atlasvaardigheden klas 1 en 2

Atlasvaardigheden
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Atlasvaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik weet hoe ik een een atlas moet gebruiken

Ik weet wat een legenda is en kan hem gebruiken bij een kaart. 
Ik weet wat een schaal is en kan daarmee de werkelijke afstand berekenen. 
Ik weet hoe ik de bladwijzer kan gebruiken om kaarten te vinden. 
Ik weet hoe ik de inhoudsopgave kan gebruiken om kaarten te vinden. 
Ik kan het topografisch register/landenregister/trefwoorden  gebruiken.  
Ik kan bij een plaats de een coördinatie zoeken
Ik kan bij een coördinatie de betreffende plek opzoeken
Ik weet de verschillende soorten kaarten te benoemen en te herkennen.




Slide 2 - Tekstslide

Ik weet wat een legenda is en kan hem gebruiken bij een kaart. 

Slide 3 - Tekstslide

Kaarten hebben altijd een titel (naam)

Slide 4 - Tekstslide

Ik weet wat de schaal is en kan daarmee de werkelijke afstand berekenen. 
Stap 1: Schaal noteren bijv:  1:300.000 
Dat betekent dat 1 cm in het echt 300.000 cm is. 

Stap 2. Het is heel lastig om met die grote getallen te rekenen dus we maken van dat grote getal kilometers. Dat doe je door er 5 nullen (een handje) vanaf te halen. 1 cm is in dit geval dus 3 km

Stap 3:
Je meet nu de afstand tussen twee plaatsen het aantal centimeters dat is bijv 5 cm 

Stap 4. Gemeten afstand is 5 x 3 is 15 km is de werkelijke afstand. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de bladwijzer gebruiken om kaarten te vinden. 
Sla de allereerste blz. van de atlas 
open. Hierop vind je de bladwijzer
Als je weet waar je moet zoeken, is 
dit een snelle manier om de goede
kaart te vinden. 

Slide 7 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de inhoudsopgave kan gebruiken om kaarten te vinden. 
Vanaf blz. 2 vind je de inhoudsopgave. Hierin kan je vinden welk thema de kaarten hebben. Als je weet welk land en thema je moet hebben, kan je hier snel zoeken op welke blz. het staat. 

Slide 8 - Tekstslide

Ik weet hoe ik het topografisch register kan gebruiken.
  1. Dit staat achterin de atlas. Zoek de plaats die je wil vinden. Het staat op alfabetische volgorde.
  2. Je vindt een vetgedrukt cijfer (132). Dat is de bladzijde.
  3. Je vindt een cijfer en een letter (D4): dat is het vak waarin de plaats ligt. 

Slide 9 - Tekstslide

Ik weet hoe ik het landenregister kan gebruiken.
  1. Dit staat achterin de atlas op de harde kaft (blz. 298). Zoek het land die je wilt vinden. Het staat op alfabetische volgorde.
  2. Je vindt in rood de Staatkundige kaart
  3. In Groen de overzichtskaart 
  4. Dikgedrukt inwoneraantal
  5. Oppervlakte in km2 

Slide 10 - Tekstslide

Ik weet hoe ik het trefwoordenregister kan gebruiken.
  1. Dit staat achterin de atlas. Zoek de plaats die je wil vinden. Het staat op alfabetische volgorde.
  2. Je vindt een vetgedrukt cijfer (44A). Dat is de bladzijde.
  3. De letter achter de bladzijde ( 44A) is de kaart op de bladzijde. Dus kaart A op blz 44. 

Slide 11 - Tekstslide

Voor in de atlas staat de ..........................  per gebied. 
Handig als je op zoek bent naar één onderwerp.
Als je op zoek bent naar een land of een groot gebied in de wereld kun he het besste de ..................... gebruiken. 
Als je een plaats, rivier of berg wilt vinden gebruik je het ........ (achter in) de Bosatlas/Ancarta
Als je op zoek bent naar een onderwerp (b.v. aardbeving) kun je het ....... gebruiken.
.......... geeft aan wat er op de kaart staat. Wat de kleuren en symbolen betekenen.

Inhoudsopgave
Trefwoordenregister
Bladwijzer
Topogr. register
Legenda

Slide 12 - Sleepvraag

Welk register zie je hier?
A
het landenregister
B
Trefwoordenregister
C
het topografische register

Slide 13 - Quizvraag

Je wilt graag weten waar de plaats Termunterzijl ligt. Wat is de snelste manier om dit te vinden?
A
Landenregister
B
Topografische register
C
bladeren
D
trefwoordenregister

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de bladzijde die je gebruikt om een land op te zoeken waarvan jij weet waar die ongeveer ligt?
A
Bladwijzers
B
Trefwoordenregister
C
Algemene legenda
D
Register van topografische namen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor thematische kaart?
A
Verjaardagskaart
B
Algemene kaart
C
Onderwerp taart
D
Onderwerp kaart

Slide 16 - Quizvraag

Je wilt weten waar de Rocky Mountains liggen.
A
Trefwoordenregister
B
Landenregister
C
Topografische register
D
Bladeren

Slide 17 - Quizvraag

Je wilt iets weten over de neerslag in Spanje.
A
Trefwoordenregister
B
Landenregister
C
Topografische register
D
Bladeren

Slide 18 - Quizvraag

Je ziet op een kaart een rood vierkantje staan. Waar zoek je de betekenis op?
A
Trefwoordenregister
B
Legenda
C
Topografische register
D
Landenregister

Slide 19 - Quizvraag

Ik weet de verschillende soorten kaarten te benoemen en te herkennen.

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een ... kaart.
A
thematische
B
Overzichtskaart (natuurkundig)
C
Overzichtskaart (staatkundig)

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 22 - Quizvraag

Dit is een ... kaart.
A
thematische
B
natuurkundige overzichts
C
staatkundige overzichts

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Nederland ligt op
A
hoge breedte
B
lage breedte
C
gematigde breedte

Slide 25 - Quizvraag

Op welke breedte komen tropische regenwouden voor?
A
Hoge breedte
B
Lage breedte
C
Gemiddelde breedte
D
Overal

Slide 26 - Quizvraag

De noordpool ligt op
A
lage breedte
B
hoge breedte
C
gematigde breedte

Slide 27 - Quizvraag

Tot hoever gaan de lengtegraden
A
90
B
100
C
180
D
360

Slide 28 - Quizvraag

en tot hoever gaan de breedtegraden (van evenaar naar zuidpool/noordpool)
A
90
B
100
C
180
D
360

Slide 29 - Quizvraag

Welke graden geven aan hoe noordelijk of zuidelijk een plaats ligt?
A
Lengtegraden
B
Breedtegraden

Slide 30 - Quizvraag

Ik kan bij een coördinatie de betreffende plek opzoeken

Slide 31 - Tekstslide

Welke stad ligt op deze onderstaande coördinatie?
40° N.B. en 117 ° O.L.
A
Amsterdam
B
Santiago
C
Canberra
D
Beijing

Slide 32 - Quizvraag

Ik kan bij een plaats de een coördinatie zoeken

Slide 33 - Tekstslide

Gebruik de Wereldkaart
Wat zijn de coördinaten van IJsland
A
65 NB, 20 OL
B
65 ZB, 20 OL
C
65 NB, 20 WL
D
65 ZB, 20 WL

Slide 34 - Quizvraag

De afstand van een plaats tot de evenaar noem je ...
A
lengteligging
B
breedteligging
C
hoogteligging
D
diepteligging

Slide 35 - Quizvraag


Op deze globe staan .....
A
alleen paralellen
B
alleen meridianen
C
paralellen en meridianen
D
de belangrijkste paralellen

Slide 36 - Quizvraag

Welke lijnen van het graadnet zijn evenwijdig getekend op een kaart van de wereld?
A
meridianen
B
evenaar en nulmeridiaan
C
lengtegraden
D
breedtegraden

Slide 37 - Quizvraag

Hoe heten de lijn(en) die van noord naar zuid lopen?
A
lengtecirkels of meridianen
B
de evenaar
C
breedtecirkels of paralellen
D
polen

Slide 38 - Quizvraag