Donderdag 28 maart

Deutsch
Donnerstag, den 28. März 2024
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Donnerstag, den 28. März 2024

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Grammatik Sätze
Hören
Grammatik 
Selbständig arbeiten
Arbeitsform

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • de regel van de keuzevoorzetsels herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 4 en 5. 

  • de regel van de Sterke werkwoorden begrijpen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 4 en 5. 

  • een Duitse luister oefening begrijpen en vragen beantwoorden.

  • de woordenschat herhalen door middel van een werkvorm.





Slide 3 - Tekstslide

Grammatik Sätze
1. Kann man hier irgendwo ein…...... Auto (O) mieten.

2. Sie machen ein…....... zufriedenen Eindruck (M).

3. Ich lese nicht weiter, d.......…. Artikel (M) ist langweilig.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Grammatik 
Wiederholung

Slide 6 - Tekstslide

Wechselpräpositionen
Bij deze voorzetsels moet je kiezen tussen de derde of de vierde naamval.
3e naamval wordt gebruikt in rust of toestand. 
Wo?  - Wo bist du?                 Ich bin in der Schule

4e naamval  wordt gebruikt bij een beweging of richting. 
Wohin?- Wohin gehst du?   Ich gehe in die Schule

Slide 7 - Tekstslide

Wechselpräpositionen
3e naamval   stilstand 
Wo? 

4e naamval   beweging
Wohin?
an              =       aan
auf             =       op
hinter        =       achter
in                =       in
neben       =       naast
über          =        over 
unter         =        onder
vor              =        voor
zwischen  =        tussen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Grammatik E
Sterke werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Sterke werkwoorden:                                 e/i- Wechsel en a/ä- Wechsel 
Bij sterke werkwoorden kan de klinker bij de du en er/sie/es vorm in de tegenwoordige tijd veranderen
e/i- Wechsel
ich 
du 
er/sie/es 
wir
ihr 
sie/Sie
a/ä- Wechsel
esse 
isst 
isst
essen 
esst
essen
sehe
siehst
sieht
sehen
seht
sehen
fahre
fährst
fährt
fahren 
fahrt
fahren

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen!
1. Er ......... (fahren) mit dem Auto nach Deutschland

2. ..............(lesen) du gerne Bücher?

3. Du .............(essen) viel Brötchen!

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht:   9 Lektion 4 Kapitel 4
                                    1,2 en 7 Lektion 4 Kapitel 4

Vind je het lastig? Kijk in je handboekje

Ben je klaar?
Grammatica trainer 

Slide 13 - Tekstslide

Arbeitsform

Slide 14 - Tekstslide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • de regel van de geslachten van de zelfstandige naamwoorden herhalen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 3. 

  • een Duitse luister oefening begrijpen en vragen beantwoorden.

  • de woordenschat herhalen door middel van een werkvorm.





Slide 15 - Tekstslide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 16 - Tekstslide