Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kracht en beweging (mee bezig)
Krachten herkennen
Een kracht kan voorwerpen vervormen.
Soms tijdelijk (de bespanning van een tennisracket)
Soms blijvend
Een kracht kan een voorwerp in beweging brengen
Een kracht kan de beweging van een voorwerp veranderen.
(grootte en/of richting)
Krachten zijn onzichtbaar .....
... we zien enkel de gevolgen ervan
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
360 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Krachten herkennen
Een kracht kan voorwerpen vervormen.
Soms tijdelijk (de bespanning van een tennisracket)
Soms blijvend
Een kracht kan een voorwerp in beweging brengen
Een kracht kan de beweging van een voorwerp veranderen.
(grootte en/of richting)
Krachten zijn onzichtbaar .....
... we zien enkel de gevolgen ervan
Slide 1 - Tekstslide
Soorten krachten
Spierkracht
Veerkracht
Spankracht
Wrijvingskracht
Magnetische kracht
Elektrische kracht
Zwaartekracht
Slide 2 - Tekstslide
Eenheid van kracht
De eenheid van kracht is de Newton (N)
De kracht waarmee de aarde aan een massa van 1 kilogram trekt is 10 Newton (9,81)
Als je iemand vraagt: "Wat weeg jij?"
Kun je als antwoord krijgen: "120 kilo"
Fout!!!!
De massa is dan 120 kilogram
Het gewicht: 120 x 10 = 1200 Newton
Op de maan zou deze man nog steeds 120 kilogram zijn maar slechts 200 Newton
De maan trekt 6x minder hard aan een voorwerp dan de aarde
Slide 3 - Tekstslide
Krachten meten
Krachten meet je door te kijken hoe ver een veer wordt uitgetrokken (of ingedrukt)
Ieder veer rekt anders uit maar ........
.... voor ieder veer geldt:
Twee keer zo ver uitrekken betekent ook
een twee keer zo grote kracht
Experiment
Slide 4 - Tekstslide
Meerdere krachten
Als je met z'n tweeën bent ben je sterker ....
... lever je meer kracht!
Is dat altijd zo
Krachten mag je alleen optellen als ze precies dezelfde kant op werken
Als krachten tegengesteld werken moet je de kleinste kracht aftrekken van de grootste.
Dan blijft er een
nettokracht
over
In dit geval is Krachthonksmurf de winnaar.
Slide 5 - Tekstslide
Maar wat nu
De twee sleepboten werken samen, maar ......
... trekken ze allebei in precies dezelfde richting?
Mogen we de krachten gewoon optellen?
Nee, bij een kracht is niet alleen de grootte maar ook de richting van belang.
Net als bijvoorbeeld bij verplaatsing
Of je 1000 km naar het noorden gaat (brrr) of naar het zuiden (pff) dat scheelt nogal
Zulke grootheden noemen we vectoren
Animatie
Slide 6 - Tekstslide
Snelheid
Snelheid is een samengestelde grootheid
je moet daarvoor weten ....
.... de afstand die afgelegd wordt en ....
... de tijd die daarvoor nodig was.
Karel rijdt met zij auto van Groesbeek naar Utrecht
dat is 101 kilometer
hij doet er een uur en 20 minuten over
Zijn snelheid is dan
101 kilometer in een 1,33 uur
101 : 1,33 = 76 km/uur
Slide 7 - Tekstslide
Snelheid (2)
Daphne loopt de 100 meter op de OS
Haar winnende tijd is 10,48 seconden (WR)
Wat is haar snelheid?
100 meter in 10,48 seconden is
100 : 10,48 = 9,54 m/s
Is dit haar topsnelheid?
Nee
ze moet in het begin op gang komen
dan gaat ze langzamer
aan het eind moet ze dus harder
haar gemiddelde snelheid is dus ..
9,54 m/s
Slide 8 - Tekstslide
Snelheden omrekenen
wat is harder?
10 km/uur of 10m/s?
10 km in 1 uur =
10.000 meter in 1 uur =
10.000 m in 3600 seconden =
10.000 : 3600 = 2,77 meter per seconde
10 m/s is dus harder dan 10 km/u
dus
Slide 9 - Tekstslide
Snelheid in een grafiek
de grafiek hiernaast gaat over een beweging.
We kunnen aan de hand van deze grafiek een aantal vragen beantwoorden.
Hoe lang duurt de beweging?
Wat is de maximale snelheid?
Wat gebeurt er tijdens de eerste 1,5 seconde?
Wat gebeurt er tijdens de laatste 3 seconden?
.. en ook nog een paar moeilijke
Wat is de gemiddelde snelheid in de laatste 3 seconden?
Hoeveel meter is in totaal afgelegd?
Slide 10 - Tekstslide
Rekenen met snelheid
Afstand
Snelheid
Tijd
Hiernaast zie je een afdekdriehoek
De formule luidt:
Afstand = Snelheid x tijd
Dat past maar op één manier in het driehoekje
Wil je de afstand uitrekenen leg dan je hand daarop.
De rekenmethode blijft staan:
Snelheid x Tijd
Snelheid uitrekenen:
Afstand : Tijd
Tijd uitrekenen kan natuurlijk ook:
Afstand : Snelheid
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
5 Kracht en beweging
November 2021
- Les met
33 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2,3
7. Beweging
December 2021
- Les met
14 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, g, t
Leerjaar 3,4
5 Kracht en beweging
June 2024
- Les met
48 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2,3
Hst 5 les 2 snelheid
March 2023
- Les met
12 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2,3
H7.3 stop afstand en 7.4 veilig verkeer
January 2025
- Les met
15 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2,3
3.2: Krachten meten
November 2024
- Les met
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
3.3: Nettokracht
February 2024
- Les met
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Eenheden van tijd en snelheid en verhoudingen
April 2018
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3