• de alliantie – het bondgenootschap
• de aristocratie – de voorname, vaak adellijke, families
• backpacken – rondreizen met een rugzak
• de bedrijvigheid – de activiteit; de drukte
• de citytrip – de korte vakantie naar een stad
• commercieel – gericht op geld verdienen
• de compagnie – de handelsvereniging
• de concurrentie – de strijd met een ander of anderen om een sterkere marktpositie te krijgen
• de constante – het onveranderlijke iets
• het continent – het werelddeel
• de cruise – de vakantietocht met een luxe zeeschip
• de drijfveer – het motief; de reden
• educatief – opvoedkundig; zo dat je er iets van leert
• de excursie – het leerzame bezoek; het leerzame uitstapje
• het fenomeen – het verschijnsel
• de flydrive – de combinatiereis van vliegreis, huurauto en overnachtingen
• de herberg – het eenvoudige hotel
• inluiden – aankondigden
• intercontinentaal – tussen werelddelen; over de hele wereld
• nationaliseren – tot staatseigendom maken
• de nomade – de rondzwervende mens zonder vaste woon- of verblijfplaats
• de pelgrimage – de bedevaart; de reis naar een heilige plaats
• het reisadvies – de (kleur)code die een idee geeft van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s in een land of gebied
• de reisbescheiden – de documenten en andere papieren die je nodig hebt op reis
• de reisdeviezen – de vreemde valuta; het geld dat je nodig hebt voor reis- en verblijfkosten in een niet- euroland
• de reisnecessaire – de tas met toiletbenodigdheden
• de reisverzekering – de overeenkomst met een bedrijf waardoor je gedekt bent tegen ongevallen of schade op reis
• de reisziekte – de misselijkheid en duizeligheid als gevolg van vervoer per auto, boot, bus of vliegtuig
• de safari – de expeditie in de wildgebieden in Afrika
• de specerij – de plantaardige stof die in kleine hoeveelheid gebruikt wordt als smaakstof voor voedsel en dranken, zoals foelie, gember, kaneel, kardemom, kruidnagel, kurkuma, nootmuskaat, peper en steranijs
• traditioneel – gebruikelijk
• verbasteren – vervormen; verhaspelen
Spreekwoorden en uitdrukkingen
• het anker lichten – weggaan
• bakzeil halen – terugkrabbelen; aanzienlijk minder verlangen dan je eerst deed
• de boot afhouden – afwijzend/terughoudend op iets reageren
• overstag gaan – van mening veranderen
• het roer omgooien – iets heel anders gaan doen
• het schip ingaan – een financiële strop hebben
• een noodzakelijk kwaad – iets wat fysiek of psychisch onaangenaam is, maar niet gemist kan worden
• Dat heeft hem geen windeieren gelegd. – Daarmee heeft hij veel voordeel behaald.
• weggelegd zijn voor – bereikbaar zijn voor
• bij tijd en wijle – soms; zo nu en dan