Theorie en Ideologie en democratisering

8.3 en 8.4  Politieke participatie en Democratisering 
- Je kan manieren bedenken waarop burgers kunnen meedoen (participatie) aan de politiek.
- Je leert 2 verschillende visies op politieke participatie en kunt die herkennen in praktijkvoorbeelden. 
- Je kunt uitleggen wat het kernconcept democratisering betekent. 
- EERST: sleepvraag over kernconcepten van vorige week. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.3 en 8.4  Politieke participatie en Democratisering 
- Je kan manieren bedenken waarop burgers kunnen meedoen (participatie) aan de politiek.
- Je leert 2 verschillende visies op politieke participatie en kunt die herkennen in praktijkvoorbeelden. 
- Je kunt uitleggen wat het kernconcept democratisering betekent. 
- EERST: sleepvraag over kernconcepten van vorige week. 

Slide 1 - Tekstslide

Gezag

Representatie
Representativiteit
Mensen luisteren naar je
50% van Alkmaar is vrouw dus is de helft van de gemeenteraad vrouwelijk
Mensen stemmen op volksvertegenwoordigers

Slide 2 - Sleepvraag

Noem een manier waarop mensen kunnen meedoen aan de politiek? DENK BREED

Slide 3 - Open vraag

Politieke participatie
Er zijn dus veel meer manieren waarop burgers bij de politiek en het nemen van politieke besluiten kunnen worden betrokken dan alleen stemmen ! Zoals, actievoeren, een inspraakavond organiseren, een raadgevend referendum (vraagstuk over besluit wordt voorgelegd aan het volk), een brief schrijven aan de krant, een handtekeningenactie beginnen, etc. 

Slide 4 - Tekstslide

Visies op politieke participatie

Ontwikkelingsvisie: Burgers moeten meedoen (participeren) in de politiek, daar leer je veel van en het is goed voor je zelfvertrouwen. Op deze manier worden burgers ook meer betrokken in de besluiten die door de politiek genomen worden. 


Instrumentele visie: Burgers nemen weinig deel aan politieke besluitvorming, maar stemmen wie er namens hen in de politiek besluiten mogen nemen (Tweede kamer verkiezingen). Als burgers te veel meedoen in de politiek, is dit een gevaar voor de democratie, want de meeste mensen denken niet erg democratisch. Misschien wil een meerderheid b.v. wel de doodstraf weer invoeren. 

Slide 5 - Tekstslide

De scholen gaan weer open. Het schoolbestuur van SDCA houdt een enquête onder leerlingen om hun voorkeuren en wensen te peilen. Aan de hand van hun antwoorden wordt door het schoolbestuur beslist hoe het rooster (online en fysiek les) eruit komt te zien. Om welke visie gaat het hier?
A
Ontwikkelingsvisie
B
Instrumentele Visie

Slide 6 - Quizvraag

In 2016 stemde het Britse volk om de Europese Unie te verlaten. Tegenstanders van dit referendum zeiden dat zo´n ingewikkelde vraag niet aan het volk moet worden voorgelegd omdat ze te weinig kennis over de voor en nadelen hebben. Tot welke visie behoren zij?
A
Ontwikkelingsvisie
B
Instrumentele visie

Slide 7 - Quizvraag

De Gemeente Alkmaar wil een skatepark bouwen. Heel veel inwoners zijn tegen omdat ze bang zijn voor overlast van hangjongeren. De gemeente houdt een inspraakavond in de wijk zodat burgers hun mening kunnen geven. Om welke visie op participatie gaat het hier?
A
Ontwikkelingsvisie
B
Instrumentele Visie

Slide 8 - Quizvraag

Welke visie is volgens jou democratischer?

Slide 9 - Open vraag

Wat zou een nadeel kunnen zijn van iedereen mee laten doen in het politieke proces? (ontwikkelingsvisie)

Slide 10 - Open vraag

Wat vinden de ideologieën?
- Socialisme: mensen moeten actief meedoen en iedereen evenveel. Dat leidt tot gelijkheid
Confessionelen: politici zijn de experts en kunnen rekening houden met burgers
Liberalen: meer vanuit het volk zelf en minder overheid. Liberalen zijn wel vaak voorstanders van referenda.

Slide 11 - Tekstslide

8.4 - Democratisering
- het proces van verandering van de machts en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak van degenen met minder macht

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zou het Dalton democratischer kunnen worden georganiseerd zodat iedereen inspraak krijgt?

Slide 13 - Open vraag

Denk terug aan 1848 (zie paragraaf 2), hoezo was dit democratisering? Gebruik elementen uit het kernconcept.

(het proces van verandering van de machts en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak van degenen met minder macht)

Slide 14 - Open vraag

Kijk nog eens naar 8.1 tm 8.4. Hoe zou je dit hoofdstuk samenvatten. Gebruik ELK kernconcept.

(Gezag, representatie, representativiteit en democratisering)

Slide 15 - Open vraag