Bevolkingsontwikkeling les 7

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, opdrachtenboekje en basisboek alvast uit je tas.
  • Stop je telefoon in de telefoontas of je eigen tas




Welkom!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, opdrachtenboekje en basisboek alvast uit je tas.
  • Stop je telefoon in de telefoontas of je eigen tas




Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Bevolkingsontwikkeling B111 t/m 120 & B124 herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Welkom
  • Voorbereiden proefwerk

  • B111 t/m 120 & B124 belangrijkste herhaling
  • Zelf voorbereiden proefwerk & vragen stellen voor het proefwerk


  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Demografische tranistie
Veranderingen in bevolkingsgroei door geboorte en sterfte over een lange tijd.
  • Model
  • 5 fases
  • Absolute en relatieve getallen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geboorte- en sterftecijfer
Geboortecijfer beïnvloeden:
  • Leeftijd bevolking
  • Family planning
  • Economie (kinderen voor werk)
Sterftecijfer beïnvloeden:
  • Hongersnood/oorlog
  • Ziektes
  • Hygiëne


Slide 6 - Tekstslide

China
  • Eenkindpolitiek 1979
  • Gevolgen
  1. Weinig mensen in de jongeren groep (door krijgen 1 kind maximaal)
  2. Meer jongens als meisjes in de leeftijd 0-20
  • Later krijgt deze groep dus ook minder kinderen

Slide 7 - Tekstslide

Bevolkingsdiagram
  • Staafdiagram
  • Leeftijdsopbouw bevolking
  • Links mannen 
  • Rechts vrouwen


Slide 8 - Tekstslide

3 soorten


  1. Piramide (Fase 1-2)
  2. Granaat (Fase 4)
  3. Ui of urn (Fase (4)-5)


Slide 9 - Tekstslide

Leeftijdsopbouw Nederland
1950
  • Jonge bevolking, veel kinderen door babyboom
  • Volwassenen verschil door WOII
2006-nu
  • Worden minder kinderen geboren
  • Grote groep ouderen van de babyboom

Slide 10 - Tekstslide

Ontgroening
  • De afname van het aantal mensen dat jonger is dan 19.
  • Minder groot aandeel jongeren dus!
  • Oorzaak: geboortebeperking

Slide 11 - Tekstslide

Jongeren en ouderen kosten geld!
  • Jongeren kosten geld
  1. Verdienen weing dus weinig belastign
  2. Wel kosten van school en zorg

Slide 12 - Tekstslide

Vergrijzing
  • Stijging van het aandeel 65+'ers
  • Aandeel ouderen wordt dus groter!

Slide 13 - Tekstslide

Ouderen kosten geld!
  • Zijn met pensioen en zijn niet meer productief.
  • Maken relatief veel gebruik van zorg!  Als mensen ouder worden stijgen deze kosten.

Slide 14 - Tekstslide

Samen!
Vaak gaan ontgroening en vergrijzing samen maar, waarom?

  • Als het aandeel 65-plussers in de totale bevolking groot is, neemt het aantal 0-19-jarigen bijna altijd af. Dit omdat 65-plussers weinig tot geen kinderen meer krijgen.

Slide 15 - Tekstslide

Groene druk
Aantal 0-19 jarigen
_____________________________________ = Groene druk
Aantal 20-65 jarigen
0-19 jongeren                65+ ouderen
20-65 productieven

Slide 16 - Tekstslide

Grijze druk
Aantal 65+'ers
-----------------------------------------= Grijze druk
Aantal 20-65 jarigen
0-19 jongeren                65+ ouderen
20-65 productieven

Slide 17 - Tekstslide

Demografische druk?
  • De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep en de niet productieve groepen
Groen + Grijs bij elkaar!

Een demografische druk van 60 betekent dat op de 100 mensen uit de productieve leeftijdsgroep er 60 staan uit de niet productieve leeftijds- groepen.

Slide 18 - Tekstslide

Binnenlandse migratie
  • Verhuizen binnen hetzelfde land

  • Utrecht als emigrant
  • Zuid-Holland als immigrant


Slide 19 - Tekstslide

Buitenlandse migratie
  • Verhuizen naar ander land.

  • Ook wel emigratie genoemd

  • E van Exit/Eruit! (emigreren)
  • I van In (immigreren)

Slide 20 - Tekstslide

Push en Pull factoren
  • Pushfactoren zijn de redenen om een plaats of land te verlaten. Push betekent duwen, je wordt als het ware '' weggeduwt''.
  • Pullfactoren zijn de redenen om je ergens te vestigen in een bepaalde stad of land. Pull betekent trekken, je wordt naar de plek getrokken.

Slide 21 - Tekstslide

3 migratiemotieven
Economische redenen: armoede, geen werk
Politieke redenen: Vervolging om godsdienst, afkomst, ras, (homo-)seksualiteit, oorlog
Fysische redenen: Klimaat(verandering) en natuurrampen

Soms spelen verschillende redenen tegelijk

Slide 22 - Tekstslide

Vluchteling en ontheemden
''Iemand die zijn/haar land verlaat, omdat het daar niet meer veilig is. '' Vluchteling
''iemand die op de vlucht is in zijn/haar eigen land''  ontheemden

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een asielzoeker dan?
''Een asielzoeker is een vluchteling die in Nederland asiel heeft aangevraagd.

Iemand die voor economische redenen naar Nederland vertrekt krijgt geen asiel en is dus geen asielzoeker.

Slide 24 - Tekstslide

Gezin
Gezinshereniging
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeeld de vader hier al woont.
  • Kettingmigratie (Migratie leidt tot migratie)


Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 25 - Tekstslide

Remigratie
Nederland eerst verlaten (emigreren) en later weer immigreren.
Remigratie (terugkomst in herkomstland)

Studenten of arbeiders


Slide 26 - Tekstslide

Multiculturele samenleving


Een samenleving waarin meerdere groepen met verschillende culturen met elkaar leven

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerken van een multiculturele samenleving zijn:

1. Verschillende geloven

2. Verschillende gewoonten

3. Verschillende waarden en normen

4. Geen 1 algemeen gezamenlijke geschiedenis

Slide 28 - Tekstslide

Zelf leren proefwerk
  • Ga jezelf voorbereiden op het proefwerk
  • Je kan samenvatting maken/leren, elkaar overhoren of zelfstandig het boek/lessonup leren.
  • Oefen met de formule van de groene/grijze/demografische druk 

  • Heb je nog vragen stel deze dan aan een klasgenoot of mij

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video