1.2 De Republiek als handelsland

De Gouden Eeuw
1.2 De Republiek als handelsland
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Gouden Eeuw
1.2 De Republiek als handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Welkom/goedemorgen
  •  Video: Slavernijverleden (excuses?)
  • Kleine uitleg
  • Huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Aan de slag
5. Leerdoelen nabespreken

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het grootste bedrijf ter wereld?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen terugkoppeling
1. Je weet wie Van Oldenbarnevelt was en waarom hij is vermoord.

2. Je weet de jaartallen van de 80-jarige oorlog en het Twaalfjarige Bestand.

3. Je wanneer het rampjaar was en waarom dit het rampjaar wordt genoemd.

Slide 7 - Tekstslide


Welke functie had Van Oldenbarnevelt?
A
Stadhouder
B
Raadspensionaris
C
Regent
D
Koning

Slide 8 - Quizvraag


Tussen wie was de 80-jarige oorlog?
A
Nederland en Duitsland
B
Nederland en Engeland
C
Nederland en Spanje
D
Nederland en Frankrijk

Slide 9 - Quizvraag


Wat was het Twaalfjarige Bestand?
A
Een 12 jaar lange wapenstilstand in de 80 jarige oorlog
B
Een 12 jaar lange periode van geweld in de 80 jarige oorlog
C
Het verdrag waarmee de 80 jarige oorlog stopte

Slide 10 - Quizvraag


Wanneer was het rampjaar?
A
1648
B
1658
C
1672
D
1700

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoelen
Je kan:
  • Uitleggen hoe de VOC en WIC onstonden
  • Beschrijven wat de VOC en WIC deden

Slide 12 - Tekstslide

VOC

Slide 13 - Woordweb




Handel over land
Hoe specerijen eerst in Europa kwamen

Slide 14 - Tekstslide



Route Spanje/Portugal
Hoe specerijen in de Gouden Eeuw in Europa kwamen

Slide 15 - Tekstslide

Theorie
Nederland wilde net als Spanje en Portugal ook verre handelsreizen maken om geld te verdienen. Voor zo'n reis naar Indie had een compagnie een schip nodig, ongeveer tachtig man, voedsel, kaarten en nog meer. 

In korte tijd waren er talloze Nederlandse compagnieën met elkaar aan het concurreren.


Slide 16 - Tekstslide

Compagnie = (handels)bedrijf

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 19 - Open vraag

Oprichting VOC
1602: Einde alle losse compagnieën
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht
VOC krijgt een monopolie op de handel in Azië

Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt
Extra
De VOC wilde geld verdienen, maar deed ook aan nijverheid. Zo lieten ze bijvoorbeeld schepen en zeilen maken. Dit noemen we handelskapitalisme

Slide 20 - Tekstslide

Waar staan de letters VOC voor?
A
Verenigde Oosterse Compagnie
B
Verzamelde Oost-Indische Compagnieën
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verzamelde Oosterse Compagnie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een monopolie?
A
Wanneer meerdere compagnieën tegen elkaar concurreren
B
Een bedrijf die producten verkoopt in Azië.
C
Een bedrijf die producten koopt in Azië.
D
Wanneer maar 1 bedrijf een product mag verkopen

Slide 22 - Quizvraag

Maar ook in het westen WIC
Ook in het westen ging Nederland handelen
Dit gebeurde door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelde vooral in slaven

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet het verschil tussen de VOC en de WIC. 

2. Je weet de betekenis van het begrip handelskapitalisme.

3. Je weet de driehoekshandel uit te leggen. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Pak je werkboek en maak de opdrachten van 2, 4, 7, 9 en 10 paragraaf 1.2! 

 


Slide 25 - Tekstslide

Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 26 - Quizvraag

Waar staan de letters VOC voor?
A
Verenigde Oosterse Compagnie
B
Verzamelde Oost-Indische Compagnieën
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verzamelde Oosterse Compagnie

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een monopolie?
A
Wanneer meerdere compagnieën tegen elkaar concurreren
B
Een bedrijf die producten verkoopt in Azië.
C
Een bedrijf die producten koopt in Azië.
D
Wanneer maar 1 bedrijf een product mag verkopen

Slide 28 - Quizvraag

Video: Arjan Lubach
Slavernijverleden

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Excuses nodig?
Wat vinden jullie? Leg uit.

Slide 31 - Tekstslide

Theorie
Vaak kreeg een schip en daarmee ook een investering van een handelaar. Daarom gingen handelaren steeds vaker samenwerken.  En ze gingen samenwerken in de ..



Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Theorie
Verenigd Oost-Indische Compagnie (VOC): Handelsvereniging voor de handel met Indie.



Slide 34 - Tekstslide

Theorie
De VOC 'was van iedereen'. Dat was zo omdat mensen een aandeel konden kopen van de VOC. Wie weet hoe dit werkt?



Slide 35 - Tekstslide

Theorie
Behalve de VOC werd ook de WIC opgericht. Deze was niet voor de handel met Indie maar met de handel in Zuid- en Noord-Amerika. Ook handelde de WIC in slaven. 

Opschrijven:
West-Indische Compagnie (WIC): Handelsvereniging voor de handel met Amerika. 



Slide 36 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 37 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken
1. Je weet het verschil tussen de VOC en de WIC. 

2. Je weet de betekenis van het begrip handelskapitalisme.

3. Je weet de driehoekshandel uit te leggen. 

Slide 38 - Tekstslide