herhaling Grieken en Romeinen
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Rondom welke zee hadden de Grieken hun kolonies?
A
De Noordzee
B
De Oostzee
C
De Middellandse Zee
D
De Baltische Zee
Slide 2 - Quizvraag
De Griekse kolonies zaten vooral langs de kust.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een Polis?
A
Een stadstaat
B
Een klein land
C
Een soort koning
D
Burgerrechten
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een stadstaat?
A
Een ommuurde stad
B
De hoofdstad van een land
C
Een stad met de dorpen en het land eromheen
D
Een stad met een eigen bestuur en godsdienst
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een burger?
A
Een inwoner van een dorp of stad
B
Iemand die werkt in de stad
C
Iemand met burgerrechten
D
Iemand die meedoet in de volksvergadering
Slide 6 - Quizvraag
Athene had een democratie. Wat is dit?
A
Een bestuur met twee koningen
B
Een bestuur waarin de rijken alles beslissen
C
Een bestuur waarbij het volk beslist
D
Een bestuur waarin niemand mag beslissen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een filosoof?
A
Iemand die nadenkt over de natuur
B
Iemand die onderzoek doet in de natuur
C
Iemand die nadenkt over het leven
D
Iemand die de macht grijpt
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een wetenschapper?
A
Iemand die nadenkt over de natuur
B
Iemand die onderzoek doet in de natuur
C
Iemand die door logisch nadenken iets probeert te begrijpen
D
Iemand die de macht grijpt
Slide 9 - Quizvraag
Sparta
Athene
De Koning heeft de macht
Het volk heeft de macht
Sterkste leger
Burgerrechten
Volksvergadering
Democratie
Monarchie
Slide 10 - Sleepvraag
Welk (moderne) land veroverden de Roemeinen als eerste?
A
Italië
B
Spanje
C
Frankrijk
D
Griekenland
Slide 11 - Quizvraag
Tegen welk land voerde Rome 3 grote oorlogen
A
Griekenland
B
Gallië
C
Carthago
D
Egypte
Slide 12 - Quizvraag
Rondom welke zee veroverden de Romeinen hun rijk?
A
De Noordzee
B
De Oostzee
C
De Middellandse Zee
D
De Baltische Zee
Slide 13 - Quizvraag
De Romeinen veroverden grote stukken landinwaarts.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Het Romeinse Rijk kon zo groot worden door hun beroepsleger. wat is een beroepsleger?
A
Een leger dat vecht voor de keizer
B
Een leger waarbij vechten hun werk is
C
Een leger alles van de staat krijgt
D
De bondgenoten van een leger
Slide 15 - Quizvraag
Het Romeinse Rijk maakte gebruik van bondgenoten. Wat is een bondgenoot?
A
Een volk dat samenwerkt met Rome
B
Een volk dat vecht tegen Rome
C
Een volk dat alle belasting moet betalen
D
Een volk dat geld betaalt voor bescherming
Slide 16 - Quizvraag
Ook Romeinen kenden burgerrechten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Wie woonden er al in Nederland voordat de Romeinen komen?
A
De Galliërs
B
De Kelten
C
De Duitsers
D
De Germanen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je het als een volk de Romeinse gewoonten overneemt?
A
Verroomsen
B
Romanen
C
Romaniseren
D
Romeineren
Slide 19 - Quizvraag
Waar woonden de meeste Romeinen in de stad in?
A
Villa's
B
Appartementen
C
Rijtjeshuizen
D
Vrijstaande huizen
Slide 20 - Quizvraag
Romeinen
Grieken
Alleen langs de kust
Veroverden landinwaarts
Beroepsleger
Democratie
Stadstaten
Volksvergadering
Appartementen
Een groot rijk
Gescheiden door bergen en rivieren
Veroverde volken werden bondgenoten
