Verzorgingsstaat 5.1

Verzorgingsstaat
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moeten mensen hun eigen problemen zelf oplossen, en wanneer moet de overheid hen moet helpen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen paragraaf 1
De leerling legt uit wat een verzorgingsstaat is. 
De leerling legt uit welke belangrijke waarde bij een verzorgingsstaat horen. 
De leerling legt uit dat een verzorgingsstaat bij de overheid uit drie terreinen bestaat .
De leerling legt uit wat de maatschappelijk middenweg is. 
De leerling legt uit wat de vrije markt in een verzorgingsstaat betekent. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forms
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=n2nbDIFXoEu6fu2mu3lpF93X7YbaxoNFt2YhB1voybhUN0s0SjhWNTQ1RUVGRTMySkxGWUhVTUpWUC4u 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verzorgingsstaat?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies



Zou jij een onbekende helpen en een schoon shirt geven?
Machtsdilemma
Machtsdilemma
'Een samenleving inrichten'
'Een samenleving inrichten'
'Een samenleving inrichten'
Zou jij een onbekende helpen en een schoon shirt geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Verzekeren is tegenwoordig geregeld binnen een groep mensen die je niet kent, terwijl dat vroeger binnen gildes ontstaan is. Daar kenden mensen elkaar wel. 

In de verzekeringsfunctie van de verzorgingsstaat is het de overheid die verzekert. Dat is nog wel anders dan een inboedelverzekering bijvoorbeeld. 
Wat zou de overheid moeten doen?
Verzorgen
Verheffen
Verbinden
Verzekeren

Slide 8 - Tekstslide

Verplaats de afbeelding met de dame van functie naar functie. Bespreek wat de overheid in iedere functie van de verzorgingsstaat zou kunnen/moeten doen voor een speciaal type persoon (presenteer de dame als kwetsbaar of juist heel zelfstandig bijvoorbeeld).
Of bespreek wat het beste zou zijn in elke functie volgens leerlingen zelf. 
Verzorgen: Hulp voor mensen die (al dan niet tijdelijk) niet voor zichzelf kunnen zorgen
Verzekeren: Verzekeren tegen inkomstachteruitgang 
Verheffen: Ontplooien van talenten 
Verbinden: Sociale cohesie 
Onmaatschappelijkheidsbestrijding -> Pas hulp van de verzorgingsstaat als men overlast veroorzaakt aan de maatschappij 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat
"De overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners"
In de kern staat de solidariteitsgedachte
Welvaart
ons inkomen en de mate waarin we onze behoeften kunnen vervullen
Welzijn
in hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen
Solidariteit
bereidheid binnen een groep of samenleving om risico's met elkaar te delen.
(bijvoorbeeld: als iemand zijn baan kwijt raakt, maar jij hebt een baan, krijgt de werkloze een uitkering waaraan jij en alle andere werkende mensen voor betalen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leervraag 1
Invullen op forms

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De drie pijlers van
de verzorgingsstaat

Goed onderwijs
Goede gezondheidszorg
Sociale zekerheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leervraag 2 t/m 4
Invullen op forms

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale rechtsstaat
mensen moeten gelijke kansen hebben om een menswaardig bestaan te leiden en zichzelf te kunnen ontwikkelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale grondrechten
- voldoende werkgelegenheid
- bestaanszekerheid
- bewoonbaarheid van het land
- volksgezondheid
- goed onderwijs

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet alleen rechten, maar ook plichten

bijvoorbeeld: 
- sollicitatieplicht
- recht op onderwijs
- betalen van belasting en premies

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld: als je ontslagen wordt en je krijgt een uitkering, moet je een baan accepteren als je die aangeboden krijgt. Accepteer je niet, dan word je gekort op je uitkering.

+ recht op onderwijs maar leerplicht tot je 16e
Leervraag 5
Invullen op forms

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije markt/verzorgingsstaat
Overheid heeft een kleine rol in de verzorgingsstaat.
Producten en diensten worden aangeboden waar vraag naar is en hier komt aanbod erop. Gericht op de behoefte van het individu en niet op het collectief.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht
Overheid
Markt
Gelijkheid
Vrijheid
Solidariteit
Differentiatie
Basisniveau
Vraag en aanbod

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijk middenveld
- Organisaties in onze samenleving
- Soms financiering krijgen van de overheid.
- Geen winstoogmerk
- Staat los van markt, overheid en familie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Google voorbeelden van:
NGO
Niet gouvernementele organisaties

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 hoofdrolspelers in de NL'se verzorgingsstaat
1. Burgers
Je bent zelf verantwoordelijk voor het hebben van werk, een huis en de opvoeding van je kinderen. Maar als het jou niet lukt, kun je bij de overheid aankloppen.
2. De overheid
- verantwoordelijk voor collectieve voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen.
- stimuleren van werkgelegenheid 
- inzet voor goede arbeidsomstandigheden en voorwaarden
- bevorderen van het welzijn van mensen
3. Werknemers- en werkgeversorganisaties
werknemers: georganiseerd in vakbonden (letten op belangen van werknemers)
werkgevers: sociale partners (verantwoordelijk voor maken van afspraken voor alle werknemers en werkgevers)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Solidariteit is:
A
Mensen accepteren ook al hebben ze andere waarden dan jij
B
Altijd zo veel mogelijk mensen het ergens mee eens laten zijn
C
De ultieme middenweg tussen politiek links en rechts
D
Gevoel van saamhorigheid en samen consequenties dragen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen gebied waaruit de verzorgingsstaat werkt?
A
Veiligheid en Justitie
B
Gezondheidszorg
C
Onderwijs
D
Sociale zekerheid

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen in de les
Verzorgingsstaat
Solidaireit
Sociale zekerheid(stelsel)
Sociale rechtsstaat

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
> Hoofdstuk 5.1: 4-7, 11 en 12

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies