18-09-2020

Freitag, den 18. September 2020
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Freitag, den 18. September 2020

Slide 1 - Tekstslide

Heute
- Check: Ausblick Aufgabe 12
- Grammatik: Präpositionen + Adjektive 
- An die Arbeit 
- Hausaufgaben für Montag

Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben besprechen

AB Aufgabe 12
S. 24

Slide 3 - Tekstslide

Grammatik
Test jezelf met de vragen op de volgende slides: 

Begrijp je de theorie goed? 



Slide 4 - Tekstslide

Teil 1: Präpositionen

Slide 5 - Tekstslide

Hieronder zie je een reeks voorzetsels. Welke gaan allemaal met de 3e naamval?
A
mit, nach, durch, für
B
ohne, gegen, von, zu
C
mit, seit, außer, gegenüber
D
entlang, entgegen, bis, bei

Slide 6 - Quizvraag

Hieronder zie je een reeks voorzetsels. Welke gaan allemaal met de 4e naamval?
A
seit, aus, ohne, mit
B
durch, entlang, um, für
C
bei, gegen, zu, entgegen
D
bis, gegenüber, von, nach

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder zie je een reeks voorzetsels. Welke zijn uitsluitend keuzevoorzetsels?
A
hinter, an, mit, durch
B
durch, in, über, seit
C
unter, ohne, bei, für
D
auf, neben, zwischen, vor

Slide 8 - Quizvraag

Welke vraag stel je als er achter een keuzevoorzetsel een 3e naamval volgt? (Meerdere antwoorden goed)
A
Wann?
B
Wohin?
C
Warum?
D
Wo?

Slide 9 - Quizvraag

Welke vraag stel je als er achter een keuzevoorzetsel een 4e naamval volgt?
A
Wann?
B
Wohin?
C
Warum?
D
Wo?

Slide 10 - Quizvraag

Wat moet je doen als je de wo-, wann- of wohin-vraag niet kunt stellen?
A
Dan vul je een tweede naamval in.
B
Dan zet je bij 'auf' en 'unter' een 4e naamval.
C
Dan pas je de 7/2-regel toe.
D
Dan stel je de Warum-vraag.

Slide 11 - Quizvraag

De 7/2-regel houdt in dat 2 voorzetsels een 4e naamval & de overige 7 een 3e naamval krijgen als je de W-vragen niet kunt stellen. Welke 2?
A
auf, über
B
hinter, zwischen
C
an, in
D
neben, unter

Slide 12 - Quizvraag

Teil 1: Präpositionen
6/7 Fragen gut beantwortet = Ausgezeichnet! 

4/5 Fragen gut beantwortet = Gut! (Aber Wiederholung wäre nicht schlecht)

Weniger als 4 Fragen gut beantwortet = Schau dir die Videos noch mal gut an und mache Notizen. 

Slide 13 - Tekstslide

Teil 2: Adjektive

Slide 14 - Tekstslide

Der-Gruppe: Wat is de Adjektiv-uitgang voor de 4e naamval mv?
--> Die toll___ Bücher
A
en
B
er
C
e
D
es

Slide 15 - Quizvraag

Der-Gruppe: Wat is de Adjektiv-uitgang voor de 1e naamval mnl?
--> Der nett___ Mann
A
en
B
er
C
e
D
es

Slide 16 - Quizvraag

Ein-Gruppe: Wat is de Adjektiv-uitgang voor de 3e naamval vrl?
--> Einer groß___ Frau
A
en
B
er
C
e
D
es

Slide 17 - Quizvraag

Ein-Gruppe: Wat is de Adjektiv-uitgang voor de 4e naamval onz?
--> Ein klein___ Kind
A
en
B
er
C
e
D
es

Slide 18 - Quizvraag

Nichts-Gruppe: Wat zijn de uitgangen voor de 3e naamval mv?
--> schwarz___ Schuhe___
A
e, n
B
er, -
C
en, n
D
en, -

Slide 19 - Quizvraag

Nichts-Gruppe: Wat zijn de uitgangen voor de 1e naamval mnl?
--> klein___ Junge
A
e
B
en
C
er
D
es

Slide 20 - Quizvraag

Welke woorden worden volgens de ein-Gruppe vervoegd?
A
bezittelijke voornaamwoorden
B
dies_, jen_, welch_
C
wederkerende voornaamwoorden
D
all_, viel_

Slide 21 - Quizvraag

Teil 2: Adjektive
6/7 Fragen gut beantwortet = Ausgezeichnet! 

4/5 Fragen gut beantwortet = Gut! (Aber Wiederholung wäre nicht schlecht)

Weniger als 4 Fragen gut beantwortet = Schau dir die Videos noch mal gut an und mache Notizen. 

Slide 22 - Tekstslide

An die Arbeit
Aufgabe 1: Präpositionen
Zoek in elk zin het voorzetsel/de voorzetsels. Bepaal welke naamval daarbij hoort en vervoeg dan het lidwoord. 

Aufgabe 14: Adjektiv 
Bepaal in welke naamval het zinsdeel moet komen te staan. Vraag jezelf af: staat er een voorzetsel? Of is dit een onderwerp/meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp? Vul daarna de juiste uitgang in.  

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben
Montag (Ausblick):
* Afmaken: Oefeningen Präpositionen + Adjektive
* Herhalen: Examenidioom Kapitel 2 NL-DU (blz. 17)

Mittwoch (LiteratUUR):
- Lezen: Tekst van Novalis (Heinrich von Ofterdingen, blz. 62-63) & Info over Eichendorff + Gedicht "Mondnacht" op blz. 66
- Maken: Aufgabe 1 + 3 (blz. 63-64 & 66-67)
- Leren: Wörterliste Lektion 2 --> Woche 2 t/m "die Imbissbude"


Slide 24 - Tekstslide