Grenzen en Identiteit - H7 (end)

   Grenzen en Identiteit
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Grenzen en Identiteit

Slide 1 - Tekstslide

D. toets AK

Boek Grenzen en Indentiteit:


H7 Grenzen in Nederland





Slide 2 - Tekstslide

Welkom! 
Deze LessonUp is een diagnostische  oefentoets. 


Je krijgt een cijfer maar telt niet mee!

Slide 3 - Tekstslide

De grens tussen Friesland en Groningen is een voorbeeld van een zachte grens.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Boven Maastricht vormt de Maas de kunstmatige grens tussen Nederland en België
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De grenzen tussen Europese landen zijn sinds de oprichting van de EU veranderd van natuurlijke
in kunstmatige grenzen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

IJsland en Australië hebben alleen natuurlijke landsgrenzen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welk soort grens was de ommuring van deze plaats: een harde of een zachte grens?

Slide 8 - Open vraag



De Vestingwet viel samen met de tijd van de Industriële Revolutie.
Waarom waren de vele vestingsteden heel blij met deze wet?

Bron              De Vestingwet
De Vestingwet van 1874 regelde de verdediging van Nederland tegen vijandelijke invallen. Buiten de muren en grachten mocht eerder absoluut niets worden gebouwd. Dankzij de nieuwe wet mochten veel steden hun vestingmuren afbreken. De oude verdedigingsstelsels waren toch niet meer bestand tegen de zware kanonnen en mortieren van die tijd.

Slide 9 - Open vraag

Was de stadsmuur voor de afbraak een natuurlijke of een kunstmatige grens?

Slide 10 - Open vraag

Hieronder staan drie soorten regio's. Sleep naar naar elke regio twee voorbeelden van zo'n regio. Kies uit:
Economische regio's
Landschappelijke regio's
Culturele regio's
Bilbe belt
Veluwe
Schiphol
Friesland
Waddenzee
Randstad

Slide 11 - Sleepvraag


Grenzen van een bestuurlijke regio zijn vaak makkelijker te trekken dan die van cultuurgebieden. Waarom zijn de precieze grenzen tussen cultuurgebieden moeilijk te trekken?

Bron: Nigeria in greep van cultureel conflict
Nigeria is opgeschrikt door de zoveelste aanval van de islamitische terreurgroep Boko Haram. Bij een van de bloedigste aanslagen tot nu toe kwamen gisteravond in de noordelijke stad Kano waarschijnlijk meer dan 140 mensen om het leven. Dreigt er in het land nu een burgeroorlog tussen noord en zuid?

Slide 12 - Open vraag

Jari zegt: ‘De sloop van de Berlijnse Muur is een voorbeeld van ontgrenzing.’
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Geef een argument voor je antwoord. Of dit een voorbeeld is van ontgrenzen.

Slide 14 - Open vraag

Geef de juiste omschrijving van het begrip territorium.

Slide 15 - Open vraag

Binnen het territorium geldt het alleenrecht. Rechten van andere landen worden dus uitgesloten.
Welk begrip past in de volgende zin: ‘Wanneer andere landen het eens zijn met dit alleenrecht is er sprake van ...’

Slide 16 - Open vraag

Lang geleden rekenden staten hele zeeën tot hun territorium. Tegenwoordig is dat anders. In het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de territoriale zee en de EEZ.
Waarom is de EEZ van Nederland groter dan die van Duitsland? Kies uit:
A
De Deense en Nederlandse EEZ nemen te veel ruimte in
B
De Duitse EEZ botst met die van het Verenigd Koninkrijk
C
De Duitse kustlijn is veel korter dan die van Nederland.
D
Duitsland heeft genoeg ruimte voor grote windmolenparken voor de eigen kust.

Slide 17 - Quizvraag

‘De grote belangen van de handel, de visserij en de grondstoffen onder de zeebodem maken duidelijke regels noodzakelijk.’
Noem de voorbeelden van een waardevolle grondstof die onder de bodem van de Noordzee te vinden is.

A
aardolie
B
steenkool
C
aardgas
D
ijzererts

Slide 18 - Quizvraag

IJsland zou wel lid willen worden van de Europese Unie, maar er is een probleem met de territoriale zee.
Wat is groter: de EEZ van een land of de territoriale wateren?

A
EEZ
B
territoriale wateren

Slide 19 - Quizvraag

Bron Hulst Reinaertstad
Hulst noemt zich Reinaertstad. Er werden standbeelden van Reinaert geplaatst, en straten, cafés en verenigingen kregen namen uit het middeleeuwse verhaal. Net als kunstexposities, jazzfestivals, een stripalbum en ga zo maar door. En dat terwijl het verhaal van de sluwe vos met de rode baard zich nauwelijks afspeelt in Hulst.

Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit:
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit

Slide 20 - Quizvraag

BRON Jip en Janneke in dialect
Bij de historische verenigingen ligt ‘Jipke en Jannöaken’ te koop. Restaurants zetten streekrecepten op het menu en tappen Grolsch bier, in cafés staat FC Twente op het beeldscherm. De gasten luisteren naar een hit van Normaal. Bij de put voor het streekeigen boerderijtype blazen boeren op de midwinterhoorn. Andere folklore bestaat uit vlöggeln, klootschieten en huizenhoge paasvuren


Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit

Slide 21 - Quizvraag

Bron Een beeldmerk voor buitenlanders
Windmolens en democratie, vrijheid van meningsuiting, een eigen taal, handelsgeest, tulpen en bollenvelden, klederdracht en klompen, zure haring en stamppot boerenkool.


Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit

Slide 22 - Quizvraag

Er zijn meer plaatsen in Nederland met een politieke partij die de naam ‘Plaatselijk belang’ of ‘Gemeentebelang’ draagt.
Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld? Kies uit:

A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Pluriformiteit
D
Regionalisme

Slide 23 - Quizvraag

Is deze poster een voorbeeld van:
A
uitsluiting
B
tolarantie
C
insluiting
D
pluriformiteit

Slide 24 - Quizvraag

Er is geen verband tussen verstedelijking en ontkerkelijking
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Als de verstedelijking toeneemt, neemt de sociale samenhang af.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Er is geen verband tussen ontkerkelijking en sociale samenhang
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Als de ontkerkelijking toeneemt, neemt de participatie van de burgers af.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Participatie en sociale samenhang zijn in een dorpje kleiner dan in een stadsbuurt.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze foto
A
ruimtelijke segregatie
B
sociale controle
C
sociale ongelijkheid
D
sociale samenhang

Slide 30 - Quizvraag

Maatschappelijke segregatie betekend
A
bevolkingsgroepen apart van elkaar wonen
B
bevolkingsgroepen met elkaar omgaan
C
bevolkingsgroepen niet met elkaar omgaan
D
bevolkingsgroepen samen wonen in wijken

Slide 31 - Quizvraag