Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie

Anna Woltz - blz. 37
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Anna Woltz - blz. 37

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren en beeldspraak

Herhalen: vergelijking - metafoor - personificatie

Inoefenen: hyperbool - understatement - repetitio

Nieuw: enumeratio - opsomming in drieën - drieslag

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van de lessenserie kun je:

- stijlfiguren en beeldspraak herkennen

- stijlfiguren en beeldspraak benoemen



Slide 3 - Tekstslide

Wat is een vergelijking?

Slide 4 - Open vraag

Maak een vergelijking:

Slide 5 - Open vraag

Wat is een metafoor?

Slide 6 - Open vraag

Maak een metafoor:

Slide 7 - Open vraag

Wat is een personificatie?

Slide 8 - Open vraag

Maak een personificatie:

Slide 9 - Open vraag

Papier is geduldig
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 11 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 13 - Quizvraag

Wat is dit ook alweer?

hyperbool

understatement

repetitio


Slide 14 - Tekstslide

Hyperbool
Een hyperbolische uitspraak is een extreme overdrijving. 
"Snap je het nu nog niet? Ik heb het je al duizend keer uitgelegd!"

Slide 15 - Tekstslide

Understatement
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. 
We waren niet zo blij met onze docent.


Slide 16 - Tekstslide

Repetitio
Repetitio: een herhaling

Plus geeft meer, veel meer.

Slide 17 - Tekstslide

Enumeratio

Een enumeratio is een (lange) opsomming.


Voorbeeld:

 In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen, geiten en koeien.

Slide 18 - Tekstslide

Opsomming in drieën 
Opsomming in drieën: een opsomming van drie woorden, zinsdelen of zinnen.

Nu wil ik geen gezeur meer: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser en dan als de gesmeerde bliksem aan je huiswerk voor morgen.

Slide 19 - Tekstslide

Drieslag
Een drieslag is een vaste combinatie van een opsomming in drieën.

Voorbeeld
Veni, vidi, vici = ik kwam, ik zag, ik overwon.

Slide 20 - Tekstslide

Verschil drieslag en opsomming in drieën
Een drieslag is een opsomming in drieën in een vaste combinatie. "Bloed, zweet en tranen" lijkt een opsomming in drieën, maar het hoort bij elkaar en daarom is het een drieslag. Een opsomming in drieën is een willekeurige combinatie van woorden zoals: zij leeft in armoede en heeft een gebrek aan eten, geld en kleding.

Slide 21 - Tekstslide