V2 -K4 Paragraf E: Grammatik zwakke werkwoorden + voltooid deelwoord

V2 - Woche 47 - Stunde 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2 - Woche 47 - Stunde 1

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Wiederholung: zwakke werkwoorden o.t.t & zwakke werkwoorden voltooid deelwoord  + selbständig arbeiten

Wochenaufgaben abschließen

Volgende week: Vokabeln K3 Toets



Ziele

  • Je kunt de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

  • Je kunt het voltooid deelwoord gebruiken.



Slide 2 - Tekstslide

suchen
tanzen
finden
atmen
ich
e
e
e
e
du
st
t
est
est
er/sie/
es
t
t
et
et
wir
en
en
en
en
ihr
t
t
et
et
sie/Sie
en
en
en
en
Zwakke werkwoorden o.t.t.
regel = stam + uitgang (esttenten)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits? Noteer de hoofdregel.
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Wanneer moet je in het voltooid deelwoord
ge-stam-et gebruiken
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Wanneer gebruik je geen ge- voor het voltooid deelwoord? Noteer ook een voorbeeld.

Slide 6 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Die Mannschaft hat gestern ______(trainieren)
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen)
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

Voltooid deelwoord?

Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Kapitel 4 - Grammatik (E)
Online machen: Paragraf E: Grammatik Aufgabe 18 - 27 (= weektaak afmaken) 
Hilfsmittel: Buch Lernübersicht K4 (Seite 134)

Fertig (klaar) = Leerwerk Toets K3 woordjes

Fragen: Melde dich bei der Lehrerin
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Lernziel erreicht?
  • Je kunt de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

  • Je kunt het voltooid deelwoord gebruiken.

Slide 14 - Tekstslide

Du .... (schreiben) morgen einen Test in Mathe.
Felix .... (antworten) nicht auf meine E-Mails.
In der Schule ... (zeichnen) ihr gern.

Slide 15 - Open vraag

Ich habe Physik ... (studieren).
Wir haben zehn Jahre in Berlin .... (wohnen).
Hast du mit dem Job viel Geld ... (verdienen)?

Slide 16 - Open vraag

nächste Stunde
Grammatik: wiederholen zwakke werkwoorden o.t.t.

Grammatik: voltooid deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

der Stundenplan
Arbeite zu zweit. Stel om de beurt een vraag. De vrag wordt in in een volledige Duitse zin bentwoord met. in het antwoord zit: Zeit, Fach und Tag. 

Bespiel:
Frage: Wann hast du Deutsch?

Antwort:
Ich habe am Montag um fünf vor acht Deutsch. 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide