Thema 2 - Aan het werk - Taak C - U spreekt met......

Taalklas 
Numo
Starttaal instap deel b
samen lezen
(numo)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalklas 
Numo
Starttaal instap deel b
samen lezen
(numo)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke dag en datum is het vandaag?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk jaargetijde is het>
A
winter
B
herfst
C
lente
D
zomer

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een jaar heeft .......seizoenen
A
12
B
4
C
6
D
2

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk seizoen is de maand november?
A
lente
B
herfst
C
zomer
D
winter

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
Aan het eind van deze les​ : 

-weet ik hoe ik de telefoon moet opnemen.
- weet ik hoe ik een telefoonnotitie maak




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bellen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

notitie maken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mobiele telefoon

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gesprek voeren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de werkbespreking

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

telefonisch

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op je stage of werk moet je soms de telefoon opnemen. Je moet dan net en beleefd zijn. 

De persoon die belt kan om informatie vragen of wil misschien dat jij iets doorgeeft aan iemand anders. 
Tijdens het afhandelen van een telefoongesprek moet je soms vragen stellen en iets opschrijven. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door wie word jij wel eens gebeld

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bellen met vrienden
Bellen met klanten
bijpraten
je-vorm
nette taal
u-vorm
telefoonnotitie maken
grappen maken

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg - De telefoon opnemen
Als je de telefoon opneemt op je stage of werk, moet je je aan bepaalde gespreksregels houden :
- noem de naam van het bedrijf en je eigen voor- en achternaam
- gebruik nette en beleefde taal
- laat de ander uitpraten
- spreek duidelijk
- vraag of je de beller nog ergens mee kunt helpen
- sluit het gesprek netjes af met een slotgroet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij het lastig om een telefoongesprek te voeren?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een telefoongesprek voert met een onbekende, om een afspraak te maken, moet je je goed voorbereiden
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen en formeel en informeel telefoongesprek?
A
Informeel = over informatie Formeel = over iets anders
B
C
D
Informeel = met bekenden Formeel = met onbekenden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

1. Wat zegt Farida als ze de telefoon opneemt?
2. Meneer Jansen vraagt aan de telefoon naar meneer Veenstra. Wat is de reactie van Farida hierop?
3. Waaom denken jullie dat Farida de naam en het nummer van meneer Jansen opschrijft?
4. Vinden jullie dat Farida de telefoon op een goede manier opneemt? 

Hierna opdracht 2 en 3 maken samen
telefoonnotitie
een briefje waarop je informatie schrijft die je na het telefoongesprek moet doorgeven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg - Een telefoonnotitie maken
Op een telefoonnotitie schrijf je:
- jouw eigen voor- en achternaam
- de voor- en achternaam van de beller
- het telefoonnummer van de beller
- de naam van de persoon voor wie de boodschap is
- de boodschap die de beller wil doorgeven

ps stel een controle- of vervolgvraag als je twijfelt over iets. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Nodig voor opdracht 4 en 5