1A February 15th

English 1A February 15th
Please get ready for the class circle with your English notebook

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English 1A February 15th
Please get ready for the class circle with your English notebook

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
- Class circle (5 minutes)
- Grammar Chapter 2 (15 minutes)
- Working on your own (20 minutes) 
- End of the lesson including a game (10 minutes)


Lesson goals:
- Je kan een zin maken met ontkenning.
- Je weet hoe je in het Engels kan zeggen of iets van iemand is (bezit)

--> SO Vocabulary inhalen: dinsdag het 6e uur in lokaal 110! Lars, Jermain, Mees R.

Slide 2 - Tekstslide

Toetsen die we deze periode:
SO Grammar          7 maart
SO Writing              15 maart
SO Speaking          22 maart 

Slide 3 - Tekstslide

Grammar Recap last week
- vragen maken met To be, can, to do

- persoonlijke voornaamwoorden

What do you remember?


Slide 4 - Tekstslide

            THV blz. 41 TB //  KGT blz. 35 TB

Vragen maken met to be
Je maakt vragen door een vorm van to be voor aan te zetten. Normaal staat dat na het Persoonlijke Voornaamwoord

To be                                              Persoonlijk voorn.w.
I am                                                I
You are                                         You
He/she/it is                                 He/she/it
We are                                          We
You are                                         You
They are                                       They
Voorbeeld

Gewone zin:
I am young

Vraagzin:
Am I young?

Slide 5 - Tekstslide

            THV blz. 41 TB // KGT blz. 35 TB

Vragen maken met can

Ook hier zet je het werkwoord can voor aan in de zin.

Can
I can
You can
He/she/it can
We can
You can
They can
Voorbeeld

Gewone zin:
I can help you.

Vraagzin:
Can I help you?

Slide 6 - Tekstslide

Vragen maken met do

Je zet voor aan in de zin de vorm van to do. De andere werkwoorden blijven op hun plek staan.


Voorbeeld

Gewone zin:

Lions live in the wild

Vraagzin:
Do lions live in the wild?

Slide 7 - Tekstslide

Grammar explanation
- Ontkenningen maken met to do, can en to be (THV), en to have got (KGT)
-'s en '
-
antwoorden geven op vragen met to be en can

Slide 8 - Tekstslide

            THV blz. 41 TB //  KGT blz. 35 TB
Ontkenningen maken
Als je wil zeggen dat iets niet zo is, zet je het woord not achter het werkwoord.

Opties werkwoorden:
1. To have got: het woord not of de verkorte vorm n't komt achter have. Daarna komt got nog!

2. To be en can: not/n't achter het werkwoord.

3. To do: to do + not vóór het werkwoord!
Maar bij He/She/It: Does! Korte vorm Don't en Doesn't



Voorbeelden:

1. I have not got any plans for Valentine's Day.
I haven't got any plans for Valentine's Day. 
He has not got a chance to go shopping.
He hasn't got a chance to go shopping.

2. She is not interested. He isn't feeling well. We can't to watch a movie. I cannot help you.

3. He doesn't know.
They don't play soccer. 
I do not understand.

Slide 9 - Tekstslide

Zinnen ontkennend maken:

1. I can help you

2. I have got pets

3. I know how to make this exercise

4. Puppies are very cute

Slide 10 - Tekstslide

Zinnen ontkennend maken:

1. I can help you.

2. I have got pets.

3. I know how to make this exercise.

4. Puppies are very cute.

1. I can't / cannot help you.

2. I have not /haven't got any pets.

3. I do not /don't know how to make this exercise.

4. Puppies are not /aren't very cute.

Slide 11 - Tekstslide

THV blz. 42 TB // KGT blz. 36 TB
-'s of -'
Dit gebruik je om bezit aan te geven, dus dat iets van iemand is!

1. Gebruik -'s achter enkelvoud woorden.

2. Gebruik -' achter meervoud woorden die eindigen op een S.
Voorbeelden:

1. A dog's fur is very soft.
    Lisa's bike is new.
    My sister's house is big.

2. The giraffes' necks are very long.
     My sisters' rooms are always clean.
     

Slide 12 - Tekstslide

Kloppen deze zinnen?

1. My cats eyes are green.

2. The children's bedrooms are full of toys'. 

3. This is a child's book.

4. I love reading J.K. Rowling' books.

Slide 13 - Tekstslide

Kloppen deze zinnen?

1. My cat's eyes are green.

2. The children's bedrooms are full of toys. 

3. This is a child's book.

4. I love reading J.K. Rowling's books.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden geven op vragen met to be en can

Je doet dit door de persoon en het werkwoord te herhalen. 

Antwoord nee? Voeg not toe aan je antwoord. Afgekort mag ook. 

You (jij, u) = I in je antwoord
You (jullie) = we in je antwoord
Am  I old? 
- Yes, I am
- No, I am not/I'm not

Is he old?
- Yes, he is
- No, he is not/isn't 

Can I help you?
- Yes, you can
- No, you cannot /can't 

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden op vragen - schrijf het antwoord op!

1. Are you tired?

2. Can you close the window?

3. Are you happy?

4. Can it bite you?


Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden op vragen - schrijf het antwoord op!

1. Are you tired?

2. Can you close the window?

3. Are you happy?

4. Can it bite you?


1. Yes, I am / No, I am not (I'm not)
2. Yes, I can / No, I cannot (can't)

3. Yes, I am / No, I am not (I'm not)

4. Yes, it can / No, it cannot (can't)

Slide 17 - Tekstslide

KGT:
Grammar 2, 3, 4

Opdrachten op blz. 51, 52 Activity Book. Gebruik blz. 35/36 van je Textbook.

THV:
Grammar 2, 3, 4, 5

Exercises are on page 61-64  of your Activity Book. Use Textbook page 41, 42


1. Work on the exercises in silence.
2. Check & Correct after showing me.
3. Maak een samenvatting van de grammatica van Chapter 2!
timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide

Lesson goals & homework
Lesson goals: 
- Je kan een zin maken met ontkenning.
- Je weet hoe je in het Engels kan zeggen of iets van iemand is.


Homework for Wednesday:
finish the exercises you were making. Study the Grammar we talked about the last lessons (will be on Magister!). You can use the next lesson to ask questions.

Slide 19 - Tekstslide

Watching a video
https://www.youtube.com/watch?v=UJtVhPkIE28

Do you remember Steve Irwin?

Slide 20 - Tekstslide

Watching a video
His son is Robert. He is 14 years old and loves animals. We are going to watch a video about him, twice. 
First time: watch and listens for the questions & answers
Second time: with subtitles, write your answers down

Slide 21 - Tekstslide