De Directe en Indirecte Oorzaken van WW1

De Directe en Indirecte Oorzaken van WW1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Directe en Indirecte Oorzaken van WW1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je het verschil tussen directe en indirecte oorzaken van WW1 uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten. Herhaal het leerdoel aan het einde van de les om te controleren of de leerlingen het doel bereikt hebben.
Wat weet jij al over de oorzaken van WW1?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is WW1?
WW1 was een wereldoorlog die plaatsvond tussen 1914 en 1918 en waarbij veel landen betrokken waren.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte achtergrond over WW1 aan de studenten, zodat ze het belang van de oorzaken in context kunnen plaatsen.
Directe Oorzaken
Directe oorzaken zijn gebeurtenissen die direct leidden tot het uitbreken van WW1, zoals de moord op Frans Ferdinand.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat directe oorzaken zijn en geef voorbeelden, zodat studenten het concept kunnen begrijpen.
Indirecte Oorzaken
Indirecte oorzaken zijn gebeurtenissen die plaatsvonden voor WW1 en die bijdroegen aan de spanningen tussen landen, zoals imperialisme en nationalisme.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat indirecte oorzaken zijn en geef voorbeelden, zodat studenten het concept kunnen begrijpen.
Militarisme
Militarisme was een indirecte oorzaak van WW1 omdat landen zich steeds meer gingen bewapenen, wat leidde tot spanningen tussen landen.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf wat militarisme is en hoe het bijdroeg aan WW1.
Allianties
Allianties waren indirecte oorzaken van WW1 omdat landen zich verplicht voelden om andere landen te steunen in geval van oorlog.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf wat allianties zijn en hoe ze bijdroegen aan WW1.
Imperialisme
Imperialisme was een indirecte oorzaak van WW1 omdat landen streden om koloniën en grondgebied, wat leidde tot spanningen tussen landen.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf wat imperialisme is en hoe het bijdroeg aan WW1.
Nationalisme
Nationalisme was een indirecte oorzaak van WW1 omdat landen streefden naar onafhankelijkheid en autonomie, wat leidde tot spanningen tussen landen.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf wat nationalisme is en hoe het bijdroeg aan WW1.
Frans Ferdinand
De moord op Frans Ferdinand was een directe oorzaak van WW1 omdat het leidde tot het uitbreken van de oorlog.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf de gebeurtenissen rondom de moord op Frans Ferdinand en hoe het leidde tot WW1.
De Wapenwedloop
De wapenwedloop was een directe oorzaak van WW1 omdat het leidde tot een toename van militaire macht en spanningen tussen landen.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf wat de wapenwedloop was en hoe het bijdroeg aan WW1.
De Slag bij de Marne
De Slag bij de Marne was een belangrijke gebeurtenis in WW1 omdat het de Duitse opmars naar Parijs stopte.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf wat de Slag bij de Marne was en waarom het belangrijk was in WW1.
De Verdrag van Versailles
Het Verdrag van Versailles was het vredesverdrag dat het einde van WW1 markeerde.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf wat het Verdrag van Versailles was en hoe het WW1 beëindigde.
Quiz: Directe of Indirecte Oorzaak?
Was de moord op Frans Ferdinand een directe of indirecte oorzaak van WW1?

Slide 15 - Tekstslide

Gebruik deze quiz om te controleren of de studenten het verschil tussen directe en indirecte oorzaken begrijpen.
Quiz: Directe of Indirecte Oorzaak?
Was imperialisme een directe of indirecte oorzaak van WW1?

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik deze quiz om te controleren of de studenten het verschil tussen directe en indirecte oorzaken begrijpen.
Quiz: Directe of Indirecte Oorzaak?
Was de wapenwedloop een directe of indirecte oorzaak van WW1?

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik deze quiz om te controleren of de studenten het verschil tussen directe en indirecte oorzaken begrijpen.
Samenvatting
Directe oorzaken waren gebeurtenissen die direct leidden tot het uitbreken van WW1, terwijl indirecte oorzaken gebeurtenissen waren die plaatsvonden voor WW1 en bijdroegen aan de spanningen tussen landen.

Slide 18 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste concepten van de les en beantwoord eventuele vragen van de studenten.
Reflectie
Wat heb je geleerd over de oorzaken van WW1?

Slide 19 - Tekstslide

Gebruik deze reflectie om te controleren of de studenten het leerdoel van de les hebben bereikt en om te bepalen of er nog verdere uitleg nodig is.
Bronnen
1. Wikipedia, 'Eerste Wereldoorlog' 2. Historiek, 'De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog'

Slide 20 - Tekstslide

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt om deze les te maken en moedig studenten aan om verder te lezen over WW1.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.