Proeftoets Lezen - toetsweek

Leestoets B5 + B6 proeftoets
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leestoets B5 + B6 proeftoets

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Bespreken antwoorden proeftoets
  • Lezen Het Achterhuis 

Slide 2 - Tekstslide

Opmerkingen vooraf
  • Schrijf volledige antwoorden. 
  • Maak waar mogelijk gebruik van de tekst. Dit betekent niet dat je de tekst letterlijk moet overschrijven. 
  • Verwijzen naar regelnummers => geen antwoord.
  • Argument 1, 2 of 3 => geen antwoord.
  • Geen uitleg wanneer hier wel om gevraagd wordt? Geen punten. 
  • Gebruik leestekens!

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Om welke twee redenen stopt Coca-Cola juist in Nederland met de productie van de gewone Sprite? 

Nederland is ‘een van de meest gezondheidsbewuste landen ter wereld’. Alinea 1 regel 10 - 12
Logistiek is het eenvoudig om in Nederland te beginnen.
Alinea 5 regel 23 - 25

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2
a. Aan welke reden wordt getwijfeld? 
aan de eerste reden 
Alinea 4 regel 14 - 15
b. Schrijf het argument op dat wordt gebruikt om de twijfel uit te spreken. 
Op het gezondheidsbewustzijn van Nederlanders valt heel wat af te dingen: Nederland is Europees kampioen in het nuttigen van suikerhoudende dranken. 
Aalinea 4 regel 14 - 16

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 2
c. Is dit een objectief of een subjectief argument? 
een objectief argument (er worden cijfers uit een onderzoek genoemd) 
d. Aan welke onderbouwing hecht jij meer waarde? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
Aan het argument uit alinea 4. Dat argument is onderbouwd met cijfers uit onderzoek. Dat is het argument van Coca-Cola niet.

Geen uitleg? Geen punten. 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 3
Op welke manier zijn alinea 3 en 4 met elkaar verbonden? Licht je antwoord toe.

Manier: Overgangszin met een verwijzing
Toelichting: Alinea 4 verwijst terug naar alinea 3. Aan het begin van alinea 4 staat geen verwijswoord, maar je kunt het woord Opmerkelijk uitbouwen tot de volgende zin: ‘Dat is opmerkelijk.’ Dat is dan het verwijswoord dat terugverwijst naar alinea 3.


Slide 7 - Tekstslide

Vraag 4
Wat is de functie van alinea 4 ten opzichte van alinea 3? 

Alinea 4 is een tegenwerping bij alinea 3.

Tegenwerping – Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander.
Weerlegging – Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 5
a. Welke conclusie kun je trekken naar aanleiding van de onderzoeken onder Nederlanders over hun mening over de suikervrije Sprite?
Dat het niet duidelijk is of Nederlanders de suikervrije Sprite inderdaad lekkerder vinden dan de originele Sprite.
Alinea 6 regel 27: Uit testen van Coca-Cola zou zijn gebleken dat Nederlanders de suikerloze variant even lekker vinden. 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 5
b. Welk onderzoek vind jij betrouwbaarder? Leg je antwoord uit. 
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
Het onderzoek van het ‘Nationaal Frisdrank Onderzoek 2015’, omdat je mag verwachten dat dit een onderzoek is waaraan veel Nederlanders hebben meegedaan.

Geen uitleg? Geen punten. 

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 6
a. Wat bedoelt de schrijver met in de ban doen? 
Niet meer produceren/maken, uit de schappen/winkel halen enz. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 7
a. Wat is de mening van Rob Markus over de stap die Coca-Cola heeft gezet? 
Hij twijfelt eraan of het verminderen of uitbannen van suikers in frisdrank een grote bijdrage levert aan een kleiner risico op overgewicht.
Alinea 7 regel 37 - 39
b. Welk(e) argument(en) gebruikt hij bij zijn mening? 
De belangrijkste boosdoener die obesitas veroorzaakt, is het feit dat we te veel eten en drinken en te weinig bewegen.
Alinea 7 regel 39 - 41

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 8
Past het tussenkopje Obesitasepidemie goed boven alinea 7? Leg je antwoord uit.

Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
Het tussenkopje past niet goed bij de alinea. In de alinea gaat het over de manier waarop obesitas voorkomen/bestreden kan worden.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 9
a. Wat bedoelt Foodwatch met de metamorfose van Sprite
de verandering van Sprite met suiker naar Sprite zonder suiker
b. Waarom wordt de metamorfose van Sprite een politieke vlucht naar voren genoemd? 
Omdat de minister vindt dat de frisdrankindustrie verantwoordelijk is voor het obesitasbeleid en er maatregelen genomen zullen worden als de frisdrankindustrie niets doet. De industrie zet nu een stap naar voren om maatregelen te voorkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 9
c. Om welke belangrijke reden heeft Coca-Cola besloten de metamorfose van Sprite door te voeren? Schrijf het antwoord in je eigen woorden op. 

Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
Het bedrijf wil geen maatregelen van de overheid.
Alinea 8 regel 52-54


Slide 15 - Tekstslide

Vraag 10
In alinea 8 staan signaalwoorden voor het verband uitspraak - reden. 
a. Schrijf deze signaalwoorden op. 
daarom, omdat
Alinea 8 regel 52 - 54
Ook Coca-Cola en consorten staan daarom onder druk om iets te doen, temeer omdat een volgend kabinet misschien wel doet wat het huidige kabinet heeft nagelaten: maatregelen nemen.

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 10
b. Schrijf bij elk signaalwoord de delen van het verband op.
– daarom:
Uitspraak: Coca-Cola en consorten staan onder druk om iets te doen.
Reden: De laatste tijd klinkt er vanuit wetenschappelijke hoek veel kritiek op de industrie, die weinig stappen in de goede richting zet.
  – omdat:
Uitspraak: Coca-Cola en consorten staan onder druk om iets te doen.
Reden: Een volgend kabinet doet misschien wat het huidige kabinet heeft nagelaten: maatregelen nemen.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 11
Schrijf op waarnaar de volgende woorden verwijzen. Schrijf ook het regelnummer op. 
a. dit (regel 39)
Het verminderen of uitbannen van suikers in frisdrank (regel 38 - 39).
b. dit (regel 58)
Met een frisdranktaks komen’ (regel 57).

Alleen regelnummers? Geen punten. 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 12
Waarom heeft Coca-Cola op basis van de inhoud van alinea 9 Sprite zonder suiker op de markt gebracht? 
Omdat het bedrijf bang is dat ze inkomsten misloopt als de overheid een frisdranktaks invoert.
Alinea 9 regel 58 - 59: Coca-Cola, dat de financiële gevolgen van de belasting vreest...

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 13
Obesitas moet worden bestreden. Schrijf achtereenvolgens op hoe Coca-Cola, Rob Markus en Foodwatch dat willen doen. 

Coca-Cola: Terugdringen van het aantal calorieën in frisdrank.
Rob Markus: De energie-inname van mensen moet in evenwicht zijn met hun bewegingspatroon. Dus: eten en bewegen in balans brengen of houden.
Foodwatch: Frisdranktaks, lagere btw op groente en fruit, verbod op kindermarketing voor frisdrank, chips, ijs en koekjes.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 14
Met welke manier ben jij het eens? Leg je antwoord kort uit.
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Eens met Coca-Cola, want het terugdringen van het aantal calorieën in frisdrank helpt echt als je veel frisdrank drinkt. Dan krijg je echt veel minder suiker binnen. Het is ook een makkelijke manier.

Geen uitleg? Geen punten!

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 15
Van welke tekststructuur zie je de kenmerken in deze tekst? Leg je antwoord uit. 
De structuur is een combinatie van de verschijnsel-en-verklaringsstructuur en de probleem-en-oplossingsstructuur. Je kunt je antwoord goed rekenen als je een van deze structuren hebt opgeschreven.
Het verschijnsel is het experiment van Coca-Cola om Sprite alleen nog maar zonder suiker te verkopen in het kader van het gezondheidsbewustzijn. Daarna geeft de schrijver verklaringen voor het verschijnsel, namelijk het terugdringen van obesitas en het voorkomen van overheidsmaatregelen.
Het probleem is het obesitasprobleem. Met het Sprite-experiment wil Cola-Cola een bijdrage leveren aan de oplossing daarvan. Daarna staan in de tekst ook andere mogelijke oplossingen voor het terugdringen van obesitas.

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 16
Past de titel goed bij de inhoud van de tekst? Leg je antwoord uit. 
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Nee, de titel past niet bij de inhoud van de tekst, want er zit dan minder suiker in Sprite, maar de consument kan nog steeds andere frisdranken met suiker (‘suikerbommen’) nuttigen. Het gaat om één enkele suikerbom. Bovendien is het in de tekst de vraag of het uitbannen van suiker in Sprite het obesitasprobleem tegengaat.

Slide 23 - Tekstslide