12-03-2024 V3B gram persoonlijk vnw

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Telefoon in de telefoontas 

Boek op tafel


Bonjour à tous!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Telefoon in de telefoontas 

Boek op tafel


Bonjour à tous!

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui:
- Grammaire
- Au travail!


Slide 2 - Tekstslide

Prends le livre à la page 120-121
Lis le grammaire en silence

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
+ lijdend voorwerp vervangen
Je kunt in het Frans het lijdend voorwerp in een zin vervangen door le/la/l'/les.  Le, la, l' en les zijn persoonlijk voornaamwoorden. 

vb nl -> ik ken Sophie, ik ken haar
vb frans -> je connais Sophie, je la connais

Op de toets staat het lijdend voorwerp onderstreept, jij hoeft het alleen te vervangen én op de juiste plek in de zin te zetten.

Slide 4 - Tekstslide

Tot zo ver:
1. Je kijkt naar het onderstreepte lijdend voorwerp.

2. Je bedenkt of het mannelijk, vrouwelijk, meervoud of met klinker/h begint.

3. Aan de hand daarvan vervang je het lijdend voorwerp voor le, la, l' of les.


Slide 5 - Tekstslide

Exercice -> vervang het lijdend vw
1. Elle regarde un film d'action -> Elle _____ regarde.

2. J'adore cette chanson. -> Je ____ adore.

3. Tu as vu les petits chats? -> Tu ____ as vu?

4. Tu aimes le chocolat? -> Tu ____ aimes?

Slide 6 - Tekstslide

De plek van het vervangde lijdend voorwerp
Als je het lijdend voorwerp hebt vervangen door le, la, l' of les, dan moet je het nog op de juiste plek in de zin zetten.

Le, la, l' of les staat altijd VOOR het eerste werkwoord in de zin.

MAAR
Staat er een heel werkwoord in de zin? -> Dan staat le, la, l' of les altijd VOOR het hele werkwoord.


Slide 7 - Tekstslide

Dus -> de hele uitleg:
1. Je kijkt naar het onderstreepte lijdend voorwerp.

2. Je bedenkt of het mannelijk, vrouwelijk, meervoud of met klinker/h begint.

3. Aan de hand daarvan vervang je het lijdend voorwerp voor le, la, l' of les.

4. Je zet le, la, l' of les VOOR het eerste werkwoord in de zin

5. Staat er een heel werkwoord in de zin, dan zet je het VOOR het hele ww.


Slide 8 - Tekstslide

Exercice
Vervang het onderstreepte lijdend voorwerp.

1. Tu veux regarder un film? -> Tu ______ veux _______ regarder.
2. Ils préparent les quiches. -> Ils ______ préparent ______ .
3. Elle va visiter la bibliothèque. -> Elle ______ va ______  visiter.
4. Tu aimes ton vélo? -> Tu ______ aimes ______ .
5. Nous écoutons les chansons. -> Nous ______ écoutons ______ .
timer
2:30

Slide 9 - Tekstslide

Au travail!
Fais les exercices 29, 30c, 30d et 32a

Klaar? -> Ga alvast leren voor het proefwerk in de toetsweek
- Voca A + B + E + F (p.124-125) F-NL / NL-F
- Phrases-clés C + G (p.126) F-NL / NL-F
- Grammaire D ‘le passé composé’ + H ‘het persoonlijk vnw’ (p.127)
- Werkwoorden être, avoir, aller en faire
- Werkwoorden op -er, -ir, -re


Slide 10 - Tekstslide