voorstellen' of 'ik begrijp wat je bedoelt', zijn goed, maar ook wat beperkt.

Het kan onecht overkomen, want wie zegt dat je de ander echt goed begrijpt?

Om duidelijk te maken dat je iets écht begrijpt en écht voor kunt stellen, kun je het beste in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou als beroepskracht MZ: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Testje
Omdat het lastig is precies duidelijk te krijgen wat actief luisteren is, geven we hierna een aantal voorbeeld-casussen waarin jij als luisteraar de gevoelens van de ander gaat verwoorden.

Probeer het maar! Het is een oefening.

Slide 11 - Tekstslide

Collega: "Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten"

Slide 12 - Open vraag

Cliënt: "Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er al lang moeten zijn"

Slide 13 - Open vraag

Cliënt: "Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen inpakken"

Slide 14 - Open vraag

Wat valt je op in de vorige voorbeelden?
Je brengt geen nieuwe informatie het gesprek in
Geen mening
Geen advies
Geen oplossing of analyse 
Als je actief luistert geef je alleen maar weer wat je uit de boodschap van de ander hebt opgemaakt, niets meer en niets minder.

Slide 15 - Tekstslide

Aanname - Luisteren 
  • Persoon A vraagt Persoon B in 5 minuten een kamer uit zijn huis te beschrijven
  • Persoon B luistert, stelt vragen. Zet NIETS op papier
  • Na 5 minuten maakt persoon B een tekening van de kamer van persoon B
  • Het tweetal bespreekt de uitkomst, wat klopt wel en wat klopt niet en wat is de oorzaak van dat verschil
  • Voer de opdracht uit in omgekeerde rollen. B ondervraagt A en maakt een tekening

Slide 16 - Tekstslide

Gevoelens teruggeven

Je voelt je onzeker?
Je voelt je schuldig?
Je bent boos.
Je voelt je opgelucht.
Gevoelens omschrijven

Je gaat liever niet?
Je voelt de behoefte om met de deuren te slaan.
Als je het overnieuw kon doen, had je het anders gedaan.

Slide 17 - Tekstslide

Maar let op:
Het precies benoemen van gevoelens werkt directer dan het omschrijven van gevoelens. Vaak werkt het daarom beter.

"Ik ben zo vreselijk geërgerd".
Het heeft geen zin om dan te zeggen: "Je bent vreselijk geërgerd".
Effect= "Ik zei het toch!!!!"
Je kunt dan beter zeggen: "Ik zie het aan je, je zou de computer wel uit het raam willen slingeren".

Slide 18 - Tekstslide

Volgende week
- planning maken
- bijeenkomsten inplannen

Slide 19 - Tekstslide