H11 Verzekeringen totstandkoming en beëindiging
1 / 45
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe kun je risico's verminderen?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat ben ik verplicht te melden?
Noteer je antwoord en licht je antwoord toe!
Noteer je antwoord en licht je antwoord toe!
Slide 19 - Open vraag
Ben je verplicht om een strafrechtelijk verleden te vermelden bij de verzekeraar?
A
Nee, niet relevant voor een verzekering
B
Ja, altijd en van belang voor het morele risico
C
Ja, indien dit is voorgevallen binnen acht jaar
D
Ja, als dit gaat om persoonsverzekeringen
Slide 20 - Quizvraag
Hoe zit het met feiten die de verzekeraar al kent of behoort te kennen?
Noteer je antwoord en licht je antwoord toe!
Noteer je antwoord en licht je antwoord toe!
Slide 21 - Open vraag
Ik wil een schadeverzekering afsluiten waarbij meerdere personen verzekerd zijn, ben ik als verzekeringsnemer verplicht om de feiten van de overige verzekerden te melden?
A
Nee, ik ben de verzekeringsnemer
B
Ja, altijd
C
Nee, geen partij voor de overeenkomst
D
Ja, als zij ook vallen onder de dekking van de verzekering
Slide 22 - Quizvraag
Ik heb een verzekering afgesloten en achteraf blijkt dat ik per ongeluk een vraag niet heb beantwoord op de vragenlijst voor de acceptatie van de verzekering, wat zijn de consequenties?
A
De verzekering wordt geroyeerd
B
De verzekering is niet rechtsgeldig
C
Geen, de verzekeraar mag zich hier niet op beroepen
D
Nietig, de verzekeraar mag zich op beroepen op onvolledige informatie
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Wat is een persoonsverzekering?
A
De verzekering van je echtgenoot of echtgenote
B
Een verzekering die het leven of gezondheid van een persoon betreft
C
Te zorgen dat iemand een goed persoon wordt
D
Een personendiefstal verzekering
Slide 35 - Quizvraag
Welke van de antwoordopties is een sommenverzekering
A
Levensverzekering
B
WA auto
C
Diefstal auto
D
Woonverzekering
Slide 36 - Quizvraag
Wat is het verzekerd feit
A
De hoogte van de premie
B
Als je de polis in bezit hebt
C
Het risico waartegen het verzekerde object verzekerd is
D
De totale dekking van de verzekering qua kosten
Slide 37 - Quizvraag
Diegene die de verzekeringsovereenkomst afsluit noem je?
A
De verzekeraar
B
de begunstigde
C
Verzekernemer
D
Verzekeringnemer
Slide 38 - Quizvraag
Een verzekeringsmaatschappij die niet werkt via een tussenpersoon, maar rechtsreeks met de klant communiceert noem je
A
An-Bloc verkoper
B
Direct writer
C
Assurantie persoon
D
Direct verkoper
Slide 39 - Quizvraag
De Europese versie van de verzekeringskaart, noem je?
A
PDDI
B
KIFD
C
IPID
D
PDDE
Slide 40 - Quizvraag
De tussenpersoon ontvangt een bedrag als hij een verzekering verkoopt, dit noem je?
A
Premie
B
Provisie
C
Dekkingsgraad
D
Gewoon betaling
Slide 41 - Quizvraag
Schade die veroorzaakt is door de verzekeringnemer zelf noem je?
A
Eigen gebrek
B
Stomme fout
C
Indeplaatsstelling schade
D
Regresschade
Slide 42 - Quizvraag
De verzekeraar treedt in de rechten die het verzekerde slachtoffer heeft ten opzichte van de veroorzaker van de schade noem je?
A
Salvagerecht
B
Intreedtrecht
C
Meldtplichtrecht
D
Subrogatie
Slide 43 - Quizvraag
Wat is geen plicht van een verzekeringnemer?
A
De polis geautomatiseerd opslaan
B
premie op tijd betalen
C
Mededelingsplicht
D
schade beperken
