13.3 Geluidsterkte

13.3 Geluidsterkte
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

13.3 Geluidsterkte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag?
Paragraaf 5.3, Controle HW 5.1 en 5.2!

maar eerst! Wat weet jij nog van de eerste twee paragrafen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie dingen heb je nodig om geluid te horen?
(In de juiste volgorde)
A
Bron, tussenstof en ontvanger
B
Bron, ontvanger en tussenstof
C
Ontvanger, tussenstof en bron
D
Speaker, tussenstof en ontvanger

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de druk stijgt, bewegen je trommelvliezen naar binnen. Als de druk daalt, bewegen ze weer naar buiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de afstand die geluid aflegt?
A
s = v x t
B
v = s x t
C
v = s : t
D
s = v : t

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluid dat terugkaatst noem je géén Echo
A
Waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk apparaat kan je onderzoeken hoe hoog en hoe hard geluid is?
A
Stethoscoop
B
Stroboscoop
C
Oscilloscoop
D
Loboscoop

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie bereken je door?
A
F = t / 1
B
F = t x 1
C
F = 1 / t
D
F= 1 x t

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het frequentie bereik van mensen?
A
0 - 20.000 Hz
B
20 - 20.000 Hz
C
0 - 10.000 Hz
D
20 - 10.000 Hz

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amplitude
  • Het aantal golven zegt iets hoe hoog het geluid is (bs 2)
  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De amplitude 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hard en zacht
  • Je ziet hier een hard en een zacht geluid.
  • Ze hebben allebeide dezelfde toon.
  • De tweede is zachter.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amplitude of volume
Voorbeeldjes van geluid
  • plaatje 1 hoge toon (hard)
  • plaatje 2 lage toon (hard)
  • plaatje 3 lager dan plaatje 1 harder dan de overige
  • plaatje 4 zelfde toon als plaatje 3. Echter veel zachter qua geluid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De decibelschaal
De sterkte van geluid kun je meten in decibel (dB). 

Je meet geluidsterkte met een decibelmeter (figuur 3). 

Slide 14 - Tekstslide

Festival of concert app telefoon

Decibel(A) 
De geluidssterkte wordt meestal aangegeven in decibel(A) (dB(A)). 

De (A) geeft aan dat er bij de meting rekening is gehouden met het menselijk gehoor. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoge en lage tonen hoor je namelijk minder goed en daar houdt de dB(A)-schaal rekening mee.
Gehoordrempel en pijngrens 
Bij geluidssterkte heb je te maken met twee grenzen. De gehoordrempel is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen. De pijngrens is de geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen. Boven de pijngrens hoor je wel geluid, maar dit is zo hard, dat het zeer doet aan je oren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabel 1: De geluidssterkte in verschillende situaties.


Een geluidssterkte van 0 dB(A) betekent niet dat er geen geluid is. Het geluid is echter zo zwak, dat je het niet (of nauwelijks) kunt horen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met Decibel


Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met 3 dB


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen en maken 5.3!

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies