Escher en optische illusies

Escher en optische illusies
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Escher en optische illusies

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Noem de kleuren hardop!
Moeilijk, Dit komt omdat je rechterdeel van je hersen de kleur wil zeggen terwijl je linkerhelft van je hersenen het woord wil lezen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De meesten van ons zullen het erover eens zijn dat we Einstein zien. Maar sta nu eens op, zet een paar stappen achteruit, en bedenk je dan nog eens. Veel mensen zien nu ineens de wereldberoemde actrice Marilyn Monroe
Hoe werkt dit nu? Welnu, ons brein registreert de fijne details van Einstein’s foto op kortere afstanden. We zien dus zijn gezicht. Ga je echter verder weg staan, dan kan je brein die kleine details niet goed meer zien, en gaat ze dus over op de grovere kenmerken, die van Marilyn.

Slide 10 - Tekstslide

De meesten van ons zullen het erover eens zijn dat we Einstein zien. Maar sta nu eens op, zet een paar stappen achteruit, en bedenk je dan nog eens. Veel mensen zien nu ineens de wereldberoemde actrice Marilyn Monroe
Hoe werkt dit nu? Welnu, ons brein registreert de fijne details van Einstein’s foto op kortere afstanden. We zien dus zijn gezicht. Ga je echter verder weg staan, dan kan je brein die kleine details niet goed meer zien, en gaat ze dus over op de grovere kenmerken, die van Marilyn.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

In werkelijkheid zijn ze volledig horizontaal, en allemaal parallel aan elkaar (gelijk lopend).

Hoe kan dit zo zijn? Het is voor ons brein simpel om een witte lijn in een vlak veld te zien, en dito een zwarte lijn of vele lijnen op een wit veld. Denk maar aan een gelijnd velletje papier. Die lijnen lijken altijd netjes horizontaal te liggen! Ons brein heeft echter moeite met de afwisseling tussen zwarte en witte vlakken. We maken namelijk graag ‘gehelen’ met ons onderbewuste, en derhalve integreren we de zwarte lijn met de zwarte vlakken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Oftewel de ‘grid’ illusie, is een illusie waarbij er spookachtige grijze of donkere vlekken lijken te verschijnen en verdwijnen over het scherm, op de kruisingen tussen witte lijnen. Wanneer je nauwkeurig een kruising bekijkt, zie je niets. Maar in je ooghoeken zie je de grijze plekken elders al opduiken. Verleg je je aandacht naar die plekken, dan zie je ook daar niets, maar wederom uit je ooghoeken elders weer wel!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De nummer één van deze lijst van optische illusies (hoewel we ze eigenlijk alle 10 sterk vinden) is een schaduw illusie. Kijk simpelweg naar het plaatje en beantwoord deze vraag: Waar is het donkerder, op plek A of plek B?

Als je antwoord plek A is, dan heb je het (overigens net als een hoop mensen) fout. A en B zijn namelijk exact dezelfde kleur. Het werkt als volgt: je brein is constant bezig met het uitzoeken wat de exacte kleuren en nuances zijn van de kleuren en objecten om je heen. Terwijl je brein hiermee bezig is wordt er automatisch rekening gehouden met schaduw. Zie je bijvoorbeeld een groen grasveld, met een schaduw van een boom, dan concludeert je brein dat het gras niet ‘werkelijk’ donkerder is onder die boom, maar dat dit simpelweg een effect van de schaduw is. Zo concludeert je brein ook dat B niet werkelijk donkerder is, maar simpelweg eenzelfde kleur heeft als de witte vlakken in het licht. En ‘dus’ moet B wel lichter zijn dan A, want de lichte vlakken naast A zijn duidelijk lichter dan A.

Slide 17 - Tekstslide

De nummer één van deze lijst van optische illusies (hoewel we ze eigenlijk alle 10 sterk vinden) is een schaduw illusie. Kijk simpelweg naar het plaatje en beantwoord deze vraag: Waar is het donkerder, op plek A of plek B?
Als je antwoord plek A is, dan heb je het (overigens net als een hoop mensen) fout. A en B zijn namelijk exact dezelfde kleur. Het werkt als volgt: je brein is constant bezig met het uitzoeken wat de exacte kleuren en nuances zijn van de kleuren en objecten om je heen. Terwijl je brein hiermee bezig is wordt er automatisch rekening gehouden met schaduw. Zie je bijvoorbeeld een groen grasveld, met een schaduw van een boom, dan concludeert je brein dat het gras niet ‘werkelijk’ donkerder is onder die boom, maar dat dit simpelweg een effect van de schaduw is. Zo concludeert je brein ook dat B niet werkelijk donkerder is, maar simpelweg eenzelfde kleur heeft als de witte vlakken in het licht. En ‘dus’ moet B wel lichter zijn dan A, want de lichte vlakken naast A zijn duidelijk lichter dan A.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Het raam staat open…
,,,Maar staan de luiken open naar binnen of juist naar buiten?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Lopen de rode lijnen bol of hol? En de blauwe? Geloof jij dat alle verticale lijnen recht lopen? Bekijk het maar eens met een lineaal als het niet gelooft.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video