Schrijfvaardigheid - strategieën

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid  Duits
Strategiën en oefenen

Slide 2 - Tekstslide

- Video anschauen.
- Quiz machen. 
- Informele brief

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les: aan het eind van deze les, weet ik hoe een informele brief (e-mail) in elkaar zit.

Doel van de les: aan het eind van deze les, heb ik woordjes herhaald, zoals: glatt, Berge en oft.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Informele brief of e-mail
  • Voor je SE 2 schrijf je een informele brief of e-mail. 
  • In deze LessonUp herhaal je de regels voor het schrijven van een brief of e-mail     
               - Ort und Datum
               - Anrede (aanhef)
               - Erster Buchstabe klein
               - Absätze (alinea's)
               - Grußformel (afsluiten van je brief)
        
  • In deze LessonUp oefen je met de regels en Praktische Sätze


Slide 7 - Tekstslide

Ort und Datum
Wanneer je je brief begint, noteer je de plaats (van waar je schrijft) en datum rechts boven op je brief.

Bijvoorbeeld: 
Ede, den 21. Dezember 2021
Ede, 21.12.2021

Slide 8 - Tekstslide

Anrede (aanhef)
Je begint je brief altijd met een aanhef.

Als je aan een meisje schrijft: Liebe Anna,
Als je aan een jongen schrijft: Lieber Peter,

! Vergeet hier niet de komma!

Slide 9 - Tekstslide

Erste Buchstabe klein
Na je aanhef begin je je brief:

Liebe Anna,
wie geht es dir?

--> je begint dus met een kleine letter !

Slide 10 - Tekstslide

Absätze (alinea's)
Ook in een brief is het belangrijk voor de lezer dat hij/zij een helder verhaal krijgt. Gebruik daarom alinea's.

- elk deelonderwerp is 1 alinea
- zorg dat de alinea's netjes op elkaar aansluiten
- tijdens je SE noteer je het deelonderwerp voor de kantlijn

Slide 11 - Tekstslide

Grußformel (slotgroet)
Je sluit een persoonlijke brief of mail af met een groet.
Na de laatste zin groet je met bijvoorbeeld:
- Tschüs!
- Mach's gut!
- Viele Grüße 
- Alles Gute
LET OP: na de groet krijg je GEEN komma

Gevolgd door je naam (dit schrijf je onder de groet)
als je een meisje bent: Deine Christel
als je een jongen bent: Dein Hans

Slide 12 - Tekstslide

Eens even kijken of jullie het doorhebben...

Slide 13 - Tekstslide

De datum bij een brief noteer je zo:
A
11 November, Ede
B
Ede, 11 November 2020
C
Ede, den 11. November 2020
D
den 11. November, Ede

Slide 14 - Quizvraag

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Anne stuurt?

Slide 15 - Open vraag

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Peter stuurt?

Slide 16 - Open vraag

De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 17 - Quizvraag

de juiste afsluiting is:
A
liebe grüße
B
Grüße
C
Liebe Grüße
D
Liebe grüsse

Slide 18 - Quizvraag

Je eindigt de persoonlijke brief of e-mail met je...
A
voornaam
B
voor- en achternaam
C
voorletter en achternaam
D
je achternaam

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zeg je "hoe gaat het met je?"
in het Duits?
A
wie geht es mit dir?
B
wie geht es mit dich?
C
wie geht es dich?
D
wie geht es dir?

Slide 20 - Quizvraag

Bij een persoonlijke brief of e-mail spreek je degene aan met "Sie"
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

In een persoonlijke e-mail spreek je degene altijd aan met...

Slide 22 - Open vraag

Bij een brief schrijf je de plaats en datum ...
A
wel
B
niet

Slide 23 - Quizvraag

Sleep de zinnen in de juiste volgorde!
Lieber Peter,
wie geht es dir?
Liebe Grüße
je voornaam

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is correct?
A
Herzlichen dank
B
Herzlichen Dank
C
Herzlich Dank
D
Herzlich dank

Slide 25 - Quizvraag

Ik verheug me op jouw mail.
A
Ich verheue mich auf deine Mail.
B
Ich bin froh auf deine Mail.
C
Ich freue mich auf deine Mail.

Slide 26 - Quizvraag

Ik zou je iets willen vragen.
A
Ich möchte etwas fragen.
B
Ich hätte eine Bitte an dich.

Slide 27 - Quizvraag

Hoe reageer je goed op de vraag:
Wie geht es dir?
A
Mit mir geht es gut.
B
Mir geht es gut.

Slide 28 - Quizvraag

schreibfertigkeit / thema: Urlaub
  • Pas de regels uit deze LessonUp toe
  • Schrijf een informele e-mail.
  • Lever jouw uitwerking uiterlijk eind van de les in.
  • Je mag gebruik maken van een  woordenboek
  • e-mail naar: y.jimenez@bcleystede.nl

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide