In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Genotype en fenotype
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet na deze les meer over erfelijkheid.
Slide 2 - Tekstslide
Als er een baby geboren wordt er vaak gezegd dat het op het op zijn vader of moeder lijkt. Dit komt omdat je eigenschappen erft van je ouders
Je uiterlijk
Slide 3 - Tekstslide
Elke lichaamscel heeft een kern
Je ichaam bestaat
uit
lichaamscellen
Slide 4 - Tekstslide
In elke celkern liggen chromosomen
Slide 5 - Tekstslide
Chromosomen
zijn lange dunne draden
in elke kern
Slide 6 - Tekstslide
In deze draden zit de stof
DNA
Slide 7 - Tekstslide
Wat is DNA?
Slide 8 - Woordweb
De stof DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen
Slide 9 - Tekstslide
Ieder organisme heeft zijn of haar unieke DNA
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Je uiterlijk
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA. In dit DNA ligt informatie over alle erfelijke eigenschappen.
Het DNA in 1 celkern bevat informatie over ALLE erfelijke eigenschappen.
Ieder mens heeft zijn/haar eigen unieke DNA. Dit noem je het genotype.
Slide 14 - Tekstslide
Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders (bijv. blauwe ogen)
je kunt ze niet veranderen
Slide 15 - Tekstslide
Informatie in het DNA noem je GENOTYPE
Slide 16 - Tekstslide
Je uiterlijk
Het genotype bepaalt voor een groot deel je uiterlijke kenmerken. Maar niet alles.
Je kan bijvoorbeeld je blonde haren zwart verven. Dan verandert je uiterlijk.
Slide 17 - Tekstslide
Fenotype
Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu
- in de zon zitten
- haarverven
- tattoo
- littekens
het zichtbare uiterlijk
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Het FENOTYPE van een organisme ontstaat dus door
GENOTYPE en door INVLOEDEN UIT DE OMGEVING
Slide 20 - Tekstslide
Je uiterlijk
Je genotype blijft je hele leven hetzelfde.
Je fenotype kan steeds veranderen.
Slide 21 - Tekstslide
Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype.
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings
Sproeten
Een litteken
gespierd lichaam
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen
Slide 22 - Sleepvraag
Aan de slag:
Opdracht:
Je gaat twee collages maken in word. Een collage bevat foto's van het genotype de andere collage bevat foto's van het fenotype. Je levert de opdracht in via de ELO.