Wisselen en afstandsmaten omrekenen

Wisselen en afstandsmaten omrekenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskLager onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Wisselen en afstandsmaten omrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een wisselkoers?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Link

Ik ga op reis naar China en moet mijn euro’s omwisselen. Ik wissel 200 euro. De wisselkoers is 1 euro = ........ Chinese yuan.
Hoeveel Chinese yuan krijg ik in ruil voor 200 euro?

Slide 4 - Open vraag

Ik ga op reis naar Zweden en wil Zweedse kronen inwisselen. Ik wissel 150 euro. De wisselkoers is 1 euro = ....... Zweedse kroon.
Hoeveel Zweedse kronen krijg ik voor 150 euro?

Slide 5 - Open vraag

Ik reis naar het Verenigd Koninkrijk en wil mijn euro’s omwisselen naar Britse ponden. Ik wissel 250 euro. De wisselkoers is 1 euro = ...... Britse pond.
Hoeveel Britse ponden krijg ik voor 250 euro?

Slide 6 - Open vraag

Is de euro meer of minder waard dan de Britse pond?
A
meer
B
minder
C
evenveel
D
ik weet het niet

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een inch?
A
Inhoudsmaat
B
volume
C
lengtemaat
D
ik weet het niet

Slide 8 - Quizvraag

De lengte van een tablet wordt opgegeven als 12 inch.
Hoeveel centimeter is dat?
(Tip: 1 inch = 2,54 cm)

Slide 9 - Open vraag

Emma bestelt een nieuw computerscherm online. De breedte van het scherm is 21 inch en de hoogte is 12 inch.
Hoe breed en hoe hoog is het scherm in centimeter?

Slide 10 - Open vraag

Meester Mathias loopt graag en wil deelnemen aan de 10 Miles van Antwerpen. Hij dacht dat dit gelijk was aan 10 kilometer. Helaas heeft hij zich vergist…
Hoeveel kilometer is 10 miles werkelijk?
(Tip: 1 mile = 1,609 kilometer)

Slide 11 - Open vraag

Meester Mathias dacht dat de 10 Miles van Antwerpen 10 kilometer lang was en trainde dus maar voor die afstand.
Voor hoeveel extra kilometers zal meester Mathias nog moeten trainen om zich goed voor te bereiden?

Slide 12 - Open vraag

Werkboek p 46 tot 48
- Iedereen maakt zeker oef 2, 4 en 5
- Twist = mapje
- Sterk rekenwerk = oef 2, 4, 5 en 6

Slide 13 - Tekstslide