Herhaling 4.1 + 4.2 + 4.3 + hanzesteden

Plein M. Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 4. Van stad naar megastad. 
Herhalen cursus 1, 2 en 3. 
Wat gaan we vandaag doen?
1e lesuur:
- weekplanner / leren 4.1 + 4.2 + Hanzesteden + 4.3
- laptop aan de lader (nodig het 2e lesuur)


2e lesuur:
- kennistest met LessonUp voor je aankomende S.O.
- verder met de weekplanner



  
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Plein M. Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 4. Van stad naar megastad. 
Herhalen cursus 1, 2 en 3. 
Wat gaan we vandaag doen?
1e lesuur:
- weekplanner / leren 4.1 + 4.2 + Hanzesteden + 4.3
- laptop aan de lader (nodig het 2e lesuur)


2e lesuur:
- kennistest met LessonUp voor je aankomende S.O.
- verder met de weekplanner



  

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van steden en staten duurde van ... tot ... .
A
500 - 1500
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1000 - 1800

Slide 2 - Quizvraag

Door welke verbetering in de landbouw konden boeren meer voedsel produceren?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn ambachtslieden?

Slide 4 - Open vraag

Noem voorbeelden van
ambachtslieden
uit de middeleeuwen.

Slide 5 - Woordweb

De stad werd bestuurd door:
(denk goed na, lijkt een beetje op onze burgemeester en wethouders)

Slide 6 - Open vraag

De inwoners van een stad worden ...... genoemd. Alle burgers samen vormden de ...... Mannen konden burger worden als ze minstens ...... jaar in de stad hadden gewoond, een ...... hadden en een ...... hadden betaald. 
Zet de woorden op de juiste plekken.
burgerij
burgers
beroep
geldbedrag
één

Slide 7 - Sleepvraag

Waarom waren steden belangrijk voor edelmannen en koningen?

Slide 8 - Open vraag

Als een gebied vanuit één centraal punt wordt geregeerd =

Slide 9 - Open vraag

Wat past bij staatvorming?
A
De graaf van Holland en Gelre hebben verschillen straffen.
B
De graaf van Zeeland geeft zijn ridders meer loon dan in Holland.
C
Je betaalde meer belasting als je in Gelre woonde dan in Utrecht.
D
Iedereen in het land kreeg dezelfde straf bij het vermoorden van iemand.

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het doel van een kruistocht?

Slide 11 - Open vraag

Waarom lagen de Hanzesteden bijna altijd aan het water?

Slide 12 - Open vraag

Welke Nederlandse is geen Hanzestad geweest?
A
Deventer
B
Zwolle
C
Tiel
D
Haarlem

Slide 13 - Quizvraag

STEDEN VAN NU

Slide 14 - Tekstslide

Noem voorbeelden van
voorzieningen.

Slide 15 - Woordweb

Wat betekent urbanisatie ook alweer?

Slide 16 - Open vraag

Een megastad is:
A
De belangrijkste stad van het land.
B
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
C
Een stad met veel inwoners en een belangrijke invloed op de wereld.
D
De grootste stad van het land, de regering zit hier.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van een voorstad?

Slide 18 - Open vraag

Welke stad is zowel een megastad, een hoofdstad als een wereldstad?
A
Amsterdam
B
New York
C
Tokio
D
Barcelona

Slide 19 - Quizvraag

KLAAR!
Wat ga je nu doen?
1. Je maakt je weekplanner af
2. Je kunt gaan leren voor je S.O. van M&M

Slide 20 - Tekstslide