Poëzie-Fictie-H.1- Havo1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je  wat klassiekers zijn, kun je uitleggen wat een klassieker is, je mening over een boek verwoorden en verhaalfragmenten parafraseren en samenvatten.

Parafraseren is in je eigen woorden weergeven wat iemand anders gezegd of geschreven heeft. De parafrase moet altijd in de geest van de oorspronkelijke tekst zijn geformuleerd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je  wat klassiekers zijn, kun je uitleggen wat een klassieker is, je mening over een boek verwoorden en verhaalfragmenten parafraseren en samenvatten.

Parafraseren is in je eigen woorden weergeven wat iemand anders gezegd of geschreven heeft. De parafrase moet altijd in de geest van de oorspronkelijke tekst zijn geformuleerd

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?



Terugblik Wat weten we nog van het gebruik van verbindingswoorden en leestekens? 

Voorkennis Wat weten we al van

poëzie, gedichten en fictie?


-Huiswerk bespreken en opdrachten afmaken







Slide 2 - Tekstslide

Behalve in boeken kun je gedichten ook op andere plaatsen tegenkomen, zoals:





  •  in reclames: Redband, als je voor pret bent;

  •  op rouwbrieven en geboortekaartjes: Nieuw is de wereld / sinds het moment / dat jij bij ons / gekomen bent;

  • op dagelijkse gebruiksvoorwerpen als kussenslopen, T-shirts, servetten en kookschorten: De kroketten in het restaurant / zijn aan de kleine kant;

  •  op openbare gebouwen, stoepen en ramen: Hé moeder / als je je dochter verloot, / krijg ik dan een lootje;

  •  in poëziealbums en agenda’s: Geld maakt niet gelukkig / maar gelukkig maken ze wel geld.

  •  Liedjes en raps zijn ook gedichten. Deze vind je op radio en tv, op dvd en cd, in het theater en op internet.

Slide 3 - Tekstslide

  • korte regels
  • woorden die aan het einde rijmen
  • witregels

   

Gedichten herken je aan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn boeken die steeds opnieuw verteld en gelezen worden. Vaak worden ze herschreven en worden er stripverhalen, films of musicals van gemaakt.


Sommige zijn al honderden jaren oud: sprookjes, de verhalen over koning Arthur en Alleen op de wereld van Hector Malot bijvoorbeeld.

Die verhalen noemen we klassiekers.
 


Slide 6 - Tekstslide

Sommige Nederlandse jeugdboeken zijn ook echte klassiekers: Kruimeltje en Pietje Bell van Chris van Abkoude en De scheepsjongens van Bontekoe van Johan Fabricius worden na bijna honderd jaar nog gelezen.


Maar ook veel Nederlandse boeken die dertig of veertig jaar geleden geschreven werden, zijn nog steeds populair. Denk aan Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman, De brief voor de koning van Tonke Dragt en Oorlogswinter van Jan Terlouw.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link


Nu zelfstandig en stil aan het werk.


Maken:

blz. 37 t/m 38   opdr. 1 t/m 3

blz. 39 t/m 41    opdr. 1 t/m 4

Snel klaar? Maken  1 keuzeopdracht blz.43


Let op: bij deze opdrachten mag je géén muziek luisteren!

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 11 - Tekstslide