H2.5 Herleiden

Hoofdstuk 2


Invoegen plattegrond op niveau
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk:
Opgaven maken ging ....
A
Goed
B
Deels
C
Ik snapte er niks van
D
Ik heb het niet gemaakt

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken    

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
2.4 Vergelijkingen oplossen



Leerdoel 6 + 7

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik planner
Pak je planner erbij.


Vul het eerste bolletje in van de leerdoelen van deze les.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel behaald deze les?

Pas bolletje 1 aan, in de planner, indien het veranderd is.
(+, +/-, -)
A
+
B
+/-
C
-

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
2.5 Herleiden



Leerdoel 8 + 9

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met herleiden?

Slide 10 - Open vraag

Druk x uit in y:
y=2x5

Slide 11 - Open vraag

Druk x uit in y:
y=2x25

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Herleiden
De formules in een eenvoudigere vorm schrijven. De vorm wordt in de opgave benoemd. Bijvoorbeeld:

Voor het herleiden gebruik je de machtsregels.
Moet je de letters in een formule verwisselen dan doe je dit met de herleidregels en de regels voor het oplossen van vergelijkingen.

Slide 14 - Tekstslide

Opgave samen maken
Opgave 42, 46 en 47

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
2.5 Herleiden



Leerdoel 8 + 9

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening 2.5 Herleiden
De formules in een eenvoudigere vorm schrijven. De vorm wordt in de opgave benoemd. Bijvoorbeeld:

Voor het herleiden gebruik je de machtsregels.
Moet je de letters in een formule verwisselen dan doe je dit met de herleidregels en de regels voor het oplossen van vergelijkingen.
Opgave 42, 46 en 47

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
2.5 Herleiden



Leerdoel 8 + 9

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het eerste bolletje te kleuren(+, +/-, -)
A
+
B
+/-
C
-

Slide 19 - Quizvraag