Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordsoorten klas 1 (les 1)
Woordsoorten
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Waarom grammatica?
Als je weet hoe zinnen in elkaar zitten (grammatica), kun je betere zinnen schrijven en maak je minder snel fouten!
Slide 2 - Tekstslide
Grammatica
Zinsdelen Woordsoorten
Slide 3 - Tekstslide
Woorden van een taal kun je indelen in woordsoorten. Noem een aantal woordsoorten die je op de basisschool hebt geleerd.
Slide 4 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt de werkwoorden in een zin aanwijzen.
Je kunt de lidwoorden in een zin aanwijzen.
Je kunt de zelfstandige naamwoorden in een zin aanwijzen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Schrijf vijf woorden op die zeggen wat iemand op de afbeelding doet.
Slide 7 - Open vraag
Werkwoorden (ww)
Een
werkwoord
is een
woordsoort
.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt wat iets of iemand
doet,
wat iets of iemand
overkomt
of
wat er is gebeurd
.
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoorden (ww)
Werkwoorden kun je
vervoegen:
ik slaap, jij slaap, wij slapen, hij sliep, jullie sliepen, we hebben geslapen
Slide 9 - Tekstslide
Maken
Opdracht 1 op blz 2
Opdracht 2 op blz 3
Klaar? Lees alvast de groene theorie op blz 3 + 4.
Slide 10 - Tekstslide
Wat zie je allemaal op afbeelding?
Schrijf zoveel mogelijk op.
Slide 11 - Tekstslide
Schrijf de woorden op die je op de afbeelding zag.
Slide 12 - Open vraag
mensen
dieren
dingen
begrippen
planten
namen
bakker
oorlog
eekhoorn
Henk
boom
koffiekopje
Slide 13 - Sleepvraag
Zelfstandig naamwoord (zn)
mensen
dieren
planten
dingen
namen
begrippen
Slide 14 - Tekstslide
Kenmerken zelfstandig naamwoord
Het zelfstandig naamwoord heeft verschillende kenmerken:
- er kan een meestal de, het of een voor zetten;
- het heeft meestal een meervoud en een enkelvoud;
- je kunt er meestal een verkleinwoord van maken.
Slide 15 - Tekstslide
Lidwoorden
de
het
een
Lidwoorden kunnen voor een zelfstandig naamwoord staan.
de
bal,
het
huis,
een
computer
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de goede combinatie?
A
de huis
B
de zwembad
C
de spiegel
D
de verhaal
Slide 17 - Quizvraag
Welk lidwoord?
..... schoen
A
de
B
het
Slide 18 - Quizvraag
.... winkelcentrum
A
de
B
het
Slide 19 - Quizvraag
Hoe herken je een zn?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Door de zin langer te maken.
C
Door achterstevoren te lezen.
D
door te kijken of het alleen staat.
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel zn?
De docent drinkt elke dag koffie uit zijn thermosfles.
A
1
B
3
C
4
D
9
Slide 21 - Quizvraag
Welke lidwoorden zijn er?
Slide 22 - Open vraag
Wat is het zn?
De vlieg(1) vliegt(2) naar de vliegen(3) die boven de drol vliegen(4).
A
1 en 2
B
2 en 3
C
2 en 4
D
1 en 3
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag
Maak alle opdrachten van blz 4 en 5.
Klaar? Ga leren voor morgen.
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Groep 4 | taal | werkwoorden
August 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 4 | taal | werkwoorden
July 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
1TL periode 2 les 5
July 2025
-
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
lidwoorden/ geslacht zelfstandige naamwoorden
July 2025
-
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1KB periode 2 les 4
July 2025
-
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1