Bs 3: bevruchting

Thema 6, Bs 3: bevruchting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 6, Bs 3: bevruchting

Slide 1 - Tekstslide


zaad
beginsel

stempel

eicel

vrucht
beginsel

stijl

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is bestuiving?

Slide 3 - Open vraag

Het vruchtbeginsel
is een onderdeel van
A
De helmknop
B
De stamper
C
De stempel
D
De helmdraad

Slide 4 - Quizvraag

Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort

Slide 5 - Tekstslide

Bevruchting
Na bestuiving kan bevruchting plaatsvinden:

uit een stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis,
deze groeit naar het zaadbeginsel met een eicel

Bevruchting: samensmelting van 
kern van eicel en de stuifmeelkorrel 

Slide 6 - Tekstslide

 Bevruchting

Hier zie je één stuifmeelbuis. Deze vervoert de kern van de stuifmeelkorrel door de stijl, richting de eicel.


In het vruchtbeginsel (waar de eicel zit) kan de bevruchting plaatsvinden.

Bestuiving: Stuifmeelkorrel komt op de stempel (een deel van de stamper). Het is een stuifmeelkorrel van eenzelfde plantensoort.
1
Kern bevindt zich in de top van de stuifmeelbuis
2
Stuifmeelbuis met kern op weg naar één zaadbeginsel
Zaadbeginsels liggen in het vruchtbeginsel
3
In elk zaadbeginsel bevindt zich een eicel.
De stuifmeelbuis met kern is bijna aangekomen bij één zaadbeginsel.  
Na bestuiving kunnen er meerdere stuifmeelbuizen richting het vruchtbeginsel groeien.
4
Leren

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
Als de stuifmeelbuis bij de eicel aankomt knapt de top open zodat de kern van de stuifmeelkorrel de eicel kan binnendringen. 

Bevruchting:
De kern van de mannelijke geslachtscel smelt samen met de kern van de vrouwelijke geslachtscel. Er is een eicel die bevrucht is.

Opening in de zaadhuid met vlakbij de eicel (vrouwelijke geslachtscel) met daarin een kern. De top van de stuifmeelbuis knapt open. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en smelt samen met de eicel. Dat is bevruchting. Er is nu een bevruchte eicel ontstaan. Deze noem je een zygote.
1
Pollenbuis met de kern van de stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel) groeit door de stijl naar een zaadbeginsel met daarin een eicel (vrouwelijke geslachtscel).
1
Bevruchting: 
De kern van de stuifmeelkorrel smelt samen 
met de kern van de eicel

Slide 8 - Tekstslide

Meerdere stuifmeelbuizen
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen door de stijl groeien.

Die gaan naar verschillende zaadbeginsels.

Als een eicel bevrucht is, kan een zaad ontstaan. 


Als een eicel niet wordt bevrucht, groeit 
DAT zaadbeginsel niet uit tot zaad

Slide 9 - Tekstslide

Zaadbeginsel
In het zaadbeginsel bevindt zich de eicel (vrouwelijke geslachtscel). 
De eicel ligt vlakbij de opening in de zaadhuid. 

Na de bevruchting groeit het zaadbeginsel uit tot een zaad 
en de bevruchte eicel tot een kiem.
Opening in de zaadhuid met vlakbij de eicel (vrouwelijke geslachtscel) met daarin een kern.
1
De zaadhuid zit om het zaad en bestaat uit een paar vliesjes
2
Het binnenste deel van het zaadbeginsel: 1 of 2 zaadlobben. 
De zaadlobben bevatten zetmeel, dat is reservevoedsel voor het jonge plantje. Het wordt gebruikt door de kiem tijdens het kiemen.

3
Steeltje van het zaadbeginsel, het zit vast aan het vruchtbeginsel.

4
Eicel met kern, vlakbij de opening
5
Het vruchtbeginsel groeit uit tot de vrucht 
(met daarin het zaad).
1 en 5:
Eicel met kern, ligt vlakbij de opening in de zaadhuid.

Slide 10 - Tekstslide

Na bevruchting
Zaadbeginsel > zaad
Eicel > kiem

Slide 11 - Tekstslide

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vaak is
de appel bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel vruchtbeginsels
zie je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

De stuifmeelbuis groeit van ..... naar
(juiste volgorde)
A
stempel, stijl, zaadbeginsel
B
stijl, stempel, zaadbeginsel
C
vruchtbeginsel, stempel, stijl
D
zaadbeginsel, stempel, stijl

Slide 15 - Quizvraag

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 16 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?

Werken aan de weektaak: bs 3, opdr 1 t/m 7

Slide 17 - Tekstslide