Les 1: basisstof 1 de puberteit

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

thema 4 voortplanting

Afspraken

1. Jij bepaalt wat je hier wel en niet wilt zeggen.

2. Geen antwoord is gek, het is jouw antwoord.

3. Ik vertel geen verhalen rond over anderen. Wat we hier met elkaar bespreken blijft bij deze les.

4. Ik luister goed en laat de ander uitpraten.

5. Lachen is goed, uitlachen niet.

6. Ik praat over wat ik zélf belangrijk vind en ik veroordeel een ander niet.

Puberteit

De pubertijd

Veranderingen:

• Lichamelijk
• Geestelijk
• Sociaal

Hormonen

Hormoonklieren

Geslachtskenmerken

Kenmerken waaraan je kan zien of iemand een 

jongen of een meisje is. 

Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:

1. Primaire geslachtskenmerken: aanwezig bij de geboorte
2. Secundaire geslachtskenmerken: ontstaat tijdens de pubertijd

primaire geslachtskenmerken

•  Zie je meteen bij de geboorte.
• Meisjes hebben vulvalippen en een vagina.
• Jongens hebben een penis en een balzak

Wat zijn voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken?

secundaire geslachtskenmerken

• Jongens krijgen een baard en borsthaar. 
• Ze krijgen meer spieren en 
• 'de baard in de keel'.

secundaire geslachtskenmerken

• Meisjes krijgen rondere lichaamsvormen. 
• Ze krijgen borsten en bredere heupen. 
• Eerder dan jongens in de pubertijd

Pubishaar 

Zowel jongens als meisjes krijgen haar onder hun oksels en rond hun geslachtsorganen.

Pubishaar is niet typisch voor een jongen of meisje. Iedereen krijgt het. 

Groei van pubishaar is een secundair geslachtskenmerk:

1. Specifiek voor mannen
2. Specifiek voor vrouwen
3. Voor mannen en vrouwen

Penis en balzak

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken
3. Zijn geen geslachtskenmerken

Rondere lichaamsvorm en borsten

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken
3. zijn geen geslachtskenmerken

Aan de slag

Lees basisstof 2

Maak opdracht 1 t/m 3 + 5 + 6

Lees basisstof 1 + noteer de antwoorden op de leerdoelen voor a.s. vrijdag