GEZONDHEIDSPATRONEN VAN GORDON

DE ELF GEZONDHEIDSPATRONEN VAN MARJORY GORDON
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezondheid en WelzijnMiddelbare schoolPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DE ELF GEZONDHEIDSPATRONEN VAN MARJORY GORDON

Slide 1 - Tekstslide

 
1. WIE WAS MARJORY GORDON?
Marjory Gordon (geboren in Cleveland op 10 november 1931 en overleden in Massachusetts op 29 april 2015) was een verpleegkundige, theoreticus en professor die een verpleegkundige beoordelingstheorie creëerde. Deze beoordelingstheorie staat bekend als: 

'DE GEZONDHEIDSPATRONEN VAN MARJORY GORDON'.

Slide 2 - Tekstslide

2. WAARUIT BESTAAN DE GEZONDHEIDSPATRONEN VAN GORDON?

De gezondheidspatronen bestaan uit elf clusters of PATRONEN genoemd.

  • PATROON = een groep samenhangende gegevens gebaseerd op de HOLISTISCHE MENSVISIE.

  • HOLISTISCHE MENSVISIE = de mens vormt een lichamelijke, geestelijke en sociale eenheid.

Patronen tonen een wisselwerking tussen zorgvrager en zijn omgeving, zijn leeftijd, gezondheidstoestand,…

Slide 3 - Tekstslide

3. FUNCTIONEEL OF DISFUNCTIONEEL
Van elk van de patronen van Gordon kan men vaststellen in hoeverre een gezondheidspatroon bij de zorgvrager functioneel of disfunctioneel is.

Als een gezondheidspatroon functioneel is, wil zeggen dat:
  • De zorgvrager de levensverrichtingen, die bij dit patroon horen, in voldoende mate uitvoert. 
  • Zijn draagkracht voldoende is. 
  • Hij zorgt goed voor zijn gezondheid.
Als een gezondheidspatroon disfunctioneel is, wil dit zeggen dat:
  • De zorgvrager niet voldoende draagkracht heeft om de verrichtingen, die bij een bepaald patroon horen, zelfstandig uit te voeren.
  • De zorgvrager heeft dan professionele zorg nodig. 


Slide 4 - Tekstslide

INOEFENEN LEERSTOF MET BEHULP VAN MEERKEUZE VRAGEN

Slide 5 - Tekstslide


WIE WAS MARGORY GORDON?
A
De oprichtster van leefdoelen.
B
Een verzorgende die een verzorgende beoordelingstheorie creëerde.
C
Een verpleegkundige, theoreticus en professor die een beoordelingstheorie creëerde.
D
Een minister die nieuwe leerplannen creëerde voor verzorging.

Slide 6 - Quizvraag

WELK IS HET DOEL VAN DE GEZONDHEIDSPATRONEN?
A
De gezondheidspatronen zijn een hulpmiddel om systematisch informatie te verkrijgen, deze te noteren, te ordenen, te verwerken
B
De gezondheidspatronen zijn een hulpmiddel om systematisch en doelgericht informatie te verkrijgen, deze te noteren, te ordenen.
C
De gezondheidspatronen zijn een hulpmiddel om systematisch en doelgericht informatie te verkrijgen, deze te noteren, te ordenen, te verwerken .
D
De gezondheidspatronen zijn een hulpmiddel om systematisch en doelgericht informatie te verkrijgen, te ordenen.

Slide 7 - Quizvraag

WANNEER IS EEN GEZONDHEIDSPATROON VOOR DE ZORGVRAGER FUNCTIONEEL?
A
De zorgvrager de levensverrichtingen, die bij dit zorgpatroon horen, in voldoende mate uitvoert.
B
Zijn draagkracht voldoende is. Hij zorgt slecht voor zijn gezondheid.
C
De zorgvrager zijn draagkracht onvoldoende is. Hij zorgt goed voor zijn gezondheid.
D
De zorgvrager de levensverrichtingen, die bij dit zorgpatroon horen, niet in voldoende mate kan uitvoeren waardoor hij hulp nodig heeft.

Slide 8 - Quizvraag

WANNEER IS EEN GEZONDHEIDSPATROON VOOR DE ZORGVRAGER DISFUNCTIONEEL?
A
De zorgvrager de levensverrichtingen, die bij dit zorgpatroon horen, in voldoende mate uitvoert.
B
Zijn draagkracht voldoende is. Hij zorgt slecht voor zijn gezondheid.
C
De zorgvrager zijn draagkracht onvoldoende is. Hij zorgt goed voor zijn gezondheid.
D
De zorgvrager de levensverrichtingen, die bij dit zorgpatroon horen, niet in voldoende mate kan uitvoeren waardoor hij hulp nodig heeft.

Slide 9 - Quizvraag

4. WELK ZIJN DE 11 GEZONDHEIDSPATRONEN VAN MARJORY GORDON?
1. Gezondheidsbeleving en -instandhouding
2. Voeding en stofwisseling
3. Uitscheiding
4. Activiteiten
5. Slaap en rust
6. Waarneming en cognitie
7. Seksualiteit en voortplanting
8. Zelfbeleving
9. Rol en relatie
10. Stressverwerking
11. Waarden en levensovertuiging


Slide 10 - Tekstslide

GEZONDHEIDSPATROON VAN GEZONDHEIDSBELEVING EN INSTANDHOUDING





Het gaat hierbij om:
  • De wijze waarop de zorgvrager zijn gezondheid beleeft.
  • Wat de zorgvrager doet om gezond te blijven.





Slide 11 - Tekstslide

VRAGEN BIJ GEZONDHEIDSPATROON 1

GEZONDHEIDSBELEVING EN - INSTANDHOUDING


Het gaat hierbij om:
  • De wijze waarop de zorgvrager zijn gezondheid beleeft.
  • Wat de zorgvrager doet om gezond te blijven.

Hoe is de gezondheid van de gebruiker in het algemeen?
 Is gebruiker het afgelopen jaar ziek geweest?
 Wat doet de gebruiker om gezond te blijven (drinken, roken,…?)?
 Heeft de gebruiker het altijd gemakkelijk gevonden om voorschriften van arts of verpleegkundigen op te volgen?
 Belangrijkste klacht op vlak van gezondheid?
 Heeft de gebruiker momenteel een infectie of overdraagbare besmettelijke aandoening?
 Is de gebruiker ergens allergisch voor?
 Is de gebruiker in staat de eigen geneesmiddelen in te nemen? Bij problemen, wie helpt?




Slide 12 - Tekstslide

VOORBEELD
Gezondheidspatroon 1: Gezondheidsbeleving en - instandhouding
Mijnheer X heeft last van incontinentie waardoor hij niet buiten durft komen.
Hiervoor heeft hij medicatie maar vergeet deze vaak in te nemen.

Slide 13 - Tekstslide

VOEDING - EN STOFWISSELINGSPATROON
Het voeding – en stofwisselingspatroon beschrijft de relatie van voedsel- en  vochtconsumptie tot de stofwisselingsbehoefte en indicatoren betreffende de beschikbaarheid van voeding in de directe omgeving.
Inclusief het individuele voedingspatroon zoals:
 Het dagelijks tijdstip van de maaltijden.
 Soort en hoeveelheid van geconsumeerd voedsel en vocht.
 Specifieke voorkeuren en het gebruik van voedsel- of vitaminesupplementen.

Mogelijke vragen bij dit gezondheidspatroon:
 Wat eet drinkt gebruiker normaal (soort/hoeveelheid).
 Eetlust?
 Dieet?
 Gebruik van aanvullende middelen? (vitamines, preparaten, tussendoortjes,…)
 Recente gewichtsveranderingen?
 Moeite met slikken?
 Gebitsproblemen?

 Huidproblemen?
 Genezen wonden goed of slecht?
 Koud of warm hebben?



Slide 14 - Tekstslide

VOORBEELD
Gezondheidspatroon 2: Voeding - en stofwisselingspatroon.

Slide 15 - Tekstslide